Verdi: Falstaff. Bryn Terfel (Falstaff), Roberto Frontali (Ford), Kenneth Tarver (Fenton), Robin Leggate (Dr. Caius), Peter Hoare (Bardolf), Gwynne Howell (Pistol), Barbara Frittoli (Alice Ford), Desirée Rancatore (Nannetta), Bernadette Manca di Nissa (Mrs. Quickly), Diana Montague (Meg Page) e.a. met het Ensemble van Covent Garden, Londen o.l.v. Bernard Haitink. Regie: Graham Vick. BBC Opus Arte OA 0812D en BBCDVD 1025 (157’, 16:9, geluid 2.0, 5.1, regio 0). 1999
Verdi: Falstaff. Giuseppe Taddei, Rolando Panerai, Francisco Araiza, Piero de Palma, Heinz Zednik, Federico Davia, Raina Kabaivanska, Janet Perry, Christa Ludwig, Trudeliese Schmidt e.a. met het Ensemble van de Weense Staatsopera o.l.v. Herbert von Karajan. Regie: Herbert von Karajan. Sony SDV 48422 (dvd-v). 1982
Verdi: Falstaff. Paul Plishka (Falstaff), Bruno Pola (Ford), Mirella Freni (Mrs. Quickly), Barbara Bonney (Nannetta), Frank Lopardo (Fenton), Marilyn Horne (Meg Page), Susan Graham, Piero de Palma, Anthony Laciura, James Courtney met het Ensemble van de Metropolitan Opera, New York o.l.v. James Levine. Regie Franco Zeffirelli. DG 072-434-3 (vhs) 1992
Verdi: Falstaff. Willard White (Falstaff), Wolfgang Ablinger-Sperrhacke (Dr. Cajus), Santiago Sánchez Jericó (Bardolfo), Paola Battaglia (Pistola), Charlotte Hellekant (Meg Page), Geraldine McGreevy (Alice Ford), Miah Persson (Nannetta), Nora Gubisch (Mrs. Quickly), Marcus Jupither (Ford), Yann Beuron (Fenton) e.a. met het Orchestre de Paris o.l.v. Enrique Mazzola. Regie: Herbert Wernicke. ArtHaus 100.344 (125’, 16:9, geluid 2.0, 5.1 en DTS 5.1, regio 0). 2001
Verdi; Falstaff. Ambroglio Maestri (Falstaff), Roberto Frontali (Ford), Barbara Frittoli (Alice Ford), Inva Mula (Nannetta), Juan Diego Flórez (Fenton), Bernadette Manca de Nissa (Mrs. Quickly), Anna Caterina Antonacci (Meg Page), Ernesto Gavazzi (Dr. Cajus) e.a. met het Ensemble van La Scala, Milaan o.l.v. Riccardo Muti. Regie Ruggero Cappuccio. TDK DV-OPFAL (118’, 16:9, geluid 2.0 en 5.1, regio 0). 2001
Opnieuw in samenwerking met librettist Boito koos Verdi nogmaals een stuk van Shakespeare om na Otello een laatste meesterwerk tot stand te brengen. Het gaat om een mirakel van een handig en met economische middelen in elkaar gestoken komedie met een vlotte handeling en vele tot een fraai geheel verwoven melodieën in een doorgecomponeerde opera uit 1893 toen de componist tachtig was. Falstaff vertoont de humor en de joie de vivre van een werk dat werd geschreven door een veel jonger iemand. Boito en Verdi concentreerden zich vooral op de Falstaff uit The merry wives of Windsor en de vergeefse pogingen van de dikke ridder om Alice Ford en Meg Page met onherroepelijk slechte afloop tegelijk te verleiden.
Deze Falstaff bezit een even volmaakte vorm als Otello, maar had niet direct succes; terwijl na de première van Otello het volk spontaan de straat opging om de componist toe te juichen, werd Falstaff meer met groot respect dan met uitbundige vreugde ontvangen. Pas dankzij de inzet van Arturo Toscanini die het werk waar hij maar kon dirigeerde, raakte het stuk populair.
