Mozartjaar 2006 werpt zijn schaduwen vooruit
Sinds eerst de grammofoonplaat en daarna de cd en de dvd tot beslissende grootheden van het muziekbedrijf zijn geworden, was aanvankelijk Mozart (meer nog dan Bach en Beethoven) een lovebaby. Geleidelijk aan zijn die bordjes wat verhangen en raakte Mozart wat op de achtergrond, ook al omdat zoveel meer andere componisten de moeite waard bleken. Waarschijnlijk trad zelfs een zekere Mozartmoeheid op. Zo van: dat weten en kennen we intussen wel. Ook de golf van ‘authentieker’ uitvoeringspraktijken bracht daarin maar tijdelijk soulaas.
In het begin was dat proces wel consequent omdat de populariteit van Mozart sinds het begin van de negentiende eeuw voortdurend in volle bloei stond en met grote regelmaat het in een lieflijk blauwe hemel zwevende beeld van de met goddelijke gaven gezegende jongeling het won van pogingen om ook het demonische van zijn werk onder de aandacht te brengen. Lees er Kierkegaard, E.Th.A. Hoffmann maar op na en uit het begin van de vorige eeuw Alfred Heuß. Pas Wolfgang Hildesheimer en het toneelstuk Amadeus van Peter Shaffer en de verfilming daarvan in 1984 door Miloš Forman brachten een ommekeer de afgelopen vijfentwintig jaar. In de muziekpraktijk droegen dirigenten als Harnoncourt, Gardiner, Norrington, Brüggen, strijkkwartetten als het Quatuor Mosaïques, violisten als Grumiaux en Podger plus pianisten als Levin, Perahia, Pires en Schiff daarin een kentering teweeg brachten.
In tegenstelling tot de muziek van Bach en Beethoven is Mozarts muziek ook nooit misbruikt voor ideologische doeleinden. Eerder lijkt het of hij het heeft gebracht tot de lekkere smaak en lichte verteerbaarheid van de bekende Mozartkugeln. De vorderingen van het Mozartonderzoek en de gecorrigeerde Bärenreiter uitgaven van zijn muziek hebben weliswaar een eind gemaakt aan uitvoeringen waarin de componist dreigde te stikken in wolken poedersuiker, zijn pianowerken met veel legato en pedaal tot onschuldige achtergrondmuziek degradeerden en zijn geestelijke werken hetzij tot oratorische monumentaliteit werden opgeblazen, hetzij tot ongeorganiseerde sentimentaliteit werden gedegradeerd.
Mozarts muziek lijkt zo plooibaar dat deze zich lijkt te richten naar schijnbaar elke extreme opvatting zonder dat de indruk wordt gewekt dat van misbruik sprake is. Hildesheimer heeft daarvoor in 1966 met zijn later tot boek uitgegroeid opstel, nadat tot die tijd vooral ‘verheffende’ Mozartliteratuur was verschenen, een verklaring gevonden: “Aan Mozart is alles vreemd, alles onheilspellend maar vooral héél wezenlijk”.
Zelf schreef Mozart in een brief aan zijn vader: “Het is een vergissing te denken dat de praktijk van mijn kunst me vanzelf aanwaait – niemand heeft zoveel zorg besteed aan de compositiestudie als ik. Er is vrijwel geen grote meester op muziekgebied wiens werk ik niet herhaald en grondig heb bestudeerd”. Dat is in strijd met de lang heersende opvatting over Mozart als onschuldig natuurkind dat in een haast onbewuste, moeiteloos massa’s muziek voortbracht, ongehinderd door de omstandigheden en de wisselingen van het lot.
Net als het beeld van de geniale met goddelijke gaven uitgeruste componist is ook het latere filmbeeld van Mozart nogal karikaturaal: het superwezen tegenover de deugniet. Maar net als alle karikaturen hebben deze beide een basis in de werkelijkheid. Er doen talloze verhalen over Mozart de ronde waarin hij een volledige symfonie zou hebben geschreven tijdens een reis per postkoets of een heel strijkkwartet tijdens het biljarten. Veel van zijn manuscripten bevatten geen correcties, net alsof hij dictaat opnam van een muzikale almachtige. Maar Mozart bestempelen als een briljante freak die muziek uitademde zoals anderen lucht uitademen doet hem tekort. Mozart bezat een heel zelfbewuste geest en zijn ongeëvenaarde manier van componeren was gefundeerd op een grondige kennis van de tradities waarbinnen hij opereerde. Hij propte meer werk in een paar decennia dan de meeste andere componisten gedurende een lang leven. De poging van Ludwig von Köchel uit 1862 om Mozarts werken in chronologische volgorde te boeken, leverde ruim zeshonderd werken op.
