Fonografie Muziek

ELEKTRA IN DIVERSE MUZIEKGEDAANTEN

ELEKTRA IN DIVERSE MUZIEKGEDAANTEN

De figuur
Elektra ofwel ‘De stralende’ is in de Griekse sagen de naam van verschillende vrouwenfiguren: een dochter van Oceanus en Tethys, een zuster van Cadmus en een van de zeven Pleiaden.
De belangrijkste is Elektra, de dochter van Agamemnon en Clytaemnaestra, zuster van Iphigenia, Orestes en Chrysothemis. Na de gruwelijke moord op op Agamemnon door Klytemnestra en haar minnaar Aeggisthus bracht Electra de kleine Orestes naar Phocis in veiligheid.
Zelf bleef ze achter in Mycene, ten prooi aan allerlei vernederingen van de zijde van het moordenaarspaar. Toen Orestes, volwassen geworden, naar Mycene terugkwam, zette Elektra hem aan om hun vader te wreken door hun moeder en haar minnaar te doden. Later huwde zij Orestes’ vriend Pylades.

De Atriden
Dit is in de Griekse mythologie de benaming voor de afstammelingen van Atreus, met name zijn zonen Agamemnon en Menelaus. Atreus en en Thyestes waren zonen van Pelops. Atreus wat met een kleindochter van Minos, Aerope “die met het nevelwitte gezicht” getrouwd, maar zij bedroog hem met zijn broer. Ze stal het gouden vlies van haar man en schonk het de zwager….
Toen het orakel van de Mykeners beval om een zoon van Pelops tot koning te kronen, stelde Thyestes voor om diegene te kiezen die in het bezit van het gouden vlies was. Atreus, die nog geloofde de bezitter te zijn, stemde toe. Maar toen toonde Thyestes het vlies en zijn broer ging verbannen weg. Zeus echter liet dat niet zonder meer toe en veranderde de loop der sterren. De Mykeners zagen in dat ze de verkeerde keuze hadden gemaakt en Atreus verjoeg zijn broer…
Maar omdat hij zich nog steeds niet zeker voelde van zijn koningschap, riep Atreus Thyestes terug onder het voorwendsel dat hij verzoening wenste. Hij slachtte de kinderen van zijn broer en zette hem die als maaltijd voor. Toen Thyestes ontdekte wat hij had gegeten, moest hij braken, gooide de tafel omver en vervloekte hij zijn geslacht…..
Atreus had twee zonen van Aerope: Agamemnon en Menelaos. Thyestes restte alleen zijn dochter Pelopeia. Met haar verwekte hij de wreker Aigisthos. Bij een offer dat aan Athene werd gebracht, voerde Pelopeia de rij maagden aan. Ze gleed uit en bevlekte haar gewaad met het bloed van het offerdier. Ze ging naar de rivier om de bloedsporen uit te wissen en kleedde zich uit.
Thyestes die zich achter een struik had verborgen, verkrachtte haar met bedekt hoofd. Ze baarde een zoon en legde die te vondeling; hij werd door een geit gevoed. Toen de volwassen Aigisthos hoorde wie zijn vader was, vermoordde hij Atreus en plaatste hij Thyestes weer als koning op de troon van Mykenai…
Agamemnon en Menelaos groeiden in de verbanning op bij Tyndareos, de koning van Sparta. Deze zette op zijn beurt Agamemnon weer op de Mykeense troon en verklaarde Menelaos tot zijn opvolger…
Agamemnon trouwde met Klytemnestra, de dochter van Tyndareus en Leda. Zij kreeg vier kinderen: Iphigeneia, Chrystothemis, Elektra en Orestes….
Toen de Griekse legers in Aulis waren en op een gunstige wind voor de overtocht naar Troje wachtten, zondigde Agamemnon tegen Artemis. Hij had de godin beloofd om haar het mooiste dat dit jaar bood te zullen offeren. Toen hij toevallig een reekalfje met gevlekt vel en een fraai gewei opschrikte ontglipte hem spontaan de opmerking: “Zelfs Artemis zelf…”(hij bedoelde waarschijnlijk: “Ook al wilde Artemis dat nog zo graag, zij zou het dier niet kunnen redden”). Hiermee had hij de macht van de godin in twijfel getrokken en de gunstige wind stak niet op.
Kalchas, de waarzegger van het leger, openbaarde toen dat slechts door Iphigeneia te offeren de toorn van de godin kon worden verdreven. Iphigeneia werd onder het voorwendsel van een huwelijk met Achilleus naar Aulis gelokt. Op het ogenblik dat ze zou worden opgeofferd toonde Artemis een reddende macht en verruilde hij de dochter van Agamemnon voor een hinde. Iphigeneia laat deze naar Taurus brengen…..
Klytemnestras moederlijke trots was door het bedrog beledigd, haar wilde natuur was woedend tegen haar man gericht. Toen Agamemnon uit de Trojaanse oorlog terugkeerde, vermoordde zijn vrouw hem. Drie keer sloeg ze met een bijl op zijn hoofd.
De toekomstige wreker, Orestes, werd naar Phokis gestuurd…..

