Natuurlijk is de situatie rond het voortbestaan van de klassieke muziek in het algemeen en het traditionele symfonieorkest in het bijzonder vrij precair. Het is makkelijk alle conclusies en zorgen van Kees Vlaardingerbroek en Maarten Brandt te delen. Maar voorlopig zijn in Nederland nog voldoende orkesten en ontwikkelen zich gespecialiseerde, flexibele ensembles. Aan het muziekaanbod ligt de malaise nauwelijks: repertoire is er in overdaad, jonge, begaafde en enthousiaste musici zijn er ook voor de toekomst genoeg, de programmering wordt in speciale series vaak interessanter, akoestisch geschikte accommodaties zijn er in ruime mate, er is hooguit te weinig goede pr. Wèl wekelijkse literatuur- en filmbijlagen bij de dagbladen, maar waarom ook niet dergelijke muziekbijlagen, zelfs als die marktconform voor 80% over popmuziek gaan?
Waarom toch die malaise, die duidelijker blijkt uit teruglopende bezoekersaantallen dan uit blijkbaar in doodsnood verkerende orkesten? Het Amsterdamse Concertgebouw is wat dat betreft met een vrij constant aantal concertgangers nauwelijks maatgevend. Maar neem Utrechts Vredenburg waar de afgelopen vijf jaar heel wat rijk geschakeerde abonnementseries gestaag minder publiek trekken. Ook de pianoserie trouwens.
Waarom richt men zich louter op de aanbodkant als het schort aan vraag, in casu aan publiek, met name aan jongeren? Een recent onderzoek van de Stichting Cultureel Jongeren Paspoort (CJP) naar de effecten van het vak Culturele en Kunstzinnige Vorming (CKV) op de houding van tieners registreert vrij droeve resultaten. Popmuziek, kleding, dansen (niet ballet) en film, algemene populaire uitingen oefenen aantrekkingskracht uit, maar gelden niet als cultureel. ‘Klassieke’ muziek scoort slecht. Het recept voor verbetering is bekend: ga als instelling en pedagoog op je hurken zitten en probeer jongeren via crossover programma’s naar de concertzaal en via rap richting opera te lokken. Lapmiddelen, dweilen met de kraan open.
Pak het probleem dus aan het begin – bij het publiek – en niet pas in het feitelijke eindstadium van het traject – bij ensembles in het algemeen en het orkest in het bijzonder - aan en doe dat grondig en structureel. Begin eindelijk met gedegen, behoorlijk muziekonderwijs, meteen op de basisschool. Maak muziek als nuttige bagage voor het latere leven even belangrijk als al die andere essentiële vakken. Het zal jaren, misschien zelfs generaties duren voordat zo een degelijke publiekbasis voor klassieke muziekconsumptie is gelegd. Creëer dus een groter (nieuw) publiek in plaats van te klagen over de dreigende teloorgang van orkesten. Er is werk aan de winkel in het kunst- en cultuuronderwijs om hoe dan ook een radicaal eind te maken aan de gangbare opvatting dat klassieke muziek alleen maar ‘stom’, moeilijk, saai en vervelend is.
JAN DE KRUIJFF
Gretig muziekconsument