ELITAIR IN SOORTEN EN GRADATIES
Het gebeurt steeds weer en telkens met nieuwe, krassere bewoordingen of dreigende maatregelen. Het cultureel elitarisme ligt in ons land onder beschot. In het zicht van grootscheepse regeringsbezuinigingen voor de kunstsector in het algemeen roeren allerlei mensen en instanties zich verontwaardigd en spijtig. Misschien wat vroegtijdig omdat nog nauwelijks bekend is waar en met hoeveel zo’n bezuiniging ingrijpt. Waarschijnlijk omdat de mensen uit de kunst en degenen die met kunst te maken hebben als een haas in schijnwerperlicht alleen maar ‘verbijsterd’ (hèt modewoord immers) zijn om zich vervolgens te laten overrijden. Kunst is immers toch maar een luxe die best kan worden gemist.
Probleem is dat de kunst weinig weerbaar is, nauwelijks de instituties heeft om zich met kracht te verdedigen. Waar (en wat) is de Toonkunstenaarsbond? Heeft die behalve voor betere salariëring ooit op dergelijke provocaties gereageerd? Nee, dat doen anderen (if any) wel.
Om aan de al te elitaire verwijten te ontkomen zijn op muziekgebied wel mengpogingen ondernomen waarbij hoge kunst met lagere werd gemengd. Niet zo’n succes want vrijwel altijd bleef één groep teleurgesteld achter. De moeilijk te beantwoorden vraag wat ‘het nut van kunst is’ wordt weer van stal gehaald en slechts met vage argumenten beantwoord. En natuurlijk: kunst is lang niet voor iedereen even makkelijk toegankelijk.
Al jarenlang valt op dat van de meeste grote cultuurstromingen en -sectoren de klassiek geheten muziek de meest gelaten, dus de minst assertieve indruk maakt. Eventuele macht is ook moeilijk te mobiliseren door de grote versplintering, een vuist valt haast niet te maken.
Het begon al met een vrij stilzwijgend geaccepteerde ‘sanering’ van plaatselijke muziekscholen. Vele verdwenen. Om PVV gemeenteraardskandidaat Fritsma te citeren: “Muziekles kun je overal krijgen, ook bij particuliere leraren, want waarom zou jan modaal daarvoor moeten opdraaien?”
Intussen gaat het verder, “want waarom zou diezelfde jan modaal ook nog moeten betalen voor een elitegezelschap dat een tromboneclubje bezoekt?” En als dat zo is, waarom dan niet meteen dat van zijn bestaansrecht geroofde overbodige tromboneclubje (bedoeld is het Residentie orkest) ook maar meteen opdoeken”.
Eigenlijk is al jaren geleden begonnen met een stille sloop van het muziekwezen door op de basisschool nauwelijks of geen aandacht meer te besteden aan muziek. In de keuzepakketten van de middelbare school wordt van het vak CKV (Culturele Kunstzinnige Vorming) verwacht dat enige aandacht wordt besteed aan klassieke muziek. Afhankelijk van de docent schijnt vooral aandacht te worden besteed aan fotografie, tekenen, presentatievormen maar weinig of nauwelijks aan klassieke muziek. Geen idee wat die muziekeducatie binnen dat kleine segment inhoudt. Wel meegemaakt dat een schoolklas daartoe veroordeelden volkomen onvoorbereid naar een concert met de Achtste symfonie van Sjostakovitsj werd gejaagd met als enige opdracht daarover een kort verslagje te schrijven. Wat een gemiste kansen!
Geen wonder dat er stemmen opgaan om nu het hele kunstzooitje maar in de afvalcontainer te dumpen. Maar ho even: valt er dan niet meteen veel meer te lozen? Waarom moet ik als ex hardwerkende burger en brave belastingbetaler meebetalen aan de stadions, de subsidies en de met politiebewaking omgeven spelletjes van een stel megalomane voetbalclubs en nog megalomaner spelers? Zo bezien bestaat er geen enkele reden meer om het nut van waar je plezier aan beleeft aan te tonen. Je moet gelukkig ook betalen voor veel dingen waar je niet aan deelneemt of geen plezier aan beleeft. Van gemeenschap is nu eenmaal nog geen sprake als álles gemeenschappelijk is. Probeer maar liever om iedereen te motiveren om van zoveel mogelijk manifestaties te genieten en daarvoor de condities te scheppen.