Verdi: La forza del destino. Galina Gorchakova (Leonora), Nikolai Putilin (Don Carlo), Gegam Grigorian (Don Alvaro), Marianna Tarasova (Preciosilla) e.a. met het Ensemble van het Kirov Theater, Sint Petersburg o.l.v. Valery Gergiev. Regie Eliah Moshinsky. ArtHaus 100.078 (160’, 16:9, geluid 2.0, regio 2 en 5). 1998
Verdi: La forza del destino. Leontyne Price (Leonora), Giuseppe Giacomini (Don Carlo), Leo Nucci (Don Alvaro)i, Bonaldo Giaiotti (padre gurardino), Isola Jones (Preziosilla), Enrico Fissore (Fra melitone), Richard Vernon (Trabuco) e.a. met het Ensemble van de Metropolitan Opera, New York o.l.v. James Levine. Regie: John Dexter. DG 072-427-3 (vhs). 1984
Verdi: La forza del destino. Renata Tebaldi (Leonora), Franco Corelli (Don Alvaro), Ettore Bastianini (Don Carlo), Boris Christoff (padre guardiano), Oralia Dominguez (Preziosilla), Renato Capecchi (Fra Melitone) e.a. met het Ensemble van de San Carlo Opera, Napels o.l.v. Francisco Molinari-Pradelli. Hardy Classic video HCD 4002 (173’, 4:3, geluid 2.0, regio 0). 1958
La forza del destino (De macht van het noodlot) is weer zo’n turbulent familiedrama van Verdi. Zoals de titel suggereert spelen het toeval en het noodlot een belangrijke rol in dit werk. De hoofdfiguur, Don Carlo, doorkruist land na land om Don Alvaro op te sporen die er met zijn zuster, Leonore, vandoor is en die per ongeluk hun vader heeft gedood. Zonder het te beseffen raakt hij bevriend met de gezochte, wat natuurlijk calamiteiten alom veroorzaakt. Leonora wordt door Carlo gedood wegens haar liefde voor de halfbloed Don Alvaro die per ongeluk haar vader heeft gedood. Alvaro die door Carlo tot een duel wordt uitgedaagd, doodt Carlo die als hij ter aarde stort op zijn beurt Leonora doodt.
Tijdens hun toch naar deze killing fields en de bloederige ontknoping krijgen de hoofdrolvertolkers allerlei soli en duetten met nobele en ontroerende inslag te zingen. De opera werd in 1862 in opdracht van Sint Petersburg geschreven, maar zeven jaar later herzag Verdi het slot en andere passages voor een uitvoering in Milaan; het is haast vanzelfsprekend die wat minder sombere versie die tegenwoordig ten gehore wordt gebracht en alleen Gergiev keerde – begrijpelijk en interessant genoeg – terug tot het origineel.
De over een langere periode verspreide handeling verleent het werk een wat onsamenhangend karakter en hoewel Verdi’s gebruik van telkens terugkerende motieven (zoals de noodlotsthema’s meteen uit de ouverture) iets van die verbanden trachten te herstellen, ontstaat niet zo’n coherent geheel als Wagner dat met zijn Leitmotive wist te bereiken. Maar het gaat wel om een interessant experiment in een doorgecomponeerde opera. Dit is niet het meest voor de hand liggende werk om Verdi’s operawereld te verkennen, maar de gedurfdheid ervan is heel lonend voor nadere kennismaking.
Van de drie beschikbare beeldopnamen valt de louter op vhs tape leverbare Amerikaanse opname bij eerste selectie al af. Het historische Hardy curiosum uit 1958 is vooral (uitsluitend?) interessant voor operaliefhebbers die open oog en oor hebben voor het verleden. Het beeld is in matig zwart/wit, de mono geluidskwaliteit is zeer low fi, de regie en aankleding doen ouderwets aan. Maar de opvoering is fascinerend met de best beschikbare krachten uit die tijd. Leonora was een van Renata Tebaldi’s beste rollen en zelden zal ze zo fraai en welsprekend hebben gezongen. Naast haar de onvergelijkelijke Franco Corelli die hier voor het eerst Don Alvaro zong: briljant, opwindend en ook wat klaaglijk van toon. Ook hij was hier op zijn best, vooral met zijn toen nog prachtige hoogste register. Als zijn grote antagonist Don Carlo zingt Ettore Bastianini met waarachtig Verdiaans élan, weliswaar niet erg subtiel, maar wel met het vereiste wraakzuchtige machokarakter.
Alsof dat niet genoeg was, traden ook Boris Christoff – toen ook op de piek van zijn kunnen – op als waardige Padre Guardiano en Renato Cappecchi als perfecte, komische Fra Melitone op. De Preziosilla van Oralia Dominguez valt hierbij vergeleken wat terug omdat haar hoogste register onvoldoende is opgewassen tegen de zware eisen; de kleinere rollen zijn goed bezet. Voor de dvd-v versie werd gebruik gemaakt van de best denkbare kopie van de originele master van de RAI.
En dan is daar die verrassende Russische opname van de oerversie uit 1862. Kan zijn dat o.a. Julian Budden gelijk heeft met de bewering dat “er geen wijziging van het origineel is die geen verbetering is in de latere versie”, maar het is toch prachtig dat Verdi’s oorspronkelijke ideeën nu ook te zien en te horen zijn. En hoe! Dat was al bekend van de cd versie (Philips 446.951-2, 3 cd’s), maar hier kan men het nog beter ondergaan in een visueel dankzij regisseur Elijah Moshinsky en viideoregisseur Brian Large pakkende visuele presentatie, heel evocatief dankzij de crew van het Kirov theater en – misschien wel het belangrijkst van al – geheel getrouw aan de ideeën van de componist, overtuigend en oprecht. Het werk wordt geen enkel geweld aangedaan en dat is een uitzondering in het tegenwoordige regietheater.
Gergiev vervult maat na maat met leven en houdt de teugels bij dit licht meanderende werk stevig in handen. De hoofdrolvertolkers mogen er wezen” Galina Gorchakova als volbloedige, emotioneel geëngageerde, fraai acterende Leonore met alleen hier en daar een scherp randje aan haar hoogste tonen, Gegam Grigorian geweldige stentorstem als Alvaro (hij ziet er hooguit ietsje te oud uit) in een geslaagde karakterstudie, Nikolai Putilin als de vleesgeworden engel der wrake, hooguit wat on-Verdiaans in ‘Urna fatale’. Marianna Tarasova oogt en klinkt als een ware Preziosilla (en overtreft zelfs Borodina op de cd’s) en de kleinere rollen zijn ook alle behoorlijk bezet: Aleksashin als Padre Guardiano wat overtuigender dan Kit op cd. Gelukkig is ook de kwaliteit van beeld en geluid heel behoorlijk. Het zal duidelijk zijn: dit is vooreerst de beste dvd-v uitgave.