Fonografie Muziek

STOCKHAUSEN

KARLHEINZ STOCKHAUSEN (1928 - 2007): GELUIDSDRAGER ALS PARTITUUR 

Karlheinz Stockhausen (1928) behoort nog steeds tot de avant-garde. Zijn werken worden vrijwel uitsluitend in modernistische muziekkringen "live" uitgevoerd. Maar het aantal aan zijn groeiende oeuvre gewijde lp's en cd's is in de loop der jaren constant gegroeid. Bekommerde aanvankelijk vooral DG zich om hem, intussen heeft de compo­nist zelf het initiatief genomen tot een door Stockhausen Verlag in het Duitse Kürten verzorgde Gesamtausgabe. Hoe denkt de componist over geluidsdragers en wat verwacht hij van het medium? Momenteel - we schrijven anno 1969 - zijn ongeveer twintig lp's met werk van u beschikbaar. Wat betekent dit voor u? "De plaat is voor mij vooral belangrijk omdat hij er veel toe bijdraagt, dat een traditie wordt gevormd voor mijn composities. Een plaat met mijn werk, dat in de partituur slechts bij benadering kan worden omschreven, is net zo belangrijk als die partituur zelf. Al mijn werken worden daarom ook pas voor publikatie vrijgegeven nadat ik ze tijdens talloze uitvoeringen en opnames heb goedgekeurd. De partituur mag pas in druk verschijnen nadat de plaat is uitgebracht. Het akoestische voorbeeld is even belangrijk voor mijn composities als het optische voorbeeld van de partituur. Ik eis van de musicus, die een van mijn werken wil spelen, dat hij van tevoren de opname van dat werk beluistert. Met dien verstande, dat ik die bewuste uitvoering zelf heb gespeeld of gedirigeerd. Alleen op die manier ontstaat een idee over de kwaliteit en de soort klankarticulatie." 

Je zou kunnen denken, dat het hier om heel traditionele uitgangspunten gaat: een praktizerende musicus schaft platen aan om de potentieel ideale interpretatie te leren kennen en zijn opvatting daarop te laten aansluiten.