Van de zeven in principe nog beschikbare beeldopnamen – die van Pritchard (Primetime SLL 7014 en de Weense van Solti op Decca 071-403-3, beide op vhs zijn officieel niet meer leverbaar – zijn er twee (Karajan en Levine) alleen gehandicapt op band verkrijgbaar. Die opname van een lenig dirigerende Pritchard kon pronken met de regie van Jean-Pierre Ponnelle, maar de opnamekwaliteit was pover en Solti, die in Wenen met de altijd interessante Götz Friedrich samenwerkte (die hier de handeling met dubieuze gevolgen geheel in de open lucht liet plaatsvinden), kent het bezwaar van een lipgesynchroniseerde verfilming met een weinig bevredigende bezetting waarin de Fenton van Max-René Cosotti het meeste uitblinkt.
Een opname die beslist vermeden moet worden, is die van Levine uit New York (1993) ondanks de veelbelovende regie van Zeffirelli (oorspronkelijk uit 1965): een zwakke stoeipartij, vrij beroerd gezongen en veel te zwaarwichtig, zonder sprankeling gedirigeerd. De Salzburgse versie van Karajan/Karajan uit 1982 heeft een sterke bezetting en is een verfilmd facsimile van de cd opname onder hetzelfde Sonynummer, maar de regie overtuigt slechts matig en beeld + geluidskwaliteit laten zeer te wensen over.
Ook de ArtHaus opname van een opvoering tijdens het Aix-en-Provence festival 2001 moet men liever na één kijkbeurt links laten liggen. Het gaat hier om een geheel niet geslaagde poging tot actualisering en deconstructie. Herbert Wernicke verplaatste de handeling naar de Verenigde Staten anno circa 1910 en de daar toen heersende spanningen tussen zwarten en blanken. Het heeft alles niets meer met Verdi en Falstaff te maken. Willard White, zelf zwart, probeert ervan te maken wat ervan te maken valt, maar het is vergeefse moeite. Afgezien van hem bevalt alleen Miah Person als voorbeeldige Nannetta. De rest van de bezetting ageert saai, onervaren en zingt hooguit matig en de dirigent is nauwelijks beter. Waarom wordt zo’n wanproduct nog uitgebracht?
Bij Carlo Maria Giulini en Ronald Eyre staan voortdurend de muzikale waarden van het werk voorop wat wel enigszins ten koste gaat van de komische aspecten. Dat was heel goed te beluisteren in de cd opname (DG 410.503-2), maar nu wordt het ook zichtbaar. De resultaten zijn heel wisselend. Renato Bruson bijvoorbeeld klinkt heel indrukwekkend als Falstaff (begin 3e akte!), maar is een vrij pover komisch acteur. Omgekeerd is de Ford van Leo Nucci op het toneel geweldig, maar klinkt hij dunnetjes. Katia Ricciarelli is een bevredigende, niet geweldige Alice (ze zingt niet steeds zuiver), maar Barbara Hendricks is een droom van een Nannetta. Verder is sprake van een over de hele linie grote overtuigingskracht.
Bernard Haitink dirigeerde in 1999 in Graham Vicks nogal provocerende, frenetieke, tot overdreven activiteiten leidende, al te komische en dus op de grens van irritatie opwekkende regie een mooie lyrische opvoering in Covent Garden met Bryn Terfel in de titelrol. De aankleding in Tudor stijl in het al te fel, agressief in primaire tinten gekleurde speelgoed stad in vals perspectief decor van Paul Brown en met kostuums uit die tijd is wel mooi. Storend is dat deze zanger een letterlijk (in Vicks plompe, vrij vleselijke visie) en figuurlijk meer dan levensgrote, al te bewuste maar wel heel gedetailleerd gezongen Falstaff vertolkt, inclusief het nodige op het groteske af overacteren. In Vicks orgie van hyperactiviteit gedragen de overige zangers zich bewonderenswaardig. De geestige, op en top Italiaanse Barbara Frittoli is een kostelijke Alice, Diana Montague is een dito Meg en Bernadette Manca de Nissa als Quickly. Als Nanetta zingt Désiree Rancatore, een onbekende, kennelijk nieuwe sopraan verrassend subtiel en stijlvol, wat ook geldt voor de Fenton van Kenneth Tarver. Wat teleurstellend is de eenkleurige, vrij zwak acterende Roberto Frontali als Ford.
