Fonografie Muziek

CARTER, ELLIOTT, BIJ DE DOOD VAN

BIJ DE DOOD VAN ELLIOTT CARTER (11-12-1908 – 5-11-2012)

 

Elliott Carter behoorde tot de belangrijke reeks Amerkaanse muziekpioniers die begon met Charles Ives en die doorliep tot Conlon Nancarrow. Mensen die zoveel hebben gedaan om mede de oude wereld van de klassieke Europese muziek flink op te schudden. Net als vooral Ives schiep Carter een duidelijk gevoel van de plaats in de Amerikaanse muziek omdat hij zowel de sfeer van de verre, open vlakten, van de woestijnen als die van de dicht bewoonde grootsteedse stedelijke ‘landschappen’ met hun tomeloze energie en hun botsende geschiedenissen vorm gaf in zijn rijke en dynamische stijl. Daarbij kon hij onbuigzaam en uitdagend zijn, maar op zijn best bezit de muziek van Carter een cycloonachtige beweging en complexiteit die maar door weinig tijdgenoten wordt geëvenaard.

Carter begon laat met componeren, ondanks vroege aansporingen van Ives die verzekeringen verkocht aan de ouders van Carter  totdat deze de subversieve invloed ontdekten die hij op hun zoon uitoefende. In plaats daarvan studeerde Carter wiskunde en Engels op Harvard om aan de vastbesloten antihouding van de ouders te ontkomen.

Niettemin ontworstelde hij zich aan die dwang en vertrok hij naar Parijs om daar te gaan te gaan studeren bij de vooral door andere Amerikanen hooglijk geschatte Nadia Boulanger, een Stravinsky discipel. Bij terugkeer in de V.S. ging Carter werken componeren waarin hij elementen van Boulangers neoclassicisme (een stijl die hij later bij het begin van W.O II karakteriseerde als ‘een maskerade in een schuilkelder’) met een meer populistische Amerikaanse stem, zoals in zijn Symfonie nr. 1 (1942) en de Holday Overture (1944), hoewel het overenthousiaste, Copland-achtige idioom uit deze werken al gauw plaats maakte voor veel origineler werken. De complexe ritmische structuren van de Pianosonate (1946) – net jazz improvisatie maar dat zonder beat, zoals Wilfrid Millers daarover zei – voerde de populistische neoklassieke stijl tot zijn uiterste grenzen.

De Cellosonate (1948) voerde dat proces nog verder door de contrasterende persoonlijkheden van cello en piano te exploreren. Daarbij vertegenwoordigt de cello het psychologische en de piano als slagwerkinstrument het chronometrische. Zo ontstond een model dat de basis vormde van Carters latere werken.

Nog steeds niet helemaal tevreden, trok Carter zich terug in de Arizona woestijn om zijn Strijkkwartet nr. 1 (1951) te schrijven. Een werk dat van volkomen rijpheid getuigt. Terwijl het iets van de grootse wildernis weerspiegelt waarin het werd geschreven, spreekt uit de heroïsche schaal van het stuk ook een opwindende grandeur en meeslepende vaart die – zoals veel van Carters latere werken – een muzikale wereld schetst die voortdurend in een majestueuze evolutie verkeert wanneer de in elkaar grijpende verhaallijnen in en uit focus treden. Kort nadat dit werk af was, kreeg Carter er de Muziekprijs van de stad Luik voor en was ’s componisten naam internationaal gevestigd.

Door dit succes aangemoedigd schreef Carter in de volgende twee decennia een reeks belangrijke innovatieve werken. In het theatrale Strijkkwartet nr. 2 (1959) werd de techniek van de cellosonate om dramatisch tegengestelde onderling agerende instrumentale karakters tegenover elkaar te plaatsen verder verfijnd.

Maar in een reeks van drie concerten – het Dubbelconcert voor piano, klavecimbel en orkest (1961), het Pianoconcert (1965) en het Concert voor orkest (1969) – werd het principe uit het eerste strijkkwartet met zijn meerlaags muzikaal betoog tot nog grotere complexiteit gebracht.

De kwartetreeks werd aangevuld met het formidabele Strijkkwartet nr. 3 (1971) en de Symfonie voor drie orkesten (1976). Daarin werden feitelijk de uiterste grenzen van deze onvermoeibare technische experimenten bereikt.

In 1975 was al A mirror on which to dwell, zijn eerste vocale werk sinds dertig jaar, verschenen. Het luidde een periode van betrekkelijke creatieve consolidatie in. Meer vocale werken volgden voor respectievelijk mezzosopraan/bariton (Syringa), bariton (3 Poems of Robert Frost) en tenor (In sleep, in thunder) met ensemble (1978-1981), twee verdere strijkkwartetten (nr. 4 uit 1986, nr. 5 uit 1995) en opnieuw een trio concerten, eentje voor hobo (1987), eentje voor viool (1989) en eentje voor klarinet (1997).

Verder een hele reeks groot- en kleinschalige werken, met als waarschijnlijk het belangrijkst Symphonia: Sum fluxae pretiam spei (1996). Op 89-jarige leeftijd waagde Carter zich nog aan zijn eerste opera: What next?, een nieuwe wending in een van de opmerkelijkste Indian Summers uit de componistenwereld.

Hoezeer Carter tot de laatste snik door componeerde, blijkt uit het lijstje (o.a. op Wikipedia te vinden) met bijvoorbeeld nog de 3 IIllusions voor orkest (2004), Soundings voor piano en orkest (2005), een Hoornconcert (2007), een Klarinetkwintet (2007), Figment IV voor altvioolsolo (2007) en als mogelijk laatste werk een Fluitconcert (2008).

 

Zie ook de rubriek Componistenportretten.

 

Discografie met wat essentiële composities

 

Het label Bridge beschikt over een reeks cd opnamen van Carters complete oeuvre.

 

Concert voor orkest; Three Occasions; Vioolconcert. Knussen. Virgin 791.503-2.

 

Pianoconcert; Concert voor orkest; Three Occasions. Gielen. Arte Nova 74321-27773-2.

 

Pianoconcert; Holiday overture; Symfonie nr.1. Schermerhorn. Naxos 8.559151.

 

Symphonia; Klarinetconcert. Knussen. DG 459.660-2.

 

Variaties voor orkest; Pianoconcert. Gielen. New World NW 347.

 

Dubbelconcert. Laimon. Albany TROY 607/

 

Vioolconcert; Four lauds; Holiday Overture. Brown/Palma. Bridge BRIDGE 9177.

 

Celloconcert; ASKO concert; Boston concert. Knussen Bridge 9184.

 

Hoboconcert; Esprit rude; Penthode; A mirror on which to 

dwell. Holliger e.a, Boulez. Warner 8573-89227-2.

 

Strijkkwartetten nr. 1-4; Duo. Juilliard kwartet. Sony S2K 47229 (2 cd’s).

 

Strijkkwartetten nr. 2, 3 en 4. Pacifica kwartet. Naxos 8.559363.

 

Video

 

Labyrinth of time (biografische film van Frank Scheffer).

Ideal Audience DVD9DS17 (dvd).