Fonografie Muziek

TWIJFELACHTIGE RADIOGENOEGENS

TWIJFELACHTIGE RADIOGENOEGENS

 

Atypisch als ik toch al ben met onder andere mijn levenslange uitgesproken muzikale sym- en antipathieën (alleen ‘klassiek’, nooit ‘pop’) moet ik ook nog bekennen dat ik sinds het verscheiden van mijn maandblad Disk vrijwel geheelonthouder op radiogebied was.

Voordien luisterde ik veel via een hoogwaardige Revox tuner en gebruikte een 14-elements FM antenne hoog op het dak om praktische luisterproeven te doen met ter test gevraagde of aangeboden tuners. De kabelaansluiting werd alleen voor TV ontvangst gebruikt. De bij stormweer gierende antenne is al lang gesloopt, gebleven zijn alleen de Onkies T-9090 II tuner is de huiskamer en de Kernwoord KT-1100 in de werkkamer. Waarlijk qua gevoeligheid en selectiviteit niet de geringste.

Een incidentele poging om toch weer radio te luisteren werd meestal snel in de kiem gesmoord: de muziek was steeds overdekt met een forse ruissluier. Geprivilegieerd met een behoorde cd verzameling had ik die radio gelukkig ook niet nodig; die cd’s bieden me op elk moment van de dag precies dat waar ik behoefte aan heb.

Sinds tien dagen is de gemeente waarin ik toef overgestapt van galvanische- naar glasvezel verbindingen. Nog niet tot in het wandcontact, maar slechts tot de hoofd schakel- en verdeelkasten. Bij tv ontvangst lijkt dat tot een marginale verbetering van de beeldkwaliteit te leiden, maar dat kan ook suggestie zijn.

Meteen ook van de 32 radiozenders acht stuks opnieuw geprogrammeerd in de Onkyo tuner (de rest is domweg oninteressant voor me) omdat ze op een andere frequentie dan voorheen binnenkomen. Eerste impressie: geen enkele verbetering, de ruissluier is even krachtig. Een antenneversterker helpt intussen behoorlijk tegen dat euvel, maar moet natuurlijk niet nodig zijn. Niettemin slaat de signaalsterktemeter ook dan nog slechts tot halverwege uit. Opvallend is verder dat die acht zenders niet met dezelfde antennespanning arriveren. Een slordige (of helemaal geen) afregeling lijkt de oorzaak.

Afgezien van het resterende spoortje ruis hinderen met regelmaat optredende ‘kliks’ zoals die vroeger aan schakelaars werden toegeschreven. Wat verder opvalt is het pure kwaliteitsverschil tussen die zenders onderling. Over meetapparatuur beschik ik helaas niet meer zodat ik voor mijn waarnemingen op ogen en oren moet vertrouwen. Maar ik kan me nauwelijks vergissen bij de vaststelling dat bijvoorbeeld Radio 4 klinkt naar analogie van Cola light: iel, zonder basfundament en vrijwel zonder behoorlijke dynamiek. De Belgische Radio Klara, WDR 3 en BBC 3 lijden daar niet aan, de klank heeft meer body, diepte en dynamiek. Jaagt Hilversum tegenwoordig alle programma’s, niet alleen Radio 3, door limiters? Geen genoegen al met al. Gek dat de afgelopen twintig jaar blijkbaar meer kwalitatieve achteruitgang dan vooruitgang is geboekt en dat zoals op heel veel andere terreinen van het dagelijks leven kwaliteit en kwantiteit omgekeerd evenredig zijn.. Veel heb ik dus blijkbaar niet gemist en gelukkig zijn die cd’s er als troost. Bovendien betreft dit alleen maar wat technische aspecten; over de programma inhoud hebben we het nog niet eens gehad.                                    J. de K.