Fonografie Muziek

TOLSTOJS ROMAN OORLOG EN VREDE EN DE MUZIKALE GEVOLGEN

TOLSTOJS ROMAN OORLOG EN VREDE IN BEELD EN MUZIEK

 Het boek

Een bekentenis: als puber die geacht werd terwille van zijn algemene ontwikkeling grondig kennis te nemen van Tolstojs roman Wojna i mir in een Nederlandse vertaling, ben ik na ruim honderd bladzijden afgehaakt, overdonderd en in de war door honderden nog onduidelijke figuren van de vijf families met hun aanhang uit die wijdlopige roman die voor ongeduldige lezers van nu, denkend in termen van novelles en korte verhalen c.q. tv series van vijftig minuten helemaal onverteerbaar lijkt. Buiten kijf is dat de van magistraal objectiverend realisme getuigenis afleggende roman over de Napoleontische oorlog van 1812 waaraan Tolstoj van 1864 tot 1869 werkte een meesterwerk is, dus een hernieuwde poging was haast geboden.

Beschikkend over meer tijd en geduld heb ik dus onlangs een nieuwe aanval op het werk geopend en de prachtige recente uitgave in 2 delen (in cassette) gelezen. Die nu echt volledige vertaling heeft bijvoorbeeld door toevoeging van kaartjes waarop de belangrijkste beschreven veldslagen tussen de Franse en de Russische legers (soms geflankeerd of gehinderd door Duitse en Oostenrijkse) zich hebben afgespeeld overzichtelijk in beeld gebracht.

Nuttig is ook de beschrijvende inhoudsopgave die men steeds weer kan raadplegen met zijn list van de belangrijkste personen en personages, historisch en fictief. Zo is ook de historische realiteit van de Napoleontische campagnes van 1805 en 1812 – de door Tolstoj beschreven periode met een nabeschouwing uit 1819 - plus de veldslagen bij Austerlitz en Borodino als bladwijzer bij de kaarten achterin goed te volgen.

Lof ook voor de voortreffelijke vertaling. De in 2005 verschenen, kortere vertaling is hiermee in alle opzichten overtroffen en de nieuwe versie heeft nu een geboeide oudere lezer, bezig met een inhaalslag, gewonnen. Dit inspireert tot een vluchtige nadere beschouwing van films en muziek die ontstonden naar aanleiding van Oorlog en vrede.

 

De films

De lange Amerikaanse, in Italië tot stand gebrachte verfilming onder regie van Vidor uit 1956 maakte Tolstojs roman wel letterlijk wat inzichtelijker, maar leed misschien mede daardoor erg aan simplificatie De met sterren beladen rolbezetting en de spectaculaire oorlogsscènes maken het onhandige scenario niet goed, nog afgezien van enkele volstrekt verkeerde mensen in sommige rollen. Een filmepos dat de tand des tijds slecht weerstond. Wat ik me vooral van deze film herinner, zijn de Leitmotive  die componist Nino Rota  de dramatis personae meegaf. Daarvan is in de concertsuite op cd niet veel van terug te vinden.

De overduidelijk in Sovjet tijden gemaakte Russische film uit 1964 betreft een gigantisch project waarin op minutieuze wijze vooral heel vaderlandslievend de veldslagen van de Russen tegen de Fransen in beeld zijn gebracht. Een echte bruisende oorlogsfilm die echter dankzij de bewerkelijke, glijdende camerabewegingen boven het niveau van het genre verheven is en daarom terecht in 1965 een Oscar kreeg voor de beste niet-Engelstalige film. De als acteur begonnen regisseur Bondartsjek speelt de rol van Pierre. Jammer dat de persoonlijke lotgevallen zo ondergeschikt zijn gemaakt aan die van de nationale strijd.

De Duitse film Krieg und Frieden van Alexander Kluge uit 1983 heeft nauwelijks met de roman van Tolstoj te maken, maar was een pamflettische aanklacht tegen de plaatsing van kruisraketten in Europa. Hij bestaat uit een collage van documentaire beelden, gedramatiseerde scènes en verbindende teksten. Het geheel doet zeer achterhaald en irritant aan.

 

TV series

Ooit in de jaren zestig vorige eeuw heeft in Engeland Silvio Narizzano een 150 minuten durende tv-film over Oorlog en vrede gemaakt die veel beter moet zijn geweest dan de twintigdelige mini-tv reeks van Howard Davies uit 1972; Jack Pulman had het boek hiervoor verwerkt. Die serie was gewoonweg te lang waardoor geen schot in het verhaal zat.

