Iván Fischer werd in 1951 in Boedapest geboren en studeerde daar aanvankelijk piano, viool en cello, vervolgens ook nog compositie en hij rondde zijn beroepsopleiding af in de beroemde directieklas van Hans Swarowsky in Wenen, waar onder andere ook Claudio Abbado zijn finishing touches als dirigent kreeg. Daarnaast studeerde hij in Wenen verder cello en oude muziek en werkte plus assisteerde hij Nikolaus Harnoncourt.
Als dirigent brak Fischer door nadat hij als 25-jarige in 1976 het Rupert Foundation dirigentenconcours had gewonnen. Dat stelde hem in staat eerst met de belangrijkste Britse orkesten op te treden en in 1982 met het Londens symfonie orkest een wereldtournee te maken. In 1983 debuteerde hij in de V.S. bij het Los Angeles symfonie orkest en in datzelfde jaar keerde hij naar Boedapest terug om daar samen met pianist Zoltán Kocsis het Boedapest festival orkest te formeren.
Daar introduceerde hij ook een nieuwe intensieve methode om te repeteren met de nadruk op een kamermuzikale achtergrond en creatieve inbreng van ieder orkestlid. Hij bedacht ook nieuwe programmeringsvormen, bijvoorbeeld in de vorm van ‘chocolademelk’ concerten voor kleine kinderen, openbaar toegankelijke matinees waar hij zelf programmatoelichtingen geeft, openlucht concerten op het Heldenplein en ‘geheime concerten’ met een tevoren onbekend programma.
Het snelle en nogal sensationele succes van het orkest vestigde de goede reputatie van de dirigent alom. Als gastdirigent trad en treedt hij regelmatig op met het Berlijns filharmonisch orkest, het Koninklijk Concertgebouworkest, het New York filharmonisch, het Cleveland orkest, het Orchestre de Paris, het Orkest van de Beierse- en Westduitse, omroep, het Chamber orchestra of Europe en het Israël filharmonisch en de opera’s in Wenen, Londen, Parijs, Zürich, Frankfurt, Boedapest en Stockholm.
Hij begon in Engeland als muzikaal leider van Northern Sinfonia (1979-1982) en vervolgens van Opera Kent (1984-1989); gedurende zeven jaar was hij chefdirigent van het Cincinnati symfonie orkest en van 2000 tot 2003 was hij artistiek leider van de Opéra Lyon.
Iván Fischer is daarnaast onder andere stichter van de Hongaarse Mahlervereniging en beschermheer van de Britse Kodály academie.
Na aanvankelijk cd opnamen te hebben gemaakt voor Hungaroton en Quintana sloot hij een exclusief contract met Philips Classics in 1995. Met het geleidelijk verscheiden van Philips vond hij vanaf 2004 gelukkig met zijn ensemble onderdak bij het ook Nederlandse label Channel Classics. Met tal van opnamen won hij internationale prijzen.
In onderstaande discografie zijn alle, tot mei 2005 verschenen opnamen van het Boedapest festival orkest in alfabetische volgorde op componistnaam vermeld. Ze zijn eigenlijk zonder uitzondering bijzonder mooi, maar speciale aandacht verdienen de aan Bartók, Dvorak, Kodály en Liszt gewijde cd’s. Een bijzonderheid apart vormt de uitgave van Brahms’ 21 Hongaarse dansen, waarvan de nrs. 1, 3, 10 door de componist zelf zijn georkestreerd vanuit het piano origineel, nr. 6 en 16 door Parlow, nr. 8 en 9 door Schollum, nr. 15, 17 en 18 door Hidas, nr. 19-21 door Dvorak en nr. 4, 5, 7, 11, 12, 13 en 14 door de dirigent die ter wille van de couleur locale, een authentiek Hongaars zigeuneraspect de zigeunerviolisten vader en zoon Lendvay en cimbalomspeler Ökrös. Aan emotioneel rubato geen gebrek.
DiscografieIván FischerBartók: Concert voor orkest; Kossuth; 3 Dorpstaferelen. Philips 456.575-2.
Bartók: De 3 pianoconcerten. Met Zoltán Kocsis. Philips 446.366-2.
Bartók: De 3 pianoconcerten. Met András Schiff. Warner 0927-46735-2.
Bartók: Rapsodie en Scherzo voor piano en orkest; Dohnányi: Variaties over een kinderliedje. Met Zoltán Kocsis. Philips 446.472-2.
Bartók: De houten prins; Danssuite. Philips 454.429-2
Bartók: De wonderbaarlijke mandarijn; Hongaarse boerenliederen; Hongaarse schetsen, Roemeense volksdansen; Dansen uit Transsylvanië. Philips 454.430-2.
Bartók: Blauwbaards burcht. Met Idikó Komlósi en László Polgár. Philips 470.633-2.
Brahms: De 21 Hongaarse dansen. Hungaroton HCD 12571.
Brahms: De 21 Hongaarse dansen. Met József Lendvay sr. en jr. en Oszkar Ökrös. Philips 462.589-2.
Dvorak: Symfonieën nr. 8 en 9. Philips 464.640-2.
Dvorak:De 16 Slavische dansen op. 46 en 72. Philips 464.601-2.
Dvorak: Legenden; Nocturne; Miniaturen; Praagse walsen. Philips 464.647-2.
Dvorak: Vioolconcert; Mazurek; Sarasate: Zigeunerweisen; Carmen fantasie. Met Akiko Suwanai. Philips 464.531-2.
Dvorak: Celloconcert; Tschaikovsky: Rococovariaties. Met Miklos Perényi. Hungaroton HCD 12868.
Kodály: Háry Jánossuite; Dansen uit Galánta. Met Magnificat- en Miravulum kinderkoor uit Kecskemét. Philips 462.824-2.Liszt: Les préludes; Mazeppa; Tasso; Episoden uit Lenau’s Faust. Quintana 90.3049.Liszt: Hongaarse rapsodieën nr. 1-6. Philips 456.570-2.Liszt: Faust symfonie. Philips 454.460-2.Mozart: Symfonieën nr. 19, 26 en 39. Hungaroton HCD 31093.
Mozart: Pianoconcerten nr. 11, 17 en 19. Met Zoltán Kocsis. Philips 456.577-2.Rachmaninov: Symfonie nr. 2; Vocalise nr. 14. Channel Classics SSC SA 21604.
Ravel: De 2 pianoconcerten; Debussy: Fantaisie voor piano en orkest. Met Zoltán Kocsis. Philips 446.713-2.
Schubert: Symfonieën nr. 3, 4, 5, 8 en 9. Hungaroton HCD 512.616, 512.722
R. Strauss: Don Juan; Tod und Verklärung; Till Eulenspiegel’s lustige Streiche. Hungaroton HCD 12899.
Stravinsky: Vuurvogelsuite (1919); Petroesjka suite. Hungaroton HCD 31095.
Tschaikovsky: Symfonie nr. 4; Fantasie ouverture Romeo en Julia. Channel Classics CCS SA 21704 Heinz HolligerVeress: Pianoconcert; Hommage à Paul Klee. Met András Schiff. Teldec 0630-1999-2.
Georg Solti
Bartók: Cantata profana; Kodály: Psalmus hungaricus; Weiner: Serenade. Met Tamás Daróczy, Alexander Agache en het Hongaars omroepkoor. Decca 458.929-2.