OPKOMST EN ONDERGANG VAN MAANDBLAD DISK
Een vraagje van een documentalist naar de geschiedenis van het platen/audio testrapporten maandblad Disk bracht me er toe om nog eens in de eigen muziekjournalistieke historie te duiken en wat feiten op een rijtje te zetten.
Mijn in muziekconserven gespecialiseerde muziekjournalisten bestaan begon in januari 1955 bij het door uitgeverij Onnes in Amersfoort uitgegeven platenmaandblad Luister…! Dat was in oktober 1952 begonnen door de vooral in jazz en pop geïnteresseerde uitgevers Paul Acket en Fritz Versteeg. Acket trok zich al snel terug om zich aan zijn Haagse impresariaat te wijden en naarmate het aandeel ‘klassiek’ groter werd, was behoefde aan meer vaste redactionele inbreng.
Kort nadat ik van twee jaar militaire dienst was afgezwaaid en nog muziekwetenschap in Utrecht studeerde, trad ik in functie als ‘redactie assistent’. Mijn eerste bijdrage was een in memoriam voor Peter van Anrooy, in maart dat jaar gevolgd door een eerste ‘echte’ bijdrage: een lange recensie van een Telefunken opname van Bachs Musikalisches Opfer door het Nederlandse Alma Musica sextet en een ‘Vergelijkende Discografie’ over Bachs Concert voor 2 violen en orkest met vier opnamen en in april eentje over Händels Messiah, waarvan toen drie opnamen voorhanden waren. Handige, overzichtelijke tijden nog.
Omdat de voor consumentenbelangen opkomende Ralph Nader nogal invloed op me had, vond ik dat eigenlijk iedere plaatrecensie een soort minivergelijking moest zijn. Dat was natuurlijk strijdig met de commerciële belangen van de muziekindustrie. Zo ontstonden steeds conflicten, die een tijdlang konden worden bijgelegd. Maar in september 1959 barstte de dom en weigerde die industrie en bloc om nog langer gratis recensieplaten ter beschikking te stellen en om langer te adverteren. Een andere medewerker is sneller gevonden dan een goede adverteerder, dus werd ik op staande voet ontslagen.
Frits Versteeg was voor die tijd al de eigen uitgeverij Fonorama begonnen met als belangrijkste uitgave een maandorgaan voor de platenhandel waarin ik een rubriek met een keur van ‘klassiek’ opnamen onder de titel ‘Witte Raven’ mocht vullen.
Maar de ambitie van ons beiden reikte verder: we vonden dat er best een pittiger alternatief van Luister..! mocht komen.
Na de nodige voorbereiding met assistentie van Phonograms Leo Boudewijns en illustrator Emmerich Weninger en met medewerkers als Henk de By en Jan Willem Hofstra verscheen als vrucht daarvan met een oranje omslag op staand A5 formaat met een door Stravinsky’s Sacre geïnspireerde tekening van Weninger voorop (inhakend op alweer een Vergelijkende Discografie) in september 1961 het eerste nummer van Disk.
De uitgave ging hoewel het aantal abonnees snel groeide te duur voor de uitgever zodat ik december het laatste nummer verscheen. Met de hulp van een Utrechtse enthousiast, Joop Bontrop, verscheen van maart 1962 tot en met mei 1963 voor de trouwe abonnees een gestencilde nooduitgave met louter recensies van mij. Versteeg trok zich uit de affaire terug, Bontrop wilde verder gaan. Dat werd, nog steeds gestencild maar nu onder de naam Pick-up. De belangstelling voor het blad groeide zodat kon worden overgegaan op klein offset druk tot en met december 1966.
Toen toonde uitgeverij van tal bladen voor allerlei doelgroepen Misset belangstelling en verscheen in januari de in het gangbare formaat teruggekeerde gedrukte versie van wat nu Stereorevue/Disk heette; later werd dat een poosje Disk/Stereorevue tot in 1967 de oorspronkelijke titel Disk uit de as herrees.
Naast mij waren of werden Leo Riemens (voor opera) en Ben van der Kleij de belangrijkste medewerkers. Het heel kritisch ingestelde blad floreerde aardig en had in de hoogtijdagen een betaalde oplage van 15.000 exemplaren.
Over de jaren die volgden zou veel te vertellen zijn, maar dat zou mogelijk teveel een egotrip kunnen lijken. Niet voor niets zei een uitgever ooit over me: “Je bent meer een solist dan een dirigent” wat niet noodzakelijkerwijze pleit voor een goede hoofdredacteur.
Prominenter in het blad werd de technische rubriek, waarbij mijn elektronica studie goed te pas kwam. Omdat we grondig wilden testen werd gewerkt naar het principe ‘meten is weten’ om ook richting audio-industrie met onderbouwde beoordelingen – later ook vergelijkend – wilden komen. Alleen kon Disk een goed geoutilleerd testlab niet betalen, dus werd samenwerking gezocht met het Duitse zusterblad Fono Forum dat dezelfde uitgangspunten huldigde. Nostalgisch kan nog worden gedacht aan tests van platenspelers, pick-up elementen, pick-up armen, cassetterecorders.
Tegen de tijd dat de cd werd geïntroduceerd, ging uitgeverij Misset op in het Elsevier concern. Hogere overheadkosten, een duurdere locatie, andere uitgevers en op de achtergrond nog telkens opspelende conflicten met de muziekindustrie brachten het blad in zwaar weer.
Een doorgedrukte beleidswijziging werd het blad mede fataal. Bestond het inhoudelijk tot dan alleen uit kopij die louter betrekking had op klassieke muziek, voortaan moesten ook andere muziekgenres aan bod komen. Omdat ik weigerde daaraan mee te werken en niet langer paste in het profiel van hoofdredacteur werd ik gedegradeerd en nam de van het blad Oor komende Constant Meijers de leiding over.
Een consequentie was dat middenin jaargang 1980 een Bruce Springsteen op de voorpagina stond en binnenin werd geïnterviewd. Aardig idee voor een 1 april nummer, maar niet voor trouwe abonnees. Die zegden het blad op en nieuwe kwam er niet bij. Vandaar de conclusie van de uitgever van dienst: “We hebben nu alles geprobeerd, maar het blad blijkt niet levensvatbaar te zijn”. Waarna ik met een blikken handdruk weer op straat stond eind december 1981