Fonografie Muziek

ASSEPOESTER, BRON VAN VEEL MUZIKALE INSPIRATIE

ASSEPOESTER, BRON VAN VEEL MUZIKALE INSPIRATIE 

Assepoester, Aschenbrödel, Cendrillon, Cinderella, Cenerentola, Soljoesjka. Het sprookje van Charles Perrault (1628-1703) uit de bundel Contes de ma mère l’oye uit1697 heeft veel componisten tot muziek in diverse genres – opera, ballet, orkestfantasie, operette, musical.

Ravel echter ging in het pianoduet Ma mère l’oye (1908/10) en de gelijknamige balletmuziek (1908/11) aan haar voorbij, terwijl het onderwerp zich juist zo goed voor de dans leent.

Zoals de discografie laat zien, leende het sprookje zich voor vele muziekwerken, waarbij de hernieuwde belangstelling in de late twintigste eeuw opvalt. Muziek die hier onbekend bleef maar waarvan men op cd kan proeven.

Het sprookje

Even ter opfrissing voor degenen die het verhaal zijn vergeten. Assepoester leeft in een gezin met drie dochters, waarvan de twee meisjes die door haar stiefmoeder waren meegebracht werden voorgetrokken en zij werd gediscrimineerd en het vuile werk mocht doen. De in wezen veel mooiere Assepoester ontleent haar naam aan het feit dat ze na haar werk uitrust voor de open haard met asresten.

Dan maakt de zoon van de koning bekend dat hij een groot feest gaat geven, waaraan ook de deftige zussen van Assepoester mogen deelnemen. Duur uitgedost gingen ze balwaarts, Assepoester treurig achterlatend. Maar haar petemoei annex toverfee toonde meelijden, zei haar een pompoen uit de tuin te halen, holde die met haar uit en toverde die om in een vergulde koets. In de muizenval gevangen muisjes werden omgetoverd in paarden en een rat werd in koetsier omgetoverd. Tot slot volgden zes salamanders die een gedaanteverwisseling tot lakei ondergingen. Assepoester kreeg nog een fraaie feestjurk voorgetoverd en kon zo naar het bal, maar wel met de waarschuwing voor twaalven terug te zijn.

Onder de indruk van haar verschijning hielp de prins haar uit de koets en gaf haar een ereplaats en noodde haar ten dans. De prins was gebiologeerd door haar en de zusjes kwamen van verbazing niet bij. Maar toen de klok kwart voor twaalf sloeg, bedankte en groette ze de prins en ging naar huis. De volgende avond was er opnieuw een bal en de geschiedenis herhaalde zich. Alleen vergat Assepoester de tijd en toen de klok twaalf sloeg rende ze weg, achtervolgd door de verliefde prins. Onderweg verloor ze een glazen muiltje en de prins raapte dat op.

De poortwachters hadden alleen een slecht gekleed, arm meisje zien lopen dat onvindbaar leek. De prins stuurde herauten het land in om bekend te maken dat hij zou trouwen met het meisje dat met haar voet precies in het gevonden muiltje zou passen. Niemand meldde zich, niemand werd gevonden en ook Assepoesters zusjes kwamen niet in aanmerking hoe ze hun lompe voeten ook in dat muiltje trachtten te wringen.

Assepoester die erbij stond zei: “Laat mij maar proberen”, maar werd uitgelachen. Toen ze toch haar zin kreeg, bleek het natuurlijk perfect te passen. Op dat moment verscheen petemoei die op slag zorgde voor de allermooiste kleren. Haar zusjes vroegen haar om vergeving, de prins was eindelijk tevreden gesteld en gelukkig. Een paar dagen later vond het huwelijk plaats en het paar leefde nog lang en gelukkig.

Rossini

Stendhal zei over Rossini’s muziek dat deze ‘zelden subliem is, maar geen moment vervelend’. Een omschrijving die mooi past op La Cenerentola, een halfkomische zedenpreek over de waarden van de ware liefde en de misleidende werking van status.

De titelrol staat of valt met de capaciteit van de mezzo die deze moet vertolken. Gevraagd is een mezzosopraan met de souplesse en de wendbaarheid van een coloratuursopraan. Wanneer af en toe zo’n stem opduikt, keert het werk in volle glorie terug in het repertoire, maar in wezen is het een werk dat beter thuis op cd kan worden genoten dan in het theater. Naar verhouding domineren de ensembles teveel de aria’s en de handeling. De titelrol alleen bepaalt eigenlijk het succes.

Massenet

In vergelijking met Manon en Werther speelt Cendrillon een ondergeschikte rol in het operarepertoire van Massenet. Maar ook in dit werk herdefinieerde hij de traditie van de Franse lyrische uitingsvormen, de traditie van Gounod. Enigerlei diepzinnigheid werd niet nagestreefd. Cendrillon is een betrekkelijk laat werk van hem waarin hij zijn natuurlijke stijl ten toon spreidt met luchtige, lyrische muziek die op het zoetelijke af is. Het werk heeft feitelijk geen repertoire gehouden.

