Fonografie Techniek

MUZIEK UIT LICHT: FABRICAGE VAN CD'S

MUZIEK UIT LICHT, BIJNA SCIENCE FICTION

 

De fabricage van cd’s

 

Het is er steriel schoon. De werknemers zijn vermomd als chirurgen. Hier worden compact discs gefabriceerd. Al lopend door de fabriek krijg je het gevoel dat je deel uitmaakt van een film, spelend in een verre toekomst.

 

Operatiezaal, quarantaineafdeling of fabriek? Dat vraagt men zich af bij het zien van afbeeldingen van de cd afdeling of het rondwandelen door de Polygram fabriek in Hannover. Om daar binnen te treden moet de bezoeker zich zelf ook vermommen als een chirurg. Er wordt namelijk gewerkt onder lichte overdruk clean room omstandigheden in super gezuiverde, gerecyclede lucht, net als bij de chipfabricage en de bereiding van bepaalde farmaceutische preparaten.

Tijdens een essentieel deel van het fabricageproces – het spuitpersen van de plastic plaatjes, het metaliseren daarvan met een heel dun aluminiumlaagje en het vervolgens aanbrengen van een beschermende laklaag mogen namelijk geen stofjes door de lucht vliegen. Omdat het hele digitale lasterstraal aftastproces zich in een microwereld afspeelt, zou de laser uit de cd speler elk minuscuul vuiltje in het plaatoppervlak ervaren als een baksteen zo groot. Met het risico dat hij ontspoort en door de foutcorrectie niet in zijn slechts 0,5µ (0,0005mm) brede pitspoor wordt gehouden.

De putjes in het reflecterende metalen vliesje, dat veilig in het plastic besloten ligt en waaruit de muziekinformatie kan worden teruggewonnen, bedraagt slechts 0,11µ. Het metalen laagje is circa 30µ dik, de helder transparante deklaag ongeveer 1mm. Op het plaatje dat een diameter heeft van 12cm liggen zo’n 20.000 sporen met een totale lengte van 25km, goed voor een speelduur in de orde van maximaal 78 minuten. Geen wonder dat een uiterst klinische en preciese behandeling noodzakelijk is. En toch kan gecontroleerd sprake zijn van een massaproductieproces.

Het begint uiteraard met de muziekopname zelf die van de magnetische band of een harde schijf komt. Bij oudere analoge opnamen moet het materiaal eerst met een A/D (analoog/digitaal) omzetter worden gedigitaliseerd, bij moderne opnamen is het meteen in de juiste gedigitaliseerde vorm aanwezig. Het muzieksignaal wordt voorzien van allerlei codes en subcodes om titel, speelduur, correctiemogelijkheden en dergelijke met een laserstraalrecorder overgespoeld naar een super vlakke glasplaat die is voorzien van een lichtgevoelige laag.

De laser belicht puntsgewijs de fotogevoelige laag. Bij het ontwikkelen en fixeren worden zo in het oppervlak minuscule gaatjes weggewassen: de zogenaamde pits. De zo ontstane master wordt met een heel dun laagje verzilverd en ter stabilisatie vervolgens nog vernikkeld.

Beide metaallagen worden vervolgens van de glasplaat genomen en vormen een negatief, de vader. Langs elektrogalvanische weg wordt hiervan een moeder gemaakt,  weer een positief dus waarvan daarna een reeks opnieuw negatieve zonen wordt vervaardigd: de persmatrijzen.

Daarmee zijn we aan het begin van de reportage. Zekere parallellen met de oude lp fabricage in bijvoorbeeld Baarn of Haarlem zijn er ontegenzeggelijk. Maar in tegenstelling tot de stampende en licht dampende plaatpersen in een gewone fabriek van vinyl grammofoonplaten, vindt bij Polygram dus alles onder superschone condities plaats. Het gaat om een streng afgesloten fabriek binnen de fabriek.

De nog doorzichtige plastic plaatjes worden nu met behulp van matrijzen in een spuitperstechniek van een speciaal polycarbonaat, Macrolon, waarvan overigens ook wel brillenglazen en etalageruiten worden vervaardigd, geproduceerd. In de beginjaren van de productie in Hannover leverden 42 persen elke 25 seconden zo’n plaatje.

De machine laadt de plaatjes in magazijnen van 50 stuks voor verder transport en de volgende behandeling. De nog steeds doorzichtige schijfjes worden in de volgende productiegang automatisch overgebracht op de loodrecht hangende metalen subtraatplaten, zeven rijen van elk vijf stuks. Een hele reeks van dergelijke platen, wel twintig in