POSTZEGELS MET MUZIEKTHEMA
MUZIEK ALS THEMA BIJ HET POSTZEGELVERZAMELEN Wedden dat het lukt? U kunt alle gangbare muziekinstrumenten ter wereld in één schoenendoos onderbrengen. En daarbij meteen nog hele koren, dansgroepen, beroemde componisten en uitvoerenden. Geheel probleemloos. U hoeft alleen maar postzegels te verzamelen. Muziek heeft altijd al een belangrijk thema gevormd bij postzegel uitgiften en naarmate de internationale postzegelvloed groeit en groeit gaan steeds meer filatelisten er toe over om zich te concentreren op motieven, op exotische kleinkunst. Het compleet verzamelen van landen en werelddelen is geleidelijk te omvangrijk en te duur geworden. Motiefverzamelingen zijn geschakeerder, interessanter en vaak ook vrij goedkoop in de aanleg.Inderdaad blijken met name Oost-Europese landen (tot 1989) en ministaatjes als Andorra te hebben ontdekt, dat met de kleine, bonte waardepapiertjes geld valt te verdienen om de staatskas te spekken. Dientengevolge nam het aantal jaarlijks nieuw uitgebrachte postzegels van dertig tot maximaal veertig toe tot een springvloed van meer dan vierhonderd. De mensen verloren het overzicht en daarmee de animo om langer dergelijke landen te verzamelen.Heel anders ligt dat voor motiefverzamelaars. Al sinds jaren specialiseren zich steeds meer filatelisten bijvoorbeeld in cactussen, paarden, schepen, vogels, katten en honden, paddestoelen, rozen, vlinders, locomotieven, vliegtuigen, of beroemde staatslieden. Maar intussen is de muziek in al zijn facetten ook door de ridders van het pincet en de loep ontdekt. Het gebied is schier onbeperkt, vooral omdat ook veel ontwikkelingslanden geld ruiken en het aantal muziekmotieven op postzegels jaarlijks opnieuw uitbreiding ondergaat. Soms lijken de onderwerpen er met de haren te zijn bijgesleept.Om het hele terrein grondig te kunnen overzien moest wel jarenlang zelf de ogen goed open houden en bijvoorbeeld telkens de Yvert catalogus napluizen. Lange tijd bestond er namelijk in Nederland voor het onderwerp muziek geen motiefcatalogus voor muziek. Maar sinds 1983 is die er dankzij de inspanningen van de heren Beijk en Janssen wel. Als beginjaartal werd 1919 gekozen, het jaar, waarin o.a. Polen Paderewski herdacht. Een paar jaar later (1922) kwamen in Oostenrijk Haydn, Mozart, Beethoven, Bruckner, Strauss en Wolf aan de beurt, in 1926 bijvoorbeeld Bach in Duitsland. Haast omineus is, dat juist ook daar al in 1933 een serie werd gewijd aan de werken van Wagner!Het samenstellen en vooral bijhouden van een dergelijke catalogus is haast een levensopgaaf voor een specialistenteam. Zelfs dat blijkt geen volledigheid te kunnen claimen. Een eenvoudige verzamelaar kan dat nooit aan. Daarvoor verschijnen er over de hele wereld teveel "muziek" zegels, vaak op de meest onwaarschijnlijke plaatsen.Zo zou nauwelijks iemand vermoeden, dat uitgerekend een dwergstaatje als Albanië in 1971 ter gelegenheid van Beethovens 200e verjaardag een serie van zes zegels met motieven van deze componist uitbracht in een trotse oplage van 100.000 stuks; meer dan de bewoners van het schrale, arme bergland in twintig jaar zouden kunnen verbruiken. Men wilde er in het buitenland geld mee verdienen, maar dat mislukte deerlijk, want tien jaar later doet de hele serie postfris niet meer dan zo'n zestien gulden.Nog goedkoper is een muziek postzegel uit het land van de rijzende zon. In 1971, naar aanleiding van de wereld jamboree in Japan, gaf de PTT van dat eilandenrijk een postzegel uit met een trompetspelende padvinder. Het