  

De opera

Met een Wagneriaanse of Stockhauseniaanse lengte van ruim vier uur in zijn volledige vorm, met 72 figuren en 13 scènewisselingen in twee enorme delen is het geen wonder dat Prokofjevs op Tolstojs beroemde epische roman gebaseerde opera zou weinig opvoeringen beleefde en beleeft (in natura en op cd en dvd). Van dat dertiental scènes zijn de eerste gewijd aan vrede met een lyrische Tsjajkovski inslag en de laatste zes aan oorlog met een grandeur à la Moesorgski. Laatstgenoemd gedeelte – men kan het betreuren – is het substantieelst, zeker wanneer het werk volledig wordt uitgevoerd. Dan wordt in ’s componisten ambitieuze partituur uitzicht gegeven op een verreikend panorama van de verwoestende kracht van de oorlog. Maar ook hier heeft elk tafereel van het werk zijn eigen passende muziek: romantisch in het eerste deel, bruut en vaak tragisch in het tweede.

Ondanks alle handicaps wordt gelukkig toch wel met regelmaat aandacht besteed aan het grootse werk dat gebaat is met een behoorlijk stel rolverwisselingen en dan nog zo’n 45 solistische zangers verlangt. Op cd zijn die verdubbelingen makkelijker realiseerbaar, maar welk theater heeft zo’n duur, groot ensemble?

Wie grondig te werk wil gaan waar het de beroemde opera van Prokofiev betreft, moet eerst het nodige huiswerk doen om een goed inzicht te krijgen in de verschillende versies. Dat de componist daar zo druk mee was, is niet verwonderlijk: hij moest proberen het werk heelhuids door de Sovjet censuur te loodsen.

Een ‘definitieve’, geautoriseerde schijnt er al met al niet te zijn. Omdat de ouverture een vrij lam stuk is, laat men menige opvoering beginnen met het granieten grafschrift; hoe om te gaan met de legerkoren (in het ergste geval vrouwenpelotons uit het Rode leger) is een andere vraag. Maar het gaat wel om Prokofjevs laatste en in menig opzicht beste opera die hij in 1941 tijdens de Tweede Wereldoorlog dus schreef en die in 1946 in première ging.

Het is eigenlijk een wonder dat het de componist lukte om vrijwel elk aspect van het uitgebreide relaas belicht in de uitgekozen taferelen. De privé- en publieke lotgevallen worden afgeschilderd tegen de achtergrond van dreiging en oorlog. Verder is hij in staat om duidelijk getekende portretten te leveren van Pierre, Koeragin, Natasja, Koetoesov en Napoleon.

Uit de ongewoon grote verschillen in uitvoeringsduur blijkt duidelijk hoe in veel opnamen coupures zijn aangebracht.

 

Opnamehistorisch gezien dateert de eerste volledige opname (van Melodia) uit 1961; deze is gebaseerd op voorstellingen die sinds 1959 in het Bolsjoj theater werden gegeven en die geheel in lijn met de toenmalige Sovjet tijdgeest het patriottische, oorlogszuchtige gehalte boven het persoonlijke, vreedzame stelde. In dat scenario speelt Koetoesov de centrale rol en treedt Pjotr Bezoekov helaas te zeer op de achtergrond. Prokofjev moet beter begrepen hebben welke plaats Tolstoj hem gaf. Helaas is deze uitgave daardoor meer een historisch waardevol curiosum dan eentje die recht doet aan het werk.

Maar er zijn zuiver muzikale compensaties: Visjnevskaja mag dan misschien niet de kwetsbaarste, allergevoeligste Natasja zijn, ze zingt wel prachtig. Jevgeni Kibalko als Andrej, Alexander Vedernikov als de oude prins Bolkonski en het fraaie contrast van een opvallend tenorale Napoleon (Pavel Lisitsian) met de ruige, baritonale Koetoesov (Alexej Krivtsjenko) vormen fraaie aspecten van deze uitvoering en Melik-Pasjajef stuurt het geheel met vaste hand. De opnamekwaliteit is natuurlijk niet geweldig, maar gelukkig wel helder.