 

Prokofiev

Het gegeven van Assepoester of het glazen muiltje heeft haast het meeste weg van een kant en klaar balletlibretto: Perrault als danslibrettist. Rond 1940 deed de balletcriticus- en librettist Nikolai Volkov Prokofiev het voorstel om van het sprookje een ballet te maken voor het Kirov theater in Leningrad.

Tijdens W.O. II, in de zomer van 1943 was het Kirov ballet onder vrij primitieve omstandigheden naar Perm in de Oeral uitgeweken, waardoor de componist zich in zijn mogelijkheden beperkt voelde, ook het corps de ballet was niet meer wat het was geweest. Maar toen het werk in 1944 af was telde het 50 dansnummers in de geest van Tchaikovsky, als een soort voortzetting van diens Doornroosje met andere middelen, dus geheel in de toenmalige muziekstijl van Prokofiev met ingehouden pathos en triple sec blijken van lyriek. Het ballet is complex, maar zeer doelgericht. In november 1945 ging het werk in het Moskouse Bolsjoi theater in première.

Eigenlijk is het merkwaardig dat dit ballet uit 1945 nooit zo populair is geworden als het kort daarvoor ontstane dito Romeo en Julia. Kan het aan het thema liggen of aan de daarin nog uitgesprokener enthousiasmerende tik-tak ritmen? Beide werken geven echter een zelfde indruk grote zelfverzekerdheid van de kant van de componist die ten slotte was overgeleverd aan de grillen van het Sovjet cultuurbeleid onder Stalin.

De muziek is kernachtig en stralend, zonder gedurfd aan te doen, kleurig zonder extravagant te worden en vertoont opnieuw een emotioneel engagement van de componist dat we van vroeger werk van hem niet zo kenden of dat eerder verborgen was. Toch zijn we mijlenver verwijderd van de romantische balletmuziek van Tchaikovsky. Wel is sprake van een enigszins vaag blijvende sfeeraanduiding die mogelijk heeft te maken met het moeilijk te vangen karakter van de protagoniste.

Feitelijk is dit ballet het belangrijkste van alle hieronder genoemde vertoningen.

 

Discografie 

Boyle: Cinderella (1990). Voor verteller en ensemble op tekst van Roald Dahl.

David Campbell en Richard Stllgoe met het Soundwood ensemble o.l.v. David Campbell. Black Box  BBM 1089. 

Coates: Cinderella (1929). Fantasie voor orkest.‘Phantasy’. Orkest o.l.v. Eric Coates. Naxos 8.110173. 

Feeney: Cinderella (1989). BalletSuite. Northern ballet theatre orkest o.l.v. John Pryce-Jones. Naxos 8.553495. 

Hoffman: Cinderella (1949). Musical film

‘A dream is a wish’. Engels kamerorkest o.l.v. Donald Fraser. Delos DE 3186.

 

Massenet: Cendrillon (1899). Opera, libretto van Cain.

Frederica von Stade, Jules Bastin, Jane Berbié, Ruth Welting, Nicolai Gedda e.a. met het Ambrosian operakoor en het Philharmonia orkest o.l.v. Julius Rudel. Sony SM2K 91178 (2 cd’s).

 

Palmgren: Cinderella (1903). Wals.

Tapiola sinfonietta o.l.v. Seppo Hovi. Finlandia 0630-16885-2.

 

Prokofiev: Assepoester op.87 (1945). Ballet

Russisch national orkest o.l.v. Mikhail Pletnev. DG 476.2233 (2 cd’s) 

Rossini: La Cenerentola or la bonté in triomfo (1817). Dramma giocosa, libretto Ferretti.Cecilia Bartoli, William Matteuzzi, Alessandro Corbelli, Enzo Dara, Michele Pertusi en het Ensemble van de opera Bologna o.l.v. Riccardo Chailly. Decca 436.902-2 (2 cd’s).

Cecilia Bartoli, Enzo Dara, Raúl Giménez, Alessandro Corbelli, Michele Pertusi met het Ensemble van de Houston opera o.l.v. Bruno Campanella. Decca 071-444-9 (dvd) 

Joh. Strauss II: Aschenrödel (1901). Ballet Hoogtepunten: Omroeporkest Bratislava o.l.v. Jerome Cohen. Marco Polo 8.223279.Wals: Slowaaks staats filharmonisch orkest o.l.v. Christian Pollack. Marco Polo 8.223244. 

Viardot-Garcia: Cendrillon (1904). Kameroperette op eigen libretto.Charles Mitchell koor o.l.v. Nicholas Kok. Opera Rara ORR 212.