Fonografie Techniek

MERCURY LIVING PRESENCE

MERCURY'S "LIVING PRESENCE" SERIE In de jaren vijftig van de vorige eeuw waren er een paar platenlabels, die begonnen de cultus van hifi geluid aan de software kant te ontwikkelen. Eén daarvan was Decca in Engeland met "Full Frequency Range Recording", afgekort tot "ffrr", een ander was Mercury in de V.S., dat "Living Presence" propageerde. Mercury's eersteling was – niet toevallig – een spectaculair werk als Moessorgsky's Schilderijententoonstel­ling in de orkestratie van Ravel, op 23 en 24 april 1951 opgenomen door Rafael Kubelik met het Chicago symfonie orkest en in Europa uitgebracht op een 25cm H.M.V. lp (BLP 1002). De bewuste opname gold geruime tijd als een kwaliteitstip. Er werd over geschreven in bewoordingen als: "Het resultaat is opmerkelijk vanwege zijn onvervormde overvloed en klankrealisme, vooral waar dit het koper en slagwerk betreft. Zelfs diegenen, die al lang genoeg hebben van het werk zullen onder de indruk komen van de uitvoering en opname." Dat was in 1952, toen van de belangrijkste concurrerende opname door het Suisse romande orkest onder Ansermet (Decca LXT 2896) werd gezegd: "hoewel minder briljant in de kopergroep, klinken de strijkers hier beter en is de uitvoering in geen enkel opzicht inferieur." Rimsky-Korsakovs Scheherazade was ook zo’n briljant orkestwerk waarover Ansermet zich al gauw voor Decca ontfermde.De monaurale bandopnamen waren ontleend aan een opname­concept met slechts één microfoon, een supergevoelig Telefunken U-47 condensatormo­del, die 8m boven het hoofd van de dirigent was opgehangen. Later in de tweede helft van de vijftiger jaren, werden voor stereo opnamen drie rondom gevoelige Telefunken 201 microfoons "in een vlak buiten de podiumboog gebruikt om de volle gloed van het orkest op te vangen. De opnamen werden aanvankelijk gemaakt met driespoors recorders op halfinch brede band. In een poging tot nadere omschrijving van de opname­kwaliteit werd deze destijds door de New York Times gekwalifi­ceerd als "You are there." Deze in wezen eenvoudige en puristische manier van opnemen heeft school gemaakt en met name Decca hanteert deze methodiek nog graag en vaak. Al die opnametechnisch zo natuurlijk en fraai klinkende opnamen uit de St. Eustache kerk in Montréal van het plaatselijke symfonie orkest onder Charles Dutoit zijn daar sprekende voorbeelden van.Later trok Mercury er op uit met een Mobile Sound Truck, eerst naar Londen om in Watford Town Hall opnamen van het Londens symfonie orkest te maken, later, in 1962, zelfs naar Moskou om daar opnamen te maken. En dat jaren voordat Sheffield met zijn "Moscow Sessions Project" begon. In de beschrijvingen op de plaathoezen werd gerept over "Het enorm grote dynami­sche bereik, de opmerkelijke fenomenen van de diepte­werking, richtwer­king en ruimtelijk­heid." In die tijd waren dergelijke Mercury opnamen beslist beter dan wat de bovengemiddel­de pick-up kon presteren. Gedurende zeventien jaar werden ruim driehonderd­vijftig albums geproduceerd. Heel beroemd werd Dorati's opname van Tschaikovsky's Ouverture 1812 met gebruikmaking van een 12-ponder kanon uit Napoleons tijd en het Laura Spelman Rockefeller Memorial carillon uit de New Yorkse Riverside kerk.De kritische "EMG Monthly Letter", die de kwaliteit van opname en uitvoering afzonder­lijk beoordeelde de monoversie vaak gunstiger dan de stereodito. Een andere nieuwe verworven­heid van Mercury was, dat het geluid niet op magnetische band, maar op 35mm film werd vastgelegd. Ook dat was niets nieuws, want die gedachte werd o.a. al eind jaren dertig met het Philips-Miller systeem toegepast. De bij Philips verschenen Mengelberg opnamen zijn daar deels aan te danken. Film als opslagmedium voor geluid had ook nadelen: het ruisniveau was soms hoger en bij alle winst aan brille stoorde dat nog wel eens.Geholpen door Amerikaanse audiofiele bladen als The Absolute Sound werden die oude Mercury platen tot ware Collector's Items, tot eerste voorbeelden van de State of the Art op opnamegebied. De vraag hield ook in het cd tijdperk aan en dus besloot Philips, bewaarder van het Mercury archief, tot heruitgave van dit moois. Een eerste groep van tien opnamen verscheen eind 1990, een tweede voorjaar 1995.Bij wijze van aangepaste verjongingskuur en om eventuele ruis en ongerechtigheden te verwijderen, is even overwogen om al het materiaal door het "No Noise" procédé te halen, waarmee een knappe computer tekortkomingen "wegrekent", maar mogelijk ook andere, nieuwe schade aanricht. Om zeker te zijn heeft de vrouw achter het oorspronkelijke project, Wilma Cozart Fine echter besloten om de "remastering" uit te voeren met behulp van een opnieuw opgeknapte Westrex (buizen) film recorders en Ampex 3-spoors recorders zonder enige compressie, filtering of equalization. Alleen met het snijden van de moederplaat moest men destijds wat compromissen aangaan en dat is natuurlijk in het digitale tijdperk niet meer nodig. Wilma Cozart Fine was eerder de persoonlijke secretaresse van dirigent Antal Dorati en ze was getrouwd met Robert Fine, die in 1951 met Mercury begon.Voor de verzamelaar is iedere heruitgave strikt genomen wat minder dan het origineel. Het geluid is vaak door "digital remastering" wat veranderd, de hoes is niet alleen sterk verkleind, maar vaak ook gewijzigd in de tekst. Een plaatetiket met het hondje Nipper van H.M.V. is in wezen echter dan een heruitgave met het EMI logo. Al het moois uit de goede oude tijd heeft echter ook naar het geluid gerekend wat bijzonders. Audiofiele insiders vergeleken de opnametechnieken van RCA, Mercury en Decca op een manier, zoals kenners van de schilderkunst de technieken van bijvoorbeeld Van Gogh, Seurat en Manet vergelijken. Bij die heruitgaven bevinden zich ware schatten, zoals opnamen van Antal Dorati met Kodaly en Bartók, Stravinsky's Vuurvogel en de Nieuwe Weense School (Schönberg/Berg/Webern met het Londens symfonie orkest), balletsuites van Prokofiev onder Skrowaczewski, Janos Starker met Dvoraks Celloconcert, Byron Janis in de Lisztconcerten en Frederick Fennells virtuoze Eastman Winds.Het zou fout zijn te menen, dat het bij de Living Presence serie alleen om (destijds) superieure opnametechniek gaat en dat de uitvoeringen van ondergeschikt belang zijn. Het tegendeel is vaak waar. Neem de opnamen van Dorati; die ontstonden in zijn beste jaren, toen hij nog blaakte van temperament en energie. Zijn latere Decca- en Philips opnamen weerspiegelen een vermindering van die faculteiten.Dat het om heruitgaven van oude banden en films gaat, wordt hoorbaar als men het materiaal met een hoogwaardige hoofdtelefoon (bv. Stax SR Lambda) beluistert. Spoortjes brom, onderdrukte ruis en typische band "bubbels" - een zacht plopgeluid - worden dan hoorbaar. Ook klinken fortissimo violen in het hoge register en trompetten vaak gemeen scherp. Het ergst in de Moskouse opname van het Marziale uit Liszts 2e Pianoconcert (8e bandje). En Respighi's Pijnbomen van Rome kan de vergelijking met de bijna over oude RCA opname van Fritz Reiner ook niet echt doorstaan; de RCA opname, een met zorg gerealiseerde multi-microfoon onderneming, klinkt guller, losser. Maar wat wel imposant is van het oude Mercury materiaal, is het open, natuurlijke podium effect.  