 "Nee, dat klopt niet. Het gaat er veel meer om, dat de gedrukte partituur met zijn verbale en gesymboliseerde aanwijzingen veel open laat. In een van mijn laatste stukken is bijvoorbeeld het instrumentarium niet vastgelegd. Ook geeft de partituur geen uitsluitsel over het soort muziek, dat op grond van mijn instructies moet ontstaan. Daarentegen wordt de muziek de vertolker volkomen duidelijk wanneer hij een opname van het werk in kwestie hoort. Hij wordt ervoor behoed om iets banaals te doen en ervaart de kwaliteit van de muziek op authentieke manier." Vormt zo'n plaat niet een groot compromis bij het realiseren van uw werken? U heeft begrippen als kogelvormige- en ruimtelijke klank in de muziek geïntroduceerd en u heeft die werking vaak bij benadering kunnen realiseren door bijvoorbeeld een rondom opstelling van luidsprekers achter het publiek. U heeft veelkanaals muziek gecompo­neerd, die op een stereoplaat weer tot twee kanalen wordt herleid. "Ik verwacht van geen enkel medium meer dan het in het beste geval te bieden heeft. Maar daarom is de plaat nog geen compromis. Men verwacht van een foto van een kathedraal ook niet, dat het de kathedraal zelf is. De plaat is een hulpmiddel, maar hij is ook slechts een overgangsverschijning bij de communicatiemiddelen. Met de huidige tweekanaals stereofonie kan ik een vierkanaals orkestwerk klankmatig in elk geval zodanig vormgeven, dat men weliswaar alleen in een vlak vòòr zich duidelijk vier geluidsrichtingen waarneemt: links, halflinks, halfrechts en rechts. Men kan dat zelfs uitbreiden tot vijf of zes geluidsbronnen. Vroeger of later komt er trouwens rondom geluid. Dat is slechts een kwestie van de technische en commerciële ontwikkeling." Gelooft u serieus dat de vier- of zeskanaals geluidsweergave straks net zo de huiska­mer zal veroveren als de stereo eind jaren vijftig? "Natuurlijk! De technische vooruitgang valt niet tegen te houden." U beschouwt de plaat als hulpmiddel. Maar kan deze niet ook bij luisteraars, die nauwelijks vertrouwd zijn met uw werken misverstanden wekken? "Dat risico kan nooit helemaal worden uitgesloten. Het mooist zou natuurlijk zijn wanneer die stukken regelmatig in grote zalen werden uitgevoerd. Maar in Hongkong heeft niemand de mogelijkheid om mijn Gruppen für drei Orchester, Carré voor orkest en koren of de Hymnen achtkanaals live te horen. Datzelfde geldt voor de legatieraad in een Afrikaans gehucht. Dus blijft de plaat voor de meesten als enige mogelijkheid om hoe dan ook contact met deze muziek te krijgen." Is het dan niet ook afdoende om uw in stereo opgenomen werken in mono te beluiste­ren? "Nee, want omdat de ruimtelijke klankverdeling in de composities van doorslaggevende betekenis is, moet de plaat worden beluisterd in de vorm waarin hij is opgenomen. Wanneer de toch al begrensde technische standaard nog verder wordt beperkt, verliest men wezenlijke informatie." Op de hoes van Hymnen raadt u het gebruik van acht luidsprekers aan. Is dat een essentiële verbetering ten opzichte van het tweekanaals stereo systeem? "Dat is een verschil van dag en nacht. Zelfs een louter stereofone opname van Hym­nen bereikt bij een cirkelvormige opstelling van vier of acht luidsprekers vrijwel het oorspronkelijk effect van een vierkanaals installatie." Hoe staat het met de verkoopsuccessen van uw platen? Anders geformuleerd: is er sprake van een toenemend aantal luisteraars naar uw muziek? "Van mijn eerste DG lp met Gesang der Jünglinge en Kontakten, die in 1957 uitkwam, namen de verkoopcijfers toe van duizend exemplaren gedurende het eerste half jaar tot tweeduizend over het tweede halfjaar. Na drie jaar stegen de cijfers verder. Ik schat, dat momenteel tien- à twaalfduizend stuks van die plaat per jaar worden verkocht. Van de DG plaat met Gruppen en Carré werden bijvoorbeeld gedurende de eerste twee maanden na publikatie negen duizend exemplaren verkocht. Natuurlijk speelt ook de verkoopprijs een rol. Dat kun je vooral in de V.S. goed merken. Daar worden platen met mijn muziek in massaproductie gemaakt. Je treft ze voor zeven gulden aan in studentenwinkels. In duurdere wijken zijn de evenredig kostbaarder. Een dergelijke, in Amerika heel gangbare vrije prijsstructuur begunstigt de ontwikkeling van oplagen natuurlijk erg." Is ook bekend wat voor soort publiek uw platen