Belangrijk voor een beter begrip van zijn muziek is het verder nuttig te weten dat hij min of meer gedwongen schreef voor een maatschappij waarin hij niet langer geloofde. Dat die muziek juist in zijn geboortestad Salzburg tijdens de festivals floreert voor bezoekers die voornamelijk zijn gerekruteerd uit kringen van yuppen en welgestelden is in dit opzicht een fraai blijk van de ironie van het lot.
Privé als muziekliefhebber, maar ook beroepsmatig als recensent was 1956 mijn eerste Mozartjaar. Vooral Philips pakte toen royaal uit met een Mozart Editie waarvan Bernhard Paumgartner de artistieke leiding had. Enthousiast had hij in de Köchel catalogus aangekruist wat absoluut moest worden opgenomen, liefst in Salzburg met hemzelf als dirigent, wat niet zo’n goed idee bleek. Er is nauwelijks iets uit die serie over dat beklijft.
Latere, nog vollediger Mozart series van met name Philips en Deutsche Grammophon waren beter met bijvoorbeeld alle symfonieën door Marriner en Krips (Philips) en Böhm (DG), de prachtige vioolconcerten met Grumiaux (Philips), de goede pianoconcerten met Brendel (Philips), die echter werd overtroffen door Perahia (CBS/Sony), de mooie vioolsonates met Szeryng/Häbler (Philips) en de wat popperige pianosonates met Häbler alleen, de fraaie strijkkwartetten door het Italiaans kwartet, de pianotrio’s door het Beaux Arts trio enzovoorts, enzovoorts. Goedkoop verkaveld in de Duo serie is veel van dat fraais nog leverbaar.
Toen kwam in 1991 het volgende groots gevierde Mozartjaar dat opnieuw door Philips uitbundig, dat wil zeggen met ruim een strekkende meter cd’s is gevierd. Daarvoor werd voornamelijk teruggegrepen op ouder, maar daarom ook opnametechnisch niet minder materiaal. Maar het destijds uit de jaren zestig en zeventig bekende geheel is afgelopen jaar nog eens op 180 cd’s, verdeeld over 17 genres opnieuw uitgebracht (Philips 464.660-2). Universal, puttend uit de rijke archieven van Deutsche Grammophon, Decca en Philips samen bracht daarnaast als Mozart forever een box uit met 20 cd’s waarin tal van kunstenaars van Abbado tot Wunderlich zijn vertegenwoordigd
Wie zijn Mozart op eenvoudige wijze zo compleet mogelijk wil bezitten kan niet beter doen dan hem zo in bulk aan te schaffen, met het risico dat ruim 75% nooit echt wordt beluisterd. Waarom ook Mozart tot de laatste noot volledig? Er zit best van ‘een cent de el’ werk tussen.
Natuurlijk wordt in 2006 ook veel aandacht besteed aan de honderdste verjaardag van Shostakovitch (1906-1975); dat Schumann (1810-1856) dan 150 jaar geleden stierf en dat Pachelbel (1653-1706) ook net driehonderd jaar dood is, zal wel ongemerkte voorbijgaan.
Eigen voorkeuren J. de K.Cd’sDe meeste muziekliefhebbers zullen waarschijnlijk ook waar het om Mozart gaat waarschijnlijk heel selectief te werk gaan. Iedereen zal daarbij zijn eigen criteria, zijn eigen sim- en antipathieën in het geding brengen. Mag ik een persoonlijke voorzet geven? Met steeds vooropgesteld de artistieke waarde en de opnamekwaliteit als van ondergeschikt belang.
De complete symfonieën. Berlijns filharmonisch orkest o.l.v. Karl Böhm. DG 453.231-2 (10 cd’s).
Symfonieën nr. 29, 31-36 en 38-41. English baroque soloists o.l.v. John Eliot Gardiner. Philips 442.604-2 (5 cd’s).