DISCOGRAFIE

Een keus uit het mooiste materiaal Bartók: Hongaarse schetsen; Roemeense volksdansen; Kodaly: Hary Janossuite; Dansen uit Marosszek en Galanta. Minneapolis symfonie orkest c.q. Philharmonia Hungarica o.l.v. Antal Dorati. Mercury 432.005-2.Berg: Lulusuite; 3 Orkeststukken op. 6; Schönberg: 5 Orkeststukken op. 16; Webern: 5 Orkeststukken op. 10. Helga Pilarczyk met het Londens symfonie orkest o.l.v. Antal Dorati. Mercury 432.006-2.Dvorak: Celloconcert; Bruch: Kol nidrei; Tschaikovsky: Rococovariaties. Janos Starker met het Londens symfonie orkest o.l.v. Antal Dorati. Mercury 432.001-2.Gould: Spirituals; Fall River legend; Balletsuite; Barber: Suite uit Medea. Eastman Rochester orkest o.l.v. Howard Hanson. Mercury 432.016-2Liszt: De 2 Pianoconcerten; toegiften van Liszt, Schumann, Falla e.a. Byron Janis met het Moskou's filharmonisch orkest o.l.v. Kyril Kondrashin. Mercury 432.002-2.Prokofiev: Suites no. 1 en 2 uit Romeo en Julia; Moessorgsky: Nacht op de kale berg. Minneapolis symfonie orkest o.l.v. Stanislav Skrowaczewski c.q. Londens symfonie orkest o.l.v. Antal Dorati. Mercury 432.004-2. Respighi: De vogels; Braziliaanse impressies; De fonteinen- en pijnbomen van Rome. Londens- en Minneapolis symfonie orkest o.l.v. Antal Dorati. Mercury 432.007-2.Respighi: Antiche danze ed arie per liuto, suites 1, 2 en 3. Philharmonia hungarica o.l.v. Antal Dorati. Mercury 434.304-2.Saint-Saëns: Symfonie no. 3; Paray: Mis voor Jeanne d'Arc. Marcel Dupré met het Detroit symfonie orkest o.l.v. Paul Paray. Mercury 432.719-2.Sousa: Marsen. Eastman Wind ensemble o.l.v. Frederick Fennell. Mercury 434.300-2.Stravinsky: Fireworks; Suite uit De vuurvogel; Tango; Scherzo à la russe; Lied van de nachtegaal. Londens symfonie orkest o.l.v. Antal Dorati. Mercury 432.012-2.Stravinsky: Petroesjka; Sacre du printemps; 4 Etudes. Minneapolis- en Londens symfonie orkest o.l.v. Antal Dorati. Mercury 434.331-2.