1986 was een goed jaar voor deze opera want kort na elkaar verschenen opnamen uit Sofia en Parijs. Die uit Sofia (Fidelio, oorspronkelijk Balkanton) is al lang niet meer verkrijgbaar zodat het niet loont er veel aandacht aan te besteden. Anders is het met de door Warner heruitgegeven Parijse opname. Rostropovitsj die als jongeman Prokofjev kende en die de opera in 1970 voor het eerst dirigeerde, biedt het volledige werk. Aan zijn toewijding en inzet hoeft niet te worden getwijfeld, maar hij veroorlooft zich wel de nodige vrijheden. Ochmann is een passend romantische Pierre, Miller een vurige Andrej, Gjoeselev een magistrale Koetoesov. Gedda levert een onthutsende karakterschets van een decadente Anatoli en Toczyska klinkt sensueel als zijn corrupte zus Helena. Maar vijfentwintig jaar na haar Moskouse opname heeft de toon van Visjnevskaja helaas veel aan glans ingeboet; haar stem klinkt nogal kaal en scherp. Bij nader inzien en naar huidige normen draagt de hele bezetting trouwens een nogal geriatrisch stempel.

 

De opvoering in het Marijinski theater in St. Petersburg (1991) waarvan Philips meteen een ‘live’ beeld en geluidsregistratie maakte, woonde uw scribent bij, wat mogelijk tot een zeker vooroordeel aanleiding kan zijn (zie artikel Kirov goes West). Hij schrapte de ongeïnspireerde ouverture niet maar wel brokken uit de (vijfde) scène van Anatoli Koeragins complotteren en laste de grafspreuk van het koor in na de grote aria van Koetoesov en voor de brand van Moskou. Het tiende tafereel bevat veertig procent meer muziek dan gewoonlijk waar Koetoezov de te volgen tactiek met zijn generaals bespreekt.

Gergiev houdt de vaart in de handeling, maar gaat daarbij niet steeds heel flexibel te werk. Het aandeel van koor en orkest is prachtig. Prokina is een geloofwaardige, heel geëngageerde Natasja, Borodina een nog fraaier Helena. Bij de mannenrollen overtuigen gelukkig vooral Gregorian (Pierre), Ochotnikov (Koetoesov) en Gerelo (Napoleon).

In zijn tijdens het Spoleto festival 1999 opgenomen opvoering ontpopt Hickox zich als een soort mini Rostropovitsj. Met hem deelt hij zijn voorkeur voor vrij trage tempi en subjectieve vormgeving. Zijn orkest is niet geweldig en het feit dat de bezetting een behoorlijk aantal niet-Russen bevat is ook niet van voordeel. De geslaagde Napoleon van Alan Opie geeft zo makkelijk het nakijken aan de ondermaatse Koetoesov van Ewing. Williams (Bolkonski), Lavender (Pierre) en Stephen (Sonja) kunnen ermee door, maar Morozova is dan weer een metalig en zwak klinkende Natasja naast een imposante Ionova (Hélène). Als geheel slaagde het vredesgedeelte derhalve beter dan het oorlogsgedeelte.

Komen we tot slot aan de dvd opnamen.

De muzikale kwaliteiten van de Philipsopname kwamen hierboven al aan de orde. De verfilming draagt een duidelijk reportagekarakter, de camera’s gunnen ook blikken in de orkestbak maar volgen de handeling goed. Een fraai moment is natuurlijk wanneer Napoleon op een echt paard verschijnt.

Maar ook hier geldt: het overtreffende is beter dan het goede. De Parijse productie van regisseusse Francesca Zambello ter viering van het millennium in de Opéra wint het op punten van Graham Vick. Meteen Goerjakova is heel overtuigend, zowel als 15-jarig verliefd meiske als in de persoon van troosteres op het slagveld. Met haar volle mezzo is Zaremba een goede Helena en bij de dames stelt alleen de nogal afgezongen Obrastsova als Maria teleur. Temidden der Russische stemmen met echt geweldige helden als Kotsjerga (Koetoesov) en Gerelo opnieuw (Napoleon) weren Brubaker (Pierre) en Gunn (prins Andrej) zich kranig. Het koor is goed, maar niet optimaal geïntegreerd; Bertini en het orkest echter overladen zich hier met roem. Ook op de kostuums, de decors en de choreografie valt weinig aan te merken al hebben die in het Marijinski theater natuurlijk toch iets extra speciaals en authentieks. De TDK opname biedt nog ruimte aan tachtig minuten extra’s, in dit geval aan een documentaire over de achtergronden bij deze productie, maar niet die van de opera zelf.