Symfonieën nr. 29, 35 en 41. Academy of St. Martin-in-the-Fields o.l.v. Neville Marriner. Philips 446.225-2.
Symfonieën nr. 32, 35, 36, 39 en 41. Schots kamerorkest o.l.v. Jukka-Pekka Saraste. Virgin 561.451-2 (2 cd’s).
Symfonieën nr. 36 en 38. Praags kamerorkest o.l.v. Charles Mackerras. Telarc CD 80148.
Concert voor 2 piano’s en orkest; Pianoconcert nr. 27. Emil en Elena Gilels met het Weens filharmonisch orkest o.l.v. Karl Böhm. DG 463.652-2.
De 27 pianoconcerten. Murray Perahia met het Engels kamerorkest. Sony 46441 (12 cd’s). Hieruit: Pianoconcerten nr. 15 en 16. Sony 37824 (12 cd’s).
23 pianoconcerten. András Schiff met de Camerata academica Salzburg o.l.v. Sandor Végh. Decca 448.140-2 (9 cd’s). En hieruit de losse cd’s.
Pianoconcerten nr. 20, 21, 25 en 27. Friedrich Gulda met het Weens filharmonisch orkest o.l.v. Claudio Abbado. DG 453.079-2 (2 cd’s).
Pianoconcerten nr. 20 en 21. András Schiff met de Camerata academica Salzburg o.l.v. Sandor Végh. Decca 430.510-2. En hieruit de losse cd’s.
Pianoconcerten nr. 9, 20, 23 en 24. Mikhael Pletnev met de Deutsche Kammerphilharmonie. Virgin 567.126-2 (2 cd’s).
Pianoconcerten nr. 17 en 21. Maria João Pires met het Weens filharmonisch orkest o.l.v. Claudio Abbado. DG 439.941-2.
De vijf vioolconcerten; Adagio; Rondo; Concertante symfonie. Arthur Grumiaux en Arrigo Pelliccia met het Londens symfonie orkest o.l.v. Colin Davis c.q. het Philharmonia orkest o.l.v. Raymond Leppard. Philips 438.323-2 (2 cd’s).
Vioolconcert nr. 2; Concertante symfonie. Augustin Dumay en Veronika Hagen met de Camerata Academica Salzburg. DG 459.675-2.
Concertante symfonie; Concertone; Rondo. Itzhak Perlman en Pinchas Zukerman met het Israël filharmonisch orkest o.l.v. Zubin Mehta. DG 415.486-2.
Vioolconcerten nr. 1, 3 en 4. Viktoria Mullova met het Orchestra of the age of musical enlightenment. Philips 470.292-2.
De twee fluitconcerten; Andante voor fluit en orkest; Fluit/harpconcert. Konrad Hünteler en Helga Storck met het Orkest van de Achttiende eeuw o.l.v. Frans Brüggen. Philips 442.148-2.
De twee fluitconcerten; Fluit/harpconcert. Emmanuel Pahud en Marie-Pierre Langlamet met het Berlijns filharmonisch orkest o.l.v. Claudio Abbado. EMI 556.365-2.
Hoboconcert. Douglas Boyd met het Chamber orchestra of Europe o.l.v. Paavo Berglund. ASV CDDCOE 808.Klarinetconcert; Klarinetkwintet. Thea King met het Engels kamerorkest o.l.v. Jeffrey Tate c.q. het Gabrieli kwartet. Hyperion CDA 66199.
Fagotconcert. Valeri Popov met het Russisch staatsorkest o.l.v. Valery Polyanski. Chandos CHAN 9656.
De vier hoornconcerten. Dennis Brain met het Philharmonia orkest o.l.v. Herbert von Karajan. EMI 566.898-2.
De vier hoornconcerten; 2 Rondo’s; Fragment. Michael Thompson met Bournemouth Sinfonietta. Naxos 8.553592.Serenade nr. 10, Gran partita; Divertimento nr. 3. Ensemble Zefiro. Astrée E 8605.
Serenade nr. 13 Eine kleine Nachtmusik; Ein musikalischer Spaß; Duitse dansen. Orpheus kamerorkest. DG 429.783-2.
De zes strijkkwintetten. Grumiaux ensemble. Philips 422.511-2 (3 cd’s).
