DVD Recensies

VERDI: ERNANI

Verdi: Ernani. Marco Berti (t), Susan Neves (s), Carlo Guelfi (b), Giacomo Prestia (bs), Nicoletta Zanini (s), Samuele Simoncini (t) en Alessandro Svab (bs) met het Ensemble van het Teatro regio di Parma o.l.v. Antonelli Allemandi. C Major 720.808 (dvd, 1u. 10’ muziek, 10’ bonus). 2005

 

Even terug naar het Spanje uit het begin van de zestiende eeuw waar Victor Hugo zijn drama Hernani situeerde. Ernani, ofwel Jan van Aragon is een bandiet geworden en zijn vader, de hertog van Sevilla is in opdracht van de vader van Don Carlos, de koning van Castilië gedood Jan heeft zijn toevlucht gezocht in de bergen van Aragon waar hij onder de naam Ernani leider is geworden van een bende bandieten; hij is verliefd op Donna Elvira, een bloedverwante van de oude Don Ruy Gomez di Silva, een Spaanse edelman waarmee ze zou worden verenigd. Maar ook Don Carlos, de latere Keizer Karel V is hevig verliefd op Elvira.

Conflictstof genoeg voor een opera (uit 1844) op libretto van Verdi’s getrouwe Piave  die een paar uur lang spanning biedt.

Ernani behoort tot de minder opgevoerde opera’s van Verdi, het waarom is niet bekend, maar des te belangrijker is dat Italiaanse theaters als eersten zich over het werk ontfermen.

In Parma gebeurde dat met een stel goed toegeruste lokale krachten in de regie en de aankleding van Pier’Alli die de handeling gelukkig passend in zijn tijd laat gebeuren.

Alle vier de hoofdrolvertolkers  beschikken niet alleen over goede, krachtige stemmen, ze voelen zich ook thuis in de gevraagd Verdistijl. 

Het gaat hier om een van Verdi’s eerste successen waarin ruige ritmen zijn gecontrasteerd met brede, lyrische frasen. Mooie ensembles spelen een grote rol.

Als Elvira beschikt Susan Neves over de verlangde spinto stem, die ze al meteen in het begin in haar zware aria en cabaletta Ernani, Ernani’ kan ontplooien. Ook in het slottrio schittert ze weer in ‘Il riso del tuo volto fa ch’io veda’. In de titelrol toont Marco Berti dat hij over meer beschikt dan over een stentor tenor, zoals in een kort moment van betrekkelijke rust in de tweede akte.

Verdi gaf de bariton, Don Carlo, de stevigste muziek. Carlo Guelfi maakt daar dankbaar gebruik van en vult de rol naar behoren in, luister maar hoe hij  in de derde akte ‘O sommo Carlo’ voordraagt; in ‘Tutto ora tace d’intorno’ toont hij pathos en in het trio domineert hij. Kortom: hij is zowel dramatisch als vocaal erg de moeite.

Als de oude Silva is Giacomo Prestia imposant en nobel, getuige ‘Ah, io l’amo’.

Dirigent Allemandi weet goed wanneer hij zijn zangers vrij moet laten om te ademen en wanneer hij druk moet uitoefenen. Ook het koor schittert op specifiek Italiaanse manier en de opname herschept buitengewoon mooi de sfeer van een ware opvoering Dat is toch even anders dan bij een kille (audio) studio-opname als op cd van Muti (EMI 381.884-2).