Twintigste eeuwse belangstelling voor deze stof
De deels modern-decadente aandacht voor historische Griekse stof was waarschijnlijk een direct gevolg van de opgravingen door Heinrich Schliemann die enige werkelijkheid bracht in de wereld der Atriden. De belangrijkste verwerking daarvan leverde Hofmannsthal, die weliswaar nooit Mykene had bezocht.
Centraal staan daarbij steeds kwesties van schuld en boete: van haat vervulde furie, dronken woede tot aan de eenzame extatische dood, onbedwingbare wil “om het op hondse wijze vergoten bloed van koning Agamemnon” te wreken op de moordenaars.
Maar dan treedt ook een hoger gestemde humaniteit op: “Gij zult niet doden”. De volgende stap ligt besloten in de door de Griekse tragedie voorbereide goddelijke verantwoordelijkheid via de rechtspleging. 

Op het toneel
In drie bewaard gebleven werken van de grote Griekse tragici speelt de Elektrafiguur een hoofdrol, namelijk in Aeschilus ’Choèpori en in de naar haar genoemde drama’s van Sophocles en Euripides. Ook later is deze stof herhaaldelijk een inspiratiebron geweest voor (toneel)schrijvers, al of niet naar de eigen tijd ‘vertaald’.
Voorbeelden zijn Elektra (1904) van Hugo von Hofmannsthal, door Richard Strauss in 1909 tot opera bewerkt, Les Choréophores (1921) van Claudel, door Milhaud tot toneelmuziek verwerkt, van Mourning becomes Electra (1930) van Eugene O’Neill, Electre (1937) van Jean Giraudoux,  Elektra (1950) van Gerhart Hauptmann en Electra (1990) van Evangelatos, door Theodorakis verwerkt in een opera van twee aktes. Toneelmuziek bij Sophocles’ drama schreef Alphons Diepenbrock (1920). Ook Jean-Paul Sartre hield zich meer indirect met deze materie bezig.

In de muziek
Hoewel meer componisten zich met deze stof bezighielden, is Richard Strauss met zijn opera uit 1909 daarvan onmiskenbaar de belangrijkste. De indringendheid van Elektra’s haat voor haar moeder Klytemnestra, haar liefde voor haar broer Orestes en haar walging voor haar zuster Chrysothemis inspireerden Strauss tot muzikale hoogten die hij verder nooit evenaarde. Elektra’s wildwoeste wens naar de dood van haar moeder als wraakuiting voor haar moord op Agamemnon, haar vader, wordt bereikt met een enorme dramatische kracht. Ook al zijn alle dramatis personae feitelijk grotesk. Klytemnestra is de enige die door de componist is voorzien van atonale muziek en tevens de afzichtelijkste figuur uit al zijn opera’s. De zwakste persoonstekening geldt Orestes wiens bijdragen aan het drama onderbelicht blijven tot de finale climax.
Deze verrassende eenakter is gehuld in een overdadig romantisch, doch dissonant klankgewaad waardoor de vele melodieën niet steeds direct herkenbaar zijn. Maar de virtuoze orkestratie, het heftige contrapunt en het nadrukkelijk gebruik van polytonaliteit bieden verrijking. Voor een krachtige dramatische sopraan biedt de opera een fraaie uitdaging. Hoogtepunten zijn de dialogen van Elektra en Klytemnestra, de herkenningscène tussen Elektra en Orestes en het slotduet van de beide zusters wanneer Elektra een hysterische, fatale overwinningsdans ten beste geeft.
Vergeleken hiermee zijn de andere composities lichtelijk verdunde afleidingen, maar ze werpen wel op heel verschillende manier licht op het gegeven.

Discografie
Diepenbrock: Toneelmuziek bij Sophocles’ Elektra.(1919/20)
Residentie orkest o.l.v. Hans Vonk. Chandos CHAN 10029.
Symfonische suite hieruit
Concertgebouworkest o.l.v. Riccardo Chailly. Donemus CVCD 50.

R. Strauss: Elektra (1909)
Alessandra Marc, Hanna Schwarz, Deborah Voigt, Siegfried Jerusalem, Samuel Ramey met het Ensemble van de Weense Staatsopera o.l.v. Giuseppe Sinopoli. DG 453.429-2 (2 cd’s).
Eva Marton, Brigitte Fassbänder, Cheryl Studer, James King en Franz Grundheber met het Ensemble van de Weense Staatsopera o.l.v. Claudio Abbado. ArtHaus 100.048 (dvd).

Milhaud: Les Choréophores naar Claudels vertaling van Euripides’ Oresteia (1921)
Solisten, koor en New York filharmonisch orkest o.l.v. Leonard Bernstein. Sony 62352.
Solisten, koor en Lamoureux orkest o.l.v. Igor Markevitch. DG 449-748-2.

Theodorakis: Electra op libretto van Evangelistos (1991/95)
Academia Capella orkest St. Petersburg o.l.v. Mikis Theodorakis. Intuition Records  INT 3312-2 (3 cd’s).