BACHS HOHE MESSE MET GREGORIAANS
Vienne vaut bien une messe?
Net als het Weihnachtsoratorium in de Mis in b BWV 232 een composiet werk dat grotendeels bestaat uit gedurende twee decennia aan cantatedelen ontleend materiaal. Men beschouwde het altijd eerder als een compendium waarin Bach zijn grote vermogens als koorcomponist kon tonen dan als een werk dat voor een bepaalde, onbekende gelegenheid was bedoeld.Bekend is dat Bach het ‘Kyrie’ en het ‘Gloria’ in 1733 naar de rooms katholieke keurvorst van Saksen in Dresden stuurde met een begeleidende brief waarin hij zich beklaagde over zijn werkgevers in Leipzig en om een aanstelling aan zijn hof verzocht. Die aanstelling kreeg hij zoals bekend niet. Niettemin ontstond vanuit dat weinig belovende begin een van zijn grootste werken met inderdaad een uiterst belangrijk aandeel van het vijfstemmige koor. Min of meer onbekend bleef tot nu toe voor welke gelegenheid Bach het werk zou hebben gecomponeerd.
Raadsel opgelost?
Onlangs kwam de musicoloog Michael Maul van het Leipzigs Bacharchief tot de ontdekking dat het werk destijds is bedoeld voor een groep adellijke muziekliefhebbers in Wenen en dat het zijn eerste uitvoering daar zou hebben beleefd op Sint Ceciliadag, 22 november 1749 in de bekende Stephansdom bij gelegenheid van een benefietconcert voor de weduwen en kinderen van overleden musici. De beste levende musici uit de stad zetten zich met overgave voor dat doel in. Bij deze gelegenheid vormde de Hohe Messe deel van een grotere religieuze plechtigheid waarin de misdelen werden afgewisseld met Gregoriaanse gezangen.
Gezien de gevraagde grote koor- en orkestbezetting is het inderdaad logisch dat het werk niet voor de geringere Leipzigse krachten was bedoeld en dit zou inderdaad dat raadsel oplossen.
Bekende eerdere feiten
Voor de tot op heden bekende feiten rond het werk kunnen we het beste terecht bij Christian Wolff. Hij beschreef die op bladzijde 386 en volgende in zijn bekende, aan de componist gewijde boek (Bijleveld, 2000) als volgt:…... Bach had altijd nauwe betrekkingen met de Dresdense hofkapel en in het voorjaar van 1733 leek hem de tijd rijp om, met behulp van zijn collega’s in die stad, een officiële band met het hof te smeden door een groots werk op te dragen aan de nieuwe keurvoirst en koning. Hij wilde deze geste jegens het rooms-katholieke hof in Dresden maken vanuit zijn positie van luthers Thomascantor en muzikaal leider van Leipzig en koos daarvoor de mis, de enige vorm van kerkmuziek die lutheranen en katholieken met elkaar deelden. Overigens was het grootste deel van de landadel in Dresden al generaties lang luthers.
Toen Bach eenmaal had besloten om een grote, plechtige, vijfstemmige mis met orkest en trompetten en pauken te componeren, koos hij voor een ingekorte mis zoals die in Leipzig op feest- en hoogtijdagen wel werd opgedragen, maar die juist aan het hof in Dresden het meest gangbaar was.Bach heeft deze mis vrij zeker in juli 1733 of even daarvoor voltooid….. Het is denkbaar dat het werk voor het eerst is te horen geweest tijdens de vespers op Maria Boodschap 2 juli toen de staatsrouw was afgelopen.
De mis is misschien al uitgevoerd tijdens die rouwperiode, namelijk op 20 of 21 april 1733 toen koning August III in Leipzig was voor een officiële ontvangst door het stadsbestuur……. Zeker is dat het stuk in Dresden werd uitgevoerd in juli 1733. Dat blijkt uit de nog bestaande orkestpartijen en de tekst op het omslag waarin ze na afloop van het concert aan het hof zijn aangeboden.
Wolff voert daarna nog drie redenen, gebeurtenissen aan die helpen bij het herleiden van datum, plaats en deelnemers.
Aanname op losse schroeven?
Zet de ontdekking deze goed onderbouwde fundering in Dresden van Wolff nu op losse schroeven of vormt die een geloofwaardig alternatief puzzelstukje in het patroon van herkomst en intentie rond de Hohe Messe? Blijken zijn aannames toch onjuist? Meer details over de bevindingen van Maul zijn noodzakelijk om daarover een oordeel te vellen. Wist Bach het werk zestien jaar later (en dus één jaar voor zijn dood) nogmaals te slijten aan het nog strikter in de katholieke leer zijnde Wenen met als compromis een integratie van gregoriaans gezang? Enigszins naar het aangepaste motto dat de Franse koning Henri IV (1589-1610) ruim een eeuw eerder na de hugenotenoorlogen met de beroemde opmerking ‘Paris vaut bien une messe’ van geloof deed wisselen? De tijd en in dit geval dus nader onderzoek zal het leren. Wie weet, mogen we ons verheugen over een nieuwe Historikerstreit over dit onderwerp.
Mogelijk nieuw voer voor uitvoerenden en de muziekindustrie
Hoe dat ook zij, als een der eersten werpt Ton Koopman zich met zijn ensembles op deze nieuwe oplossing. 18 oktober gaat hij in Wenen zelf de bekende Hohe Messe met halverwege de door louter mannenkoor gezongen gregoriaanse gezangen voor St. Ceciliadag uitvoeren.Ongetwijfeld zal het werk meteen – en daarna vermoedelijk ook door anderen – met een aangepast tekstboekje op cd en mogelijk dvd verschijnen. Wie die gregoriaanse ‘Einlagen’ niet bevallen, kan ze tenslotte met een druk op de knop overslaan.