Strijkkwintetten nr. 3 en 4. Markus Wolf met het Alban Berg kwartet. EMI 749.085-2.
De twee pianokwartetten. Sonnerie. ASV CDGAU 212.
Kwintet voor piano en blazers, Murray Perahia met leden van het Engels kamerorkest. Sony 42099.
Hoornkwintet; Klarinetkwintet; Hobokwartet. Anthony Pay, Timothy Brown, Neil Black met het Academy kamerensemble. Philips 422.833-2.
De vier fluitkwartetten. Emmanuel Pahud, Christoph Poppen, Harioff Schlichtig en Jean-Guihen Queras. EMI 556.829-2.
De drieëntwintig strijkkwartetten. Quartetto italiano. Philips 422.512-2 (8 cd’s).
Strijkkwartetten nr. 14-19, Haydn kwartetten. Quatuor Mosaïques. Astrée E 8596 (3 cd’s).
Strijkkwartetten nr. 17 en 19. Alban Berg kwartet. Teldec 0927-40828-2.
Strijkkwartetten nr. 20-23, Pruisische kwartetten. Quatuor Mosaïques. Astrée E 8659 en 8834.
De zes pianotrio’s; Pianokwintet, Klarinettrio, de twee pianokwartetten e.a. Alfred Brendel, Stephen Kovacevich, Aurèle Nicolet, Heinz Holliger, Bruno Giuranna, Jack Brymer, Hermann Baumann, Klaus Thunemann en het Beaux Arts trio. Philips 422.514-2 (5 cd’s).
De zes pianotrio’s. Trio Fontenay. Teldec 8573-87794-2 (2 cd’s).
Vioolsonates nr. 1-16. Gaston Poulet en Blandine Verlet. Philips 422.515-2 (7 cd’s). Vioolsonates nr. 17-36. Frank Peter Zimmermann en Alexander Lonquich. EMI 763.994-2 (4 cd’s).Vioolsonates nr. 17-25; Variaties. Henryk Szeryng en Ingrid Häbler. Philips 462.185-2 (2 cd’s).Vioolsonates nr. 18, 21, 24, 26, 32 en 35. Arthur Grumiaux en Clara Haskil. Philips 464.722-2 (2 cd’s) of afzonderlijk Philips 412.253-2 en 416.478-2.De achttien pianosonates; 2 Fantasieën. Maria João Pires. DG 431.760-2 (6 cd’s). En losse cd’s hieruit.
De achttien pianosonates. Ronald Brautigam. BIS CD 835/40 (6 cd’s).
De achttien pianosonates. Mitsuko Uchida. Philips 422.517-2 (5 cd’s).Pianosonates nr. 4 en 14; Fantasie e.a. Andreas Staier. Harmonia Mundi HMC 80.1815.
Pianosonates nr. 8, 11 en 15. Murray Perahia. Sony 48233.Pianosonates nr. 11 en 14; Fantasie. Maria João Pires. DG 429.739-2.Concertaria’s. Natalie Dessay met het Operaorkest Lyon o.l.v. Theodor Guschlbauer. EMI 555.386-2.
Mis nr. 16, Kroningsmis; Vesperae solennes de confessore; Epistelsonate. Emma Kirkby, Catherine Robbin, John Mark Ainsley, Michael George met het Winchester kathedraalkoor en de Academy of ancient music o.l.v. Christopher Hogwood. Oiseau Lyre 436.585-2.
Mis nr. 18, Grote. Arleen Auger, Barbara Bonney, Hans-Peter Blochwitz en Robert Holl met het Berlijns omroepkoor en het Berlijns filharmonisch orkest o.l.v. Claudio Abbado. Sony 46671.
Requiem. Sylvia McNair, Carolyn Watkinson, Francisco Araiza en Robert Lloyd met de Academy of St. Martin-in-the-Fields en koor o.l.v. Neville Marriner. Philips 432.087-2.Barbara Bonney, Anne Sofie von Otter, Hans-Peter Blochwitz, Willard White met het Monteverdikoor en de English baroque soloists o.l.v. John Eliot Gardiner, Philips 420.197-2.Exsultate jubilate en concertaria’s. Christine Schäfer en Maria João Pires met het Berlijns filharmonisch orkest o.l.v. Claudio Abbado. DG 457.582-2.
