Fonografie Muziek

MINIATUREN EN VERGROTINGEN

MINIATUREN EN VERGROTINGEN

 

Een stimulerend mailtje van een bevriende violiste die Puccini’s Crisantemi en Wolfs Italienische Serenade met haar strijkkwartet gaat uitvoeren en een regenachtige middag: Genoeg om eens stil te staan bij met name strijkkwartetten die ook in aanzienlijk versterkte vorm voortleven en soms zelfs populairder zijn geworden dan het origineel.

Een aantal werken schiet onmiddellijk te binnen, bij langer inventariseren zullen er ongetwijfeld heel wat meer opduiken. Terloops passeerden nog wat andere kamermuzikale- maar niet specifieke strijkkwartetwerken in de gedachtestroom. Het onderwerp van verkleiningen en vergrotingen in het muziekrepertoire kan natuurlijk in alle richtingen worden uitgebreid. Denk aan orkestraties van pianowerken. Met Moessorgsky’s Schilderijententoonstelling in diverse orkestraties en ettelijke pianowerken van Debussy en Ravel (door hemzelf) voorop. Denk omgekeerd aan reducties voor grote werken voor kamerensemble, zoals Schönberg dat onder meer voor zijn Weense Gesellschaft deed van werk van Mahler tot walsen van Strauss jr. aan toe. Onderwerpen en materiaal te over.

Maar hier in een eerste opzet het accent op de literatuur voor strijkers met wat toevallig passerende aanvullingen en steeds geadstrueerd met cd opnamen ter vergelijking. Op fonografisch gebied lijkt het allemaal te zijn begonnen bij Arturo Toscanini die in 1938 de middendelen uit Beethovens strijkkwartet op. 135 in een versie voor strijkorkest opnam. Later, in 1951 maakte hij ook van Beethovens Septet voor klarinet, hoorn, fagot, viool, altviool, cello en contrabas een versie voor groot symfonie orkest. Al eerder had Mahler late strijkkwartetten van Beethoven uitvergroot en incidenteel klinken die werken ook nog in deze vorm.

Maar ook dirigenten als Wilhelm Furtwängler en Dimitri Mitropolulos begaven zich op dat pad. Leonard Bernstein werd door Mitropoulos geïnspireerd toen hij in 1979 en 1989 de strijkersectie van het Weens filharmonisch orkest uitbreidde tot 60 leden die hij splitste in twaalf strijkkwintetten, waarbij de contrabassen de celli verdubbelden om Beethovens strijkkwartetten nr. 14 en 15 in een heel ruim gewaad te hullen. Van wie precies het arrangement is, wordt niet nader vermeld.

Hartmut Haenchen c.q. Amsterdam sinfonietta waren wat bescheidener bij hun uitvergrotingen van het elfde en zestiende kwartet. De Nocturne uit Borodins tweede strijkkwartet is natuurlijk het schoolvoorbeeld van een stuk dat in zijn gedaante voor strijkorkest heel wat bekender is geworden dan het oorspronkelijke strijkkwartet dat de meesten niet compleet in die vorm kennen. Ook Mozarts Kleine Nachtmusik is bij de meesten bekend als werk voor groter of kleiner strijkorkest, maar hoeveel intiemer klinkt het populaire stuk in zijn bescheiden oervorm voor strijkkwartet met contrabas.

Iets dergelijks geldt voor Saint-Saëns’ Carnaval des animaux dat als regel als een soort concert voor 2 piano’s en orkest met belangrijke solobijdragen van fluit en cello klinkt. Hoeveel sprankelender is een minder logge, veel levendiger verklanking door het oorspronkelijk bedoelde gemengde septet.

Ook Wagners Siegfried Idyll zoals die ooit in het idyllische Triebschen moet hebben geklonken, doet het in een enkelvoudige bezetting voor fluit, hobo, fagot, trompet, twee klarinetten, twee hoorns en klein strijkorkest het best. Maar je kunt het werk natuurlijk heel wat filharmonischer maken door de blazers te verdubbelen en het strijkorkest uit te breiden.