 

Boek

Oorlog en vrede. Vertaald uit het Russisch door Yolanda Bloemen en Marja Wiebes. Van Oorschot. (1066 pagina’s, ISBN 90 282 4046 2) 2006-10-19

 

Film

War and peace. Regie: King Vidor. Met Audrey Hepburn, Henry Fonda, Mel Ferrer, Vittorio Gassman, John Mils, Herbert Lom, Oscar Homolka, Anita Ekberg, Mai Britt e.a. (V.S., 208’) 1956Wojna I mir. Regie: Sergei Bondartsjoek. Met Ludmilla Savelijeva, Vjaseslav Tigonov, Victor Stanitsin, Sergei Bondartsjoek, Irina Goebanova, Hira Ivanof-Golofko e.a. (Sovjet Unie, 373’). 1964

Krieg und Frieden. Regie Alexander Kluge. Met Volker Schlöndorff, Stefan Aust, Axel Engstfeld, Jürgen Prochnow e.a. (Duitsland, 123’). 1983

 Soundtrack film

Rota: 4-delige concertsuite uit War and peace. Filharmonisch orkest Monte Carlo o.l.v. Gianluigi Gelmetti. EMI 754.528-2, 574.987-2.

 TV serieRegie: John Howard Davies. Met Morag Hood, Alan Dobie, Anthony Hopkins, Anthony Jacobs, Rupert Davies, David Swift, Faith Brook, Angela Down e.a. (Engeland, 900’) 1972 Opera van Prokofjev (cd)Jevgeni Kibkalo, Galina Visjnevskaja, Valentina Klepatskaja, Kira Leonova, Nikolai Sjelgolkov, Vladimir Petrov, Irina Archipova, Alexei Masselnikov, Georgi Pankof e.a. met het Ensemble van het Bolsjoj theater Moskou o.l.v. Alexander Melik-Pasjajef. Melodiya 74321-29350-2 (3 cd’s, 186’). 1961Ljoebomir Videnov, Roemiana Bareva, Veneta Radoeva, Hristina Angelakova, Lidija Gosjeva, Peter Petrov, Petko Marinov, Stefka Mineva, Konstantin Jankov e.a. met het Ensemble van de Nationale Opera Sofia o.l.v. Roeslan Raichef. Fidelio 8801/3 (3 cd’s, 199’47”) 1986Galina Visjnevskaja, Lajos Miller, Wieslaw Ochman, Nicolai Gedda, Nicol Gjoeselev, Katherine Cisinski, Mariana Paunova, Stefania Toczyska, Michel Sénéchal e.a. met koor van Radio France en Orchestre national de France o.l.v. Mstsislav Rostropovitsj. Erato 2292-45331-2, Warner 0927-24638-2 (4 cd’s, 240’05”). 1986Alexandr Gergalov, Jelena Prokina, Gegam Gregoriam, Olga Borodina, Joeri Maroesin, Nikolai Okhotnikov, Vasilly Gerelo, Irina Bogatsjova, Alkexandr Morozov e.a. met het Ensemble van het Kirov theater St. Petersburg o.l.v. Valery Gergiev. Philips 434.097-2 (3 cd’s, 230’56”). 1991Ekaterina Morozova, Justin Lavender, Oleg Balasjov, Roderick Williams, Pamela Helen Stephen, Igor Matioekin, Elena Ionova, Alan Ewing e.a. met de Russische Staatssymfonische kapel en het Spoleto festival orkest o.l.v. Richard Hickox. Chandos CHAN 9855 (4 cd’s, 232’). 1999 Opera van Prokofjev (dvd)Alexandr Gergalof, Jelena Prokina, Gegam Gregoriam, Olga Borodina, Joeri Maroesin, Nikolai Okhotnikof, Vasilly Gerelo, Irina Bogatsjova, Alkexandr Morozov e.a. met het Ensemble van het Kirov theater St. Petersburg o.l.v. Valery Gergiev. ArtHaus 100.370 (2 dvd’s, 248’). 1991Alexandr Morozov, Elena Obratsova, Elena Zaremba, Leonid Zimnenko, Mikhail Kit, Stefan Margita, Nathan Gunn, Vassily Gerelo, Olga Goeriakova, Margarita Mamsirova, Robert Brubaker e.a. met het Ensemble van de Opéra national, Parijs o.l.v. Gary Bertini. TDK DV-OPWP (2 dvd’s, 289’). 2000