Het heeft zeker niet ontbroken aan dvd-v opnamen van Verdi’s laatste opera, aan goede en minder gelukkige. Maar die van Muti heeft iets speciaals: hij werd in het intieme theater van Verdi’s geboorteplaats Busseto gemaakt ter herdenking van het eeuwfeest van zijn overlijden. Het is een getrouwe replica van de opvoering die Toscanini in 1913 dirigeerde. Het toneel is aan de kleine kant en de aankleding mag wat gedateerd aandoen, maar het heeft alles wel sfeer, stijl en karakter, het past. Wat we hier in de voortreffelijke regie van Ruggero Cappuccio te zien en van de even voortreffelijke bezetting te horen krijgen, is een Verdi puur: innemend, ongeforceerd, natuurlijk en duidelijk veel plezier uitstralend.
Ook de vertolking is onopgesmukt, ongeforceerd, heel natuurlijk en alle deelnemers stralen plezier in het werk uit. Het is een verademing hier geen gewilde would-be effecten voorgeschoteld te krijgen. Mooi ook zoals van een ensemble opera sprake is en niet van een sterbezetting waarin sommigen zich zo nodig willen profileren (Terfel bij Haitink op BBC Opus Arte OA 0812D!). De toen 31-jarige Maestri is de personificatie van een zeer geloofwaardige dikbuikige, maar mentaal jonge en narcistische titelfiguur en hij is omgeven door een voortreffelijke groepje jonge weeuwtjes dat op video zijn evenknie niet kent: de leuk intrigerende Frittoli als Alice, Antonacci als geestige Meg en Di Nissa als pittige Mrs. Quickly.Roberto Frontali als Ford is een goede en geloofwaardige opponent van Falstaff. Een mooie karakterrol. Juan Diego Flórez en Inva Mula vormen een perfect jong liefdespaar en de comprimario's ageren heel spits.
Muti, soms nogal opjutterrig, is hier beter dan verwacht; hij streeft naar exactheid, maar zorgt ook voor ontspanning.
Uit Aix stamt de opname van de van origine Brusselse voorstelling die door Pasqual werd geregisseerd en door Cambreling gedirigeerd. Als om de keus nog moeilijker te maken speelt deze versie ook mee in de eredivisie. Meteen de in milde tinten gehouden, vrij traditioneel ogende, tamelijk minimalistische decors van Fabia Puigserver stemmen aangenaam en de regie van Pasqual is een en al natuurlijkheid. In 1987 verkeerde Van Dam op de toppen van zijn kunnen en hij maakt acterend en zingend een prachtig portret van de slimme, flirtende titelrol. Hij behoort tot de besten in deze rol en laat in vergelijking een Terfel volkomen afgaan. Gelukkig staan de andere rollen op vrijwel even hoog niveau, te beginnen met de spirituele Alice van Madra en de voortreffelijke, haast boven zichzelf uitstijgende Meg van Pecchioli. Geestig en ondeugend is de Quickly van Budai en vol jaloezie de Ford van Stone. De kleinere rollen zijn ook uitstekend bezet en eigenlijk alleen de gelieven hadden wat treffender kunnen zijn.
Geen wonder dat dit naast de Bussetto opname van Muti de eerste keus vormt. De roemruchte Covent Garden productie uit 1982 onder Giulini met Bruson, Nucci, Ricciarelli, Hendricks, Valentini-Terrani e.a. die helaas alleen op tape voorhanden is zou eindelijk ook eens in het nieuwe formaat moeten verschijnen. Weliswaar heeft ook de in Salzburg, eveneens in 1982 geregistreerde vertoning onder Karajan (Sony SDV48422) positieve facetten in de gedaante van Christa Ludwig als geweldige Mrs. Quickly en Giuseppe Taddei als dito Falstaff, maar Raina Kabaivanska stelt teleur als Alice en Karajan is minder precies en flitsend als in zijn eerdere, pure audio opnamen. Nogmaals: het eindoordeel ligt voor de hand: probeer vooral de TDK- en Warner uitgaven en grijp pas daarna terug op de BBC- en NVC Arts albums.