papiertje, dat in een oplage van ruim dertig miljoen stuks werd gedrukt, is nu voor vier dubbeltjes te koop. In de motiefcatalogus komt het trouwens niet voor.Als het om een nuttige investering ging, hebben ook de verzamelaars, die in 1959 het "Beethovenblok" van de Duitse Bundespost kochten, verkeerd gespeculeerd. De collectioneurs vergaten ook gestempelde Beethovenblokken in te slaan. Dat zou voor velen ook tegen de regels ingaan, de regels volgens welke postfrisse zegels vrijwel altijd meer waard zijn dan gestempelde. Hier dus niet: gestempelde blokken zijn schaars en kosten dus ongeveer ¦125,-, aanzienlijk meer dan ongestempelde. Ook dit komt in de motiefcatalogus niet voor helaas.Eigenlijk de mooiste motieven rond het thema muziek komen volgens de experts uit Afrika en de V.S. Maar ook Suriname liet zich niet onbetuigd en bracht in 1970 een uit vijf kinderzegels bestaande Beethovenserie (NVPH nr. 547/51) met toeslag uit van ontwerper Hartz. Vanwege de grote oplaag is hij niet zoveel waard: acht gulden postfris èn gestempeld. Al in 1967 had Suriname twee zegels (479 en 480) uitgebracht, gewijd aan de Stichting Cultureel Centrum met dans en een trommelmasker als onderwerp.De Kenyaanse PTT daarentegen hield een serie, waarop het nationale theater werd voorgesteld, zeer klein en zorgde zo voor een nog steeds toenemende waarde. Fraai is bijvoorbeeld ook de afbeelding van een Flügelhorn uit de collectie van het Muziekinstrumenten museum uit Leipzig op een DDR postzegel uit 1979.De Amerikanen herdenken op hun postzegels bij voorkeur de nationale cultuur. Postzegels met niet alleen de beeltenis van George Gershwin, maar ook van de jazzmusicus W.C. Handy zijn daar geen uitzondering. Het gaat ook hier dankzij niet overdreven grote oplagen om waardevolle zegels.Vreemd genoeg zijn relatief weinig muzikale postzegels te vinden in het land, waar Sir Rowland Hill in het jaar 1840 de postzegel uitvond. Ook na de jaren zestig, toen fans smeekten om de Beatles met een postzegel te eren, werd geen gevolg gegeven aan die wens. John Lennon moest tot 1988 wachten tot hij op een postzegel werd vereeuwigd. In het algemeen hebben de postmanagers blijkbaar niet veel op met pop- en rockmusic en met eigentijdse muziek. De volksmuziek komt er relatief veel beter af, getuige bijvoorbeeld een Griekse serie, en een instrumentenserie uit Saoedi-Arabië. Een land als de Alpenrepubliek Oostenrijk drukte op zijn postzegels tot nu toe uitsluitend grote musici uit het verleden af, die al ettelijke jaren zijn begraven. Ook Herbert von Karajan wacht nog op een zegel.Indachtig aan de vaststelling van de Romeinen "Frisia non cantat" springt ook Nederland weinig gul om met zijn muzikaal verleden en heden. Dit zijn de bescheiden pogingen: NVPH nr. Serie Afbeelding Jaar275 zomerzegel Diepenbrock 1935277 ,, Sweelinck289/92 kinderzegels engel met bazuin 1936642 zomerzegel Pijper 1954832 kinderzegel fluitspeelster 1964908 herdenkingszegel 400 j. Wilhelmus 1968932/6 kinderzegels musicerende kinderen 1969 19691006 zomerzegel Holland Festival 19721046 zomerzegel Muziekconcours Kerkrade 19741175 zomerzegels muziekschrift 19791176 koorzang1225 Europazegels carillon 19811226 draaiorgel1333 Europazegels pianotoetsen 19851334 orgelpijpen1413 speciale uitgifte 100 jaar Concertgebouw 19881636 Mahlerfeest 19951729 Franz Schubert 1997 Ook de Nederlandse Antillen lieten zich niet onbetuigd met uitgiften in 1966, 1969, 1972, 1981, 1982 en 1990. Ook daar gaat het meer om kwantiteit dan om kwaliteit: vooral om het gewin dus.