koopt? "De meeste kopers van mijn platen wonen in de Verenigde Staten en behoren tot de jongere generatie. Maar daar bestaan zoals gezegd ook andere verkoopmethodes. Al mijn muziek, die buiten het gangbare instrumentale kader valt, dus de elektronische- en de elektronisch-instrumentale muziek, wordt samen met de popmuziek verkocht." Hoe is de situatie op de Europese markt? "In Frankrijk en Engeland worden de meeste kopers aangetroffen; in Italië zijn er ongeveer even veel als in de Bondsrepubliek. Goede verkoopresultaten worden ook in Nederland en de Scandinavische landen geboekt. De verkoop is daar procentueel beter dan in Duitsland." Heeft u enig idee, wie in Europa uw muziek koopt? "Geen flauw idee. Ik weet alleen, dat mijn platen, als ze al in de winkels staan, vaak in bruingoedzaken met een muziekafdeling onder het bordje 'klassiek' te vinden zijn. Daar horen ze natuurlijk absoluut niet thuis. Ook uit het voorname uiterlijk van de hoezen blijkt, dat de marketing afdeling van DG geen flauw benul heeft, hoe jongelui moeten worden benaderd." Denkt u dat dit een belemmering vormt voor jongeren om uw platen te kopen? "Jongeren komen helemaal niet in dergelijke winkels. Mijn platen moeten in de vakken staan, waar de popfans zoeken. De meeste jongeren hebben geen idee dat er een muziek als de mijne bestaat." (zomer 1969) P.S.Bijna dertig jaar later is het aardig om vast te stellen, dat Stockhausen een goede vooruitziende blik had. In principe kunnen we na de mislukking van de diverse quadrafo­nie vormen beschikken over "rondom" geluid, dat inderdaad "Surround Sound" heet, maar dat duidelijk speelfilm/video/TV- en niet primair audio georiënteerd is. Voor de komende dvd geldt hetzelfde. Tenzij Stockhausen in eigen regie pure audio dvd's in surround sound gaat uitbrengen, waarvan het de vraag nog maar is, of ze in de huiskamer adequaat tot klinken kunnen worden gebracht, ontgaat hem ook die verrijkingsmogelijk­heid.Maar intussen is er voor elke hifi enthousiast niets mis met in de studio geproduceerd werk van Stockhausen als Vlucht naar de zon en “Liaison" uit Aus den sieben Tagen. Met microfoons geregistreerde uitvoerenden worden gefilterd en vervormd doorgegeven als deel van het creatieve proces. De elektronische timbres met hun nu eens pakkende, dan weer afschrikwekkende effecten zijn kenmer­kend voor Stockhau­sen baanbrekende werk op dit gebied. Het vocale werk Stimmung heeft ook een bijzondere spirituele dimensie. Later, in Licht wordt de muziek overdadiger, Wagneri­aanser dankzij uitgestrekte, deels geïmproviseerde Soundscapes. DiscografieAanvankelijk zette DG zich enorm in voor de verspreiding van Stockhausens werk. In de nieuwe DG catalogus vermeldt geen enkele opname meer. Gelukkig is het meeste geïntegreerd in de Stockhausen Gesamtausgabe van Stockhausen-Verlag, Kettenberg 15, 51515 Kürten, Duitsland.Zonder de door de componist geautoriseerde uitvoerenden - hijzelf steeds voorop - te vermelden, hier een greep uit de belangrijkste uitgaven van die reeks, aangevuld met een paar alternatieven.Etude; Gesang der Jünglinge; Kontakte; Studie I en II. CD 3.Gruppen für 3 Orchester. Berlijns filharmonisch orkest o.l.v. Claudio Abbado. DG 447.761-2.Carré; Gruppen. CD 5.Kontakte. David Tudor, Christoph Caskel, Karlheinz Stockhausen en Gottfried Michael König. Wergo WER 6009-2. Kontakte; Refrain; Zyklus für einen Schlagzeuger. CD 6.Momente. CD 7 (2 cd's).Mixtur. CD 8.Aus den sieben Tagen: ‘Flug der Sonne”, “Liaison’. Ensemble musique vivante o.l.v. Diego Masson. Harmonia Mundi 190.795. 1969Hymnen. Stockhausen Verlag 10.Stimmung 1968. CD 12 (2 cd's).Stimmung. Singkreis o.l.v. Gregory Rose. Hyperion CDA 66115. Aus den 7 Tagen. CD 14 (7 cd's).Aus den 7 Tagen: ‘Flug zur Sonne’; ‘Liaison’. Harmonia Mundi 190.795.Aus den 7 Tagen: Donnerstag aus Licht’. CD 30 (4 cd's).Aus den sieben Tagen: ‘Helikopter-Quartett’. Arditti kwartet. Auvidis Montaigne MO 782097. Uit Tierkreis: ‘Oberlippentanz’. Markus Stockhausen, Suzanne Stephens en Kathinka Pasveer. Accanta 43201. Gesang der Jünglinge; Kontakte; Etude; Studie I, II. Elektronische studio Keulen. Stockhausen Verlag 3. Mantra. CD 16.Mantra. New Albion NA 025 CD.Musik für Flöte. CD 28 (2 cd's).Klavierstücke I-XI. Herbert Henck. Wergo 60.135/36-50 (2 cd’s). Mikrophonie I en II; Klavierstücke I-XI. Sony 53346 (2 cd's).