Bij  Tschaikovsky’s Souvenir de Florence, Puccini’s Crisantemi en Schönbergs Verklärte Nacht uit 1917, door hemzelf in 1943 ‘nieuw ingericht’, is lijkt ‘verzwaring’ minder problematisch: de werken kunnen zo aan impact winnen. Vooral bij Sjostakovitsj bieden zich heel wat alternatieven aan. Het klinkend resultaat verschilt hier van deel tot deel: de desolate, wringende delen komen in de kwartetvorm het beste tot hun recht, de dreigende, mechanische beter in de uitvergroting.

Wat Schubert betreft, kunnen de contrasten tussen ‘klein’ en ‘groot’ in het twaalfde, dertiende en veertiende kwartet redelijk vreedzaam naast elkaar bestaan. Maar wat de versie van Victor Kissine van het vijftiende kwartet maakt, is haast een nieuwe compositie. Het was een moeilijke geboorte; Gidon Kremer beschouwde een eerste versie als onuitvoerbaar en pas na de nodige discussies en wijzingen kwam de definitieve versie in 2003 tot stand. Haast maat voor maat vinden afwisselingen plaats tussen het volledige, 25 leden tellende strijkorkest als concerto grosso achtig ripieno en een strijkkwartet met primarius Kremer als concertino. Maar dan niet om contrast, om ‘strijd’ te bewerkstelligen maar om dichter bij het origineel te blijven, om te binden. Hierdoor wint het werk, mede dankzij een ruime akoestiek, enorm aan dynamische en expressieve kracht; het pathos wordt meeversterkt, maar dat hoeft niet te storen. Door herhalingen in acht te nemen – alleen al het eerste deel is op epische schaal gebracht met 22 minuten duur – wordt de himmlische Länge meevergroot. Heel boeiend als geslaagd experiment.

Walton zelf maakte in 1971 van zijn Strijkkwartet in a op verzoek van Neville Marriner en zijn Academy of St. Martin-in-the-Fields een zetting voor strijkorkest met de nieuwe titel Sonate voor strijkers, waarbij de kwartetsoli een belangrijke rol zijn blijven spelen.

Maar het allermooist blijft natuurlijk de betrekkelijk grote vrijheden die een altijd nog wat raadselachtig en onaf werk als Bachs Kunst der Fuge biedt. Daar is een ruime keuze aan instrumentale oplossingen mogelijk en is het haast spijtig dat de Swingle Singers nooit een puur vocale bijdrage hebben geleverd.

Een geval apart vormt Haydns Musica instrumentale sopra le sette ultime parole del nostro redemtore in croce o siena sette sonate con un introduzione ed al fin un teremoto, een orkestrale passiemuziek die Haydn in 1785 op bestelling voor een rijke priester in Cadiz schreef. Daarmee gebeurde haast het omgekeerde. Oorspronkelijk is het orkestwerk, maar in 1787 verschenen bij Artaria drie uitgaven: de orkestversie, een reductie voor strijkkwartet al dan niet met recitant en een pianouittreksel. Daarmee niet genoeg verscheen het werk met medewerking van Van Swieten in 1796 ook nog eens als oratorium of cantate.

Een niet onbelangrijk facet in de uitvoeringspraktijk is natuurlijk dat de oorspronkelijke, kleine bezetting vooral geschikt is voor kleine zalen, terwijl de grotere soms haast een noodzaak is in de (erg) grote ruimten. Dat kan bij de keuze van de geschiktste vorm een dominante factor zijn. Het zijn zogezegd maar wat terloopse gedachten op een regenachtige middag……

 Discografie

Bach: Die Kunst der Fuge BWV 1080

Kamerorkest: Musica antiqua Keulen o.l.v. Reinhard Goebel. Archiv 413.1086/7-2

Consort: Hespèrion XX o.l.v. Jordi Savall. Astrée E 2001

Strijkkwartet: Emerson kwartet. DG 474.495-2.

Saxofoonkwartet: Berlijns saxofoonkwartet. CPO CPO 999.058-2

2 piano’s: Jevgeny Koroliov en Lyupka Hazdigeorgieva. Tacet TACET 13

Pianosolo: Charles Rosen. Sony SB2K 63231 (2 cd’s)

2 klavecimbels: Gustav Leonhardt en Bob van Asperen. Harmonia Mundi GD 77013

Klavecimbel: Davitt Moroney. Harmonia Mundi HMA 195.1169/70Orgel: Hans Fagius. BIS CD 1034 

Beethoven: Septet in Es op. 20.

Origineel: Gaudier ensemble. Hyperion CDA 66513

Vergroting: NBC symfonie orkest o.l.v. Arturo Toscanini. Naxos 8.110814

 Beethoven: Strijkkwartet nr. 11 in f op. 95 Serioso

Origineel: Hagen kwartet. DG 457.615-2

Vergroting: C.Ph.E. Bach kamerorkest o.l.v. Hartmut Haenchen. Berlin Classics BC 10642 

Beethoven: Strijkkwartet nr. 14 in cis op. 131.

Origineel: Végh kwartet. Auvidis V 4408

Vergroting: Arr. ?. Weens filharmonisch orkest o.l.v. Leonard Bernstein. DG 435.779-2

 

Beethoven: Strijkkwartet nr. 16 in F op. 135.

Origineel: Cleveland kwartet. Telarc CD 80427

Vergroting: Arr. ?: Weens filharmonisch orkest o.l.v. Leonard Bernstein. DG 435.779-2

Arr. Van Prooyen: Amsterdam Sinfonietta. Channel Classics CCSSA 23005

 

Borodin: Nocturne uit Strijkkwartet nr. 2 in D.

Origineel: Borodin kwartet. Chandos CHAN 9965

Vergroting: Arr. Rimsky-Korsakov: Göteborg symfonie orkest o.l.v. Neeme Järvi. DG 435.757-2; Arr. Drew: Musici de Montréal o.l.v. Yuri Turovsky. Chandos CHAN 9484 

Haydn: Strijkkwartetten nr. 50-56 op. 51 Die sieben letzte Worte

Verkleining: Lindsay kwartet. ASV CDDCA 853 (zonder recitant); Carmina kwartet. Clavès CD 50-2002 (met spreker)

Origineel: Le concert des nations o.l.v. Jordi Savall. Astrée E 8739

 Nageboorte als oratorium: Harnoncourt. Teldec 2292-46458-2

 

Mozart: Serenade nr. 13 in G KV 525 Eine kleine Nachtmusik

Origineel voor strijkkwartet plus contrabas: Hagen kwartet met Alois Posch. DG 439.940-2

Vergroting: Orpheus kamerorkest. DG 439.524-2

Arr. Als orgelduet: Hans van Nieuwkoop en Jacques van Oortmerssen. BIS CD 418

 

Puccini: Crisantemi

Origineel: Alberni kwartet. CRD CRD 3366; Hagen kwartet DG 447.069-2

Vergroting: Radio symfonie orkest Berlijn o.l.v. Riccardo Chailly. Decca 444.254-2  Saint-Saëns: Le carnaval des animauxOrigineel als septet: Renaud en Gautier Capuçon, Emmanuel Pahud, Paul Meyer, Frank Braley, Michel Dalberto, David Guerrier, Marie-Pierre Langlamet, Florent Jodelet, Esther Hoppe, Béatrice Muthulet en Janne Saksala. Virgin  545.602-2

Vergroting: Güher en Süher Pekinel met het Frans filharmonisch omroeporkest o.l.v. Marek Janowski. Teldec 4509-97445-2.

 

Schönberg: Verklärte Nacht op. 4

Origineel als strijksextet: Raphael ensemble. Hyperion CDA 66425

Vergroting: Berlijns filharmonisch orkest o.l.v. Herbert von Karajan. DG 457.721-2

 

Schubert: Strijkkwartet nr. 12 in c D. 703 Quartettsatz

Origineel: Alban Berg kwartet. EMI 556.471-2.

Vergroting: Arr. Rachlevsky: Kremlin kamerorkest o.l.v. Misha Rachlevsky. Clavès CD 50-9620

 

Schubert: Strijkkwartet nr. 13 in a D. 804

Origineel: Quatuor mosaïques. Auvidis Astrée E 8580

Vergroting: Arr. Rachlevsky: Kremlin kamerorkest o.l.v. Misha Rachlevsky. Clavès CD 50-9620

Schubert: Strijkkwartet nr. 14 in d D. 810 Der Tod und das Mädchen

Origineel: Alban Berg kwartet. EMI 556.470-2

Vergroting: Arr. ?: C.Ph.E. Bachorkest o.l.v. Hartmut Haenchen. Berlin Classics BC 106428Arr. Mahler: Musici de Montréal o.l.v. Yuri Turowsky. Chandos CHAN 8928; Noors kamerorkest o.l.v. Iona Brown. Chandos CHAN 9616Arr. Rachlevsky: Kremlin kamerorkest o.l.v. Misha Rachlevsky. Clavès CD 50-9620 

Schubert: Strijkkwartet nr. 15 in G D. 887

Origineel: Alban Berg kwartet. EMI 556.471-2

Vergroting: Arr. Kissine: Kremerata Baltica o.l.v. Gidon Kremer. ECM 476.1939

 

Sjostakovitsj: Strijkkwartet nr. 3 in F op. 73

Origineel: Emerson kwartet. DG 463.284-2 (5 cd’s)

Arr. Barshai als Symfonie voor blazers en strijkers op. 73a: Europees kamerorkest o.l.v. Rudolf Barshai. DG 435.386-2

Arr. Milman als Kammersinfonie nr. 2. Nieuw sinfonietta Amsterdam o.l.v. Lev Markiz. Globe GLO 5093

 

Sjostakovitsj: Strijkkwartet nr. 4 in D op. 83

Origineel: Hagen kwartet. DG 445.864-2

Vergroting: Arr. Barshai als Kammersinfonie op. 83a. Europees kamerorkest o.l.v. Rudolf Barshai. DG 435.386-2

 

Sjostakovitsj: Strijkkwartet nr. 7 in fis op. 108

Origineel: Emerson kwartet. DG 463.284-2 (5 cd’s)

Vergroting: Arr. ? voor koperblazers: English brass ensemble. ASV CDDCA 629

 

Sjostakovitsj: Strijkkwartet nr. 8 in c op. 110

Origineel: Emerson kwartet. DG 463.284-2 (5 cd’s)

Vergroting: Arr. Barshai als Kammersinfonie op. 110a. Europees kamerorkest o.l.v. Rudolf Barshai. DG 429.229-2

Arr. Stasevich als Symfonie voor strijkorkest en pauken. ?

 

Sjostakovitsj: Strijkkwartet nr. 10 in As op. 118

Origineel: Emerson kwartet. DG 463.284-2 (5 cd’s)

Vergroting: Arr. Barshai als Symfonie voor strijkorkest op. 118a.Europees kamerorkest o.l.v. Rudolf Barshai. DG 429.229-2

Sjostakovitsj: Strijkkwartet nr. 15 in es op. 144

Origineel: Emerson kwartet. DG 463.284-2 (5 cd’s)

Vergroting: Arr. Rachlevsky als Requiem voor strijkorkest op. 144bis. Kremlin kamerorkest o.l.v. Misha Rachlevsky. Clavès CD 50-950405

 

R. Strauss: Metamorphosen

Origineel voor 23 solo strijkers: Noors kamerorkest o.l.v. Iona Brown. Chandos CHAN 9708

Vergroting: Berlijns filharmonisch orkest o.l.v. Herbert von Karajan. DG 410.892-2

 

Tschaikovsky: Souvenir de Florence

Origineel als strijksextet: Raphael ensemble. Hyperion CDA 66648

Vergroting: Amsterdam Sinfonietta. Channel Classics CCSSA 21504.

 

Wagner: Siegried Idyll.

Origineel voor kamerorkest: Leden van het Philharmonia orkest o.l.v. Otto Klemperer. EMI 567.036-2

Vergroting: Berlijns filharmonisch orkest o.l.v. Herbert von Karajan. DG 449.725-2

 

Walton: Strijkkwartet  in a

Origineel: Gabrieli kwartet. Chandos CHAN 8944

Vergroting: als Sonate voor strijkorkest. Amsterdam sinfonietta. Channel Classics CCSSA 23005

 

Wolf: Italienische Serenade

Origineel als strijkkwartet: Auryn kwartet. CPO CPO 999.529-2

Vergroting: voor strijkorkest: Orchestre de Paris o.l.v. Daniel Barenboim. Warner 0927-49582-2