La clemenza di Tito. Anne Sofie von Otter, Anthony Rolfe Johnson, Sylvia McNair, Julia Varady, Catherine Robbin en Cornelius Hauptmann met het Monteverdikoor en de English Baroque soloists o.l.v. John Eliot Gardiner. Archiv 431.806-2 (2 cd’s).
Così fan tutte. Elisabeth Schwarzkopf, Christa Ludwig, Hanny Steffek, Alfredo Kraus, Giuseppe Taddei en Walter Berry met het Philharmonia koor en –orkest o.l.v. Karl Böhm. EMI 769.330-2 (3 cd’s).
Véronique Gens, Bernarda Fink, Werner Güra, Marcel Boone, Pietro Spagnoli, Graciela Oddone met het Keuls kamerkoor en Concerto Köln o.l.v. René Jacobs. Harmonia Mundi HMC 95.1663/5 (3 cd’s).
Don Giovanni. Eberhard Wächter, Joan Sutherland, Elisabeth Schwarzkopf, Graziella Sciutti, Luigi Alva, Giuseppe Taddei, Piero Cappuccilli, Gottlob Frick met het Philharmonia koor en -orkest o.l.v. Carlo Maria Giulini. EMI 556.232-2 (3 cd’s).Die Entführung aus dem Serail. Maria Stader, Rita Streich, Ernst Häfliger, Martin Vantin, Josef Greindl en Walter Franck met het RIAS koor en orkest, Berlijn o.l.v. Ferenc Fricsay. DG 457.730-2 (2 cd’s).
Arleen Auger, Peter Schreier, Kurt Moll, Reri Grist met het Omroepkoor Leipzig en de Staatskapel Dresden o.l.v. Karl Böhm. DG 429.868-2 (2 cd’s).
Idomeneo. Anthony Rolfe Johnson, Anne Sofie von Otter, Sylvia McNair, Hillevi Martinpelto, Nigel Robson, Glenn Winslade en Cornelius Hauptmann met het Monteverdikoor en de English Baroque soloists o.l.v. John Eliot Gardiner. Archiv 431.674-2 (3 cd’s). Mitridate. Giuseppe Sabbatini, Natalie Dessay, Cecilia Bartoli, Brian Asawa, Sandrine Piau, Juan Diego Flórez, Hélène le Corre en Les arts florissants o.l.v. Christophe Rousset. Decca 460.772-2 (3 cd’s). Le nozze di Figaro. Simon Keenlyside, Véronique Gens, Patrizia Ciofi, Lorenzo Regazzo, Angelika Kirchschlager, Marie McLaughlin met Collegium vocale Gent en Concerto Köln o.l.v. René Jacobs. Harmonia Mundi HMC 80.1818/20 (3 cd’s).Bryn Terfel, Allison Hagley, Pamela Helen Stephen, Rodney Gilfry, Hillevi Martinpelto, Carlos Feller, het Monteverdikoor en de English Baroque soloists o.l.v. John Eliot Gardiner. Archiv 439.871-2 (3 cd’s).Cesare Siepi, Hilde Güden, Alfred Poell, Lisa della Casa, Suzanne Danco, Hilde Rössl-Majdan, Fernando Corena, Muray Dickie e.a. met het Ensemble van de Weense Staatsopera o.l.v. Erich Kleiber. Decca 466.369-2 (3 cd’s).Die Zauberflöte. Lucia Popp, Siegried Jerusalem, Edita Gruberova, Roland Bracht, Wolfgang Brendel e.a. met koor en orkest van de Beierse omroep o.l.v. Bernard Haitink. EMI 747.951-8 (3 cd’s).
Rosa Mannion, Hans-Peter Blochwitz, Natalie Dessay, Reinhard Hagen, Anton Scharinger, Willard White met Les arts florissants o.l.v. William Christie. Erato 0630-12705-2 (2 cd’s). Opera aria’s. Cecilia Bartoli met het Weens kamerorkest o.l.v. György Fischer. Decca 430.513-2 en 443.452-2.Natalie Dessay met het Orkest van Age of musical enlightenment o.l.v. Louis Langrée. Virgin 545.447-2. dvd’sSymfonie nr. 38; 5 concertaria’s. Cecilia Bartoli met Concentus musicus Wenen o.l.v. Nikolaus Harnoncourt. BBC Opus Arte OA 0820D. Così fan tutte. Amanda Roocroft, Rosa Manion, Rodney Gilfry, Rainer Trost, Eirian James en Claudio Nicolai met het Monteverdikoor en de English Baroque soloists o.l.v. John Eliot Gardiner. Archiv 073-026-9.Don Giovanni. Thomas Allen, Carolyn James, Carol Vaness, Kjell Magnus Sandve, Ferruccio Furlanetto, Andrea Rost, Reinhard Dorn met het Keuls operakoor en het Gürzenich orkest o.l.v. James Conlon. ArtHaus 100.020.
Die Entführung aus dem Serail. Markus John, Eva Mei, Patrizia Ciofi, Rainer Trost, Mehrzad Montazeri en Kurt Rydl met het Ensemble van de Maggio musicale Fiorentino o.l.v. Zubin Mehta. TDK DV-OPEADS
Le nozze di Figaro. Bryn Terfel, Allison Hagley, Pamela Helen Stephen, Rodney Gilfry, Hillevi Martinpelto, Carlos Feller, het Monteverdikoor en de English Baroque soloists o.l.v. John Eliot Gardiner. Archiv 073-018-9.
Die Zauberflöte. Ulrich Sonntag, Andrea Frei, Deon van der Walt, Thomas Mohr, Cornelius Hauptmann, Kevin Connors, Sebastian Holecek met het Ensemble van het Ludwigsburg festival o.l.v. Wolfgang Gönnenwein. ArtHaus 100.188.
Boeken
Ongetwijfeld wordt ook de Mozartbibliotheek weer aangevuld. Naast de standaardwerken van Robbins Landon en Hildesheimer verschenen onlangs alleen al op de Engelse markt onder meer:
Mozarts letters, Mozarts life (Faber)Nicholas Kenyon: Farber pocket guide to Mozart (Farber)Cliff Eisen en Simon Kiefe: The Cambridge Mozart encyclopedia (Cambridge University Press)Stanley Sadie: Mozart: The early yearsJohn Rushton: Mozart, his life and work Op komst of voortgezetBij wijze van het vroegere Disk “Nieuws uit de studio’s” kunnen vast wat nieuwe, deels vervolg opnamen worden gemeld.
- Nikolaus Harnoncourt en zijn Weense Concentus musicus hebben inmiddels ook onderdak gevonden bij Sony waar ze hun serie prille symfonieën voortzetten.
- Onlangs verschenen de 5 vioolconcerten en de Concertante symfonie met Anne-Sophie Mutter, Joeri Bashmet en het Londens filharmonisch orkest (DG 474.215-2, 2 cd’s). Een uitgave alleen voor Mutter bewonderaars door dik en dun, want naast heel fraaie momenten wordt het resultaat ontsierd door romantische, gekunsteld aandoende effecten.
- De 5 vioolconcerten; Concertante symfonie. Shlomo Mintz en Hagai Shaham met het Engels kamerorkest. Avie AV 2058 (3 cd’s).
- Na de Vioolconcerten nr. 3 en 4 met aanvullend Adagio en Rondo van Julia Fischer met het Nederlands kamerorkest o.l.v. Yakov Kreizberg (Pentatone PTC 5186-064) mag worden gehoopt op voortzetting.
- Ook Andrew Manze waagt zich op Harmonia Mundi aan de vioolconcerten met The English Concert, te beginnen met nr. 1, 4 en 5.
- Het jonge Engelse Belcea kwartet gaat zich op EMI wijden aan een opname van strijkkwartetten.
- Anne-Sophie Mutter vult haar reeks pianotrio’s aan op DG.
- De door Rachel Podger en Gary Cooper op Channel Classics CCS SA 21804 en 22805 begonnen reeks vioolsonates wordt voortgezet.
- Van Mikhail Pletnev komt bij DG een cd uit met de pianosonates KV 330-332 en KV 457.
- Angela Gheorghiu nam voor EMI aria’s van Mozart op.
- Op operagebied belooft DG niet alleen een nieuwe La clemenza di Tito met Magdalena Kožená, maar ook een Zauberflöte die door Claudio Abbado wordt gedirigeerd. EMI komt met een Così fan tutte uit Aix-en-Provence waaraan Barbara Bonney en Ruggero Raimondi meewerken. Daniel Harding dirigeert.