Fonografie Muziek

SACHER: MUZIKALE MECENAS

SACHER, PAUL: MUZIKALE MECENAS

 

Wie hetzij door huwelijk, hetzij via een erfenis aan een groot vermogen komt, kan dat op allerlei manieren gebruiken en zelfs misbruiken. Gelukkig zijn er ook voorbeelden van mensen die het in de muziekwereld uitgeven om meer waardevols en moois tot stand te brengen. Twee grote, typerende voorbeelden daarvan zijn de Prinses de Polignac en Paul Sacher.

Beiden verrichten hun goede werken in de vorige eeuw. Aan de prinses is in deze rubriek al een artikeltje gewijd, hier iets naders over Paul Sacher (1906-1999). In beide gevallen vooral in discografisch opzicht. Al Googlend is voor echt belangstellenden gegevens combinerend meer biografisch materiaal over dit tweetal en hun geweldige activiteiten te vinden.

Het tweetal heeft gemeen dat het beide over een groot vermogen kon beschikken, de prinses dank zij een erfenis, de Zwitserse muziekman dankzij zijn huwelijk in 1934 met  de weduwe van Emanuel Hoffmann, Maja Hoffmann-Stehlin. Haar echtgenoot had het zeer winstgevende farmaceutisch bedrijf Hoffmann-La Roche in Bazel had gesticht.

Daaraan voorafgaand had Sacher al sinds 1925 muziekwetenschap gestudeerd;  directieles kreeg hij van Felix Weingartner en hij was met al zijn enthousiasme in staat om in 1926 het Bazels kamerorkest te formeren en te leiden. In 1928 volgde het Bazels kamerkoor en in 1933 kwam de stichting van de Schola cantorum Basiliensis, een opleidings- en onderzoekinstituut waar heel veel interessante inzichten over de juiste uitvoeringswijze van de oude (lees vooral barok) muziek werden bepaald en niet de geringste uitvoerende kunstenaars hun opvattingen over het juiste instrumentarium en de passende uitvoeringswijze opdeden. Een ensemble dat hij daartoe in 1933 de middelen en de bezetting verschafte, was het Collegium musicum Zürich. Als dirigent werkte hij ook in het buitenland en verzorgde zelfs enige operavoorstellingen in Glyndebourne.

Met de royale middelen die hem ter beschikking stonden als honorarium gaf hij in de loop der jaren tal van bevriende en bekende componisten compositieopdrachten. Het totaal beloopt liefst 88 werken! Daaruit resulteerden naast pure gelegenheidsstukken tal van belangrijke werken waarvoor door de jaren heen tal van luisteraars met genoegen en bewondering hebben geluisterd. Hieronder zomaar een greep uit het belangrijkste materiaal met daarbij hun mooiste opnamen.

Hij wendde die middelen aan om bekende en bevriende componisten in de loop der tijd opdrachten te geven voor composities, waarmee hij de muziek uit de twintigste eeuw een belangrijke impuls heeft gegeven. Dat leverde 88 composities op. Tot de componisten die hij benaderde, behoorden:

 

Béla Bartók (Divertimento; Muziek voor snaren, slagwerk en celesta, Strijkkwartet nr. 6), Conrad Beck (Symfonie nr. 1, Rapsodie), Luciano Berio (Corale); Harrison Birtwistle (Endless parade), Paul Burkhard: (Das ewige Brausen; Genug ist genug), Benjamin Britten (Cantata accademica); Pierre Boulez (Messagesquisse; Sur incise), Hans Werner Henze (Symfonie nr. 10), Paul Hindemith (Symfonie Die Harmonie der Welt; Die vier Temperamente); Arthur Honegger (Symfonieën nr. 2 en 4); Ernst Krenek (Symfonisch stuk voor strijkorkest); Witold Lutoslawski (Dubbelconcert, Chain 2, Sacher variatie); Frank Martin (Petite symphonie concertante en vijf andere werken); Bohuslav Martinu (Dubbelconcert; Toccata e due canzoni); Igor Stravinsky (Concert in D, A sermon, a narrative and a prayer); Richard Strauss (Metamorphosen); Michael Tippett (Sellinger’s round).

 

Discografie

 

Paul Sacher als dirigent

Een selectie uit de nagelaten opnamen.

 

Mozart: Concerten en aria’s. Diverse solisten met het Südwest Rundfunkorchester. Hännsler CD 93129.

 

Stravinsky: Vioolconcert. Anne Sophie Mutter met het Philharmonia orkest o.l.v. Paul Sacher. DG 477.5376.

 

Homage aan Clara Haskil. Met Clara Haskil en Dinu Lipatti en het Südwest Rundfunkorchester. Tahra TAH 366/7.

 

Pianoconcerten nr. 3 van Bartók, nr. 1 van Liszt en Grieg. Dinu Lipatti met het Südwest Rundfunkorchester. Urania URN 22.122.

 

The art of Maurice André. Maurice André met het Collegium musicum Zürich. DG 474.331-2.

 

Paul Sacher als opdrachtgever

Een keuze uit de belangrijkste werken in chronologische volgorde waarvan goede opnamen bestaan.

 

1936. Bartók: Muziek voor snaren, slagwerk en celesta (1936).

Europees kamerorkest o.l.v. Nikolaus Harnoncourt. RCA 28765-93262-2.

 

1938. Bartók: Strijkkwartet nr. 6.

Arcanto kwartet. Harmonia Mundi HMC 90.1963.

 

1939. Bartók: Divertimento voor strijkorkest (1939).

Nederlands kamerorkest. Pentatone PTC 186056.

Europees kamerorkest o.l.v. Nikolaus Harnoncourt. RCA 28765-93262-2.

 

1940. Martinu: Dubbelconcert voor 2 strijkorkesten, piano en pauken

Jaroslav Saroun en Karel Ruzicka met het Tsjechisch filharmonisch orkest o.l.v. Jiri Belohlávek. Supraphon SU 3743-2.

Jean-François Heisser en Alain Planes met het Frans nationaal orkest o.l.v. James Conlon.

Erato 2292-45499-2.

 

1940. Hindemith: Die vier Temperamente.

Olli Mustonen met het Helsinki festival orkest. Ondine ODE 1022-2.

 

1942. Honegger: Symfonie nr. 2.

Berlijns filharmonisch orkest o.l.v. Herbert von Karajan. DG 447.435-2.

 

1944. Martin: Petite symphonie concertante.

Eva Guibentif, Christiane Jaccottet en Ursula Ruttimann met het Suisse romande orkest o.l.v. Armin Jordan. Warner Apex 0927-48687-2.

 

1946. Martinu: Toccata e due canzoni.

Bazels kamerorkest o.l.v. Christopher Hogwood. Arte Nova 74321-86236-2.

 

1947. Stravinsky: Concert in D voor strijkorkest (1946).

Berlijns filharmonisch orkest o.l.v. Herbert von Karajan. DG 447.435-2.

 

1947, Honegger: Symfonie nr. 4 Deliciae Basiliensis

Symfonie orkest van de Beierse omroep o.l.v. Charles Dutoit. Warner Apex 2564-62687-2.

 

1951. Hindemith: Symfonie Die Harmonie der Welt.

BBC filharmonisch orkest o.l.v. Yan-Pascal Tortelier. Chandos CHAN 9217

 

1959. Britten: Cantata academica, ‘Carmen Basiliense’

Jennifer Vyvian, Helen Watts, Peter Pears, Owen Brannigan met het Londens symfonie orkest en –koor o.l.v. Georga Malcolm. Decca 468.811-1 (2 cd’s).

 

1962. Stravinsky: A sermon, a narrative and a prayer

Shirley Verrett, Loren Driscoll en John Horton met het CBC symfonie orkest o.l.v. Igor Stravinsky. (Sony 22 cd album)

 

1980. Lutoslawski: Dubbelconcert voor hobo, harp en kamerorkest.

Solisten met het Pools nationaalomroeporkest o.l.v. Antoni Wit. Naxos8.555763.

 

1985. Lutoslawski. Chain 2.

Anne Sophie Mutter met het BBC symfonie orkest o,l.v. Witold Lutoslawsi. DG 445.576-2.

 

1986. Birtwistle: Endless parade. Haakon Hardenberger met het BBC symfonie orkest o.l.v. Elgar Howarth. Decca 468.804-2.

 

1992: Rihm: Gesungene Zeit.

Anne-Sophie Mutter met het Chicago symfonie orkest o.l.v. James Levine. DG 437.093-2.

 

1996/8. Boulez: Sur incises.

Ensemble InterContemporain. DG 463.475-2.

 

1997/2000. Henze: Symfonie nr. 10.

Montpellier nationaal orkest o.l.v. Friedemann Layer. Accord 4767.156.

 

Voor Sachers zeventigste verjaardag gaf Mstislav Rostropovitch aan liefst twaalf componisten om een cyclus te schrijven voor cello de naam SACHER, gebruikmakend van zowel de relatieve als absolute toonladder: Es, a, c, b (=h in Duits), e en re. De volgende componisten leverden een bijdrage:

 

Ginastera: Punena nr. 2, op. 45, Hommage à Paul Sacher; Fortner: Zum Spielen für den 70. Geburtstag: Thema und Variationen für Violoncello Solo; Henze: Capriccio; Beck: Für Paul Sacher: Drei Epigramme;Dutilleux: Trois Strophes sur le nom de Sacher; Lutoslawski:

Sacher-Variationen; Berio: Les Mots sont allés; Halffter: Variationen über das Thema eSACHERe; Britten:Tema Sacher; Huber:Transpositio ad infinitum; Holliger: Chaconne en Boulez: Messagesquisse pour 7 violoncelles.

 

Discografie

12 Componisten. Thomas Demenga, 12 Homages. ECM 445.234-2 (2 cd’s).

 

Boulez: Messagesquisse, pour 7 violoncelles.

Jean-Guihen Queyras met het Cello-ensemble Parijs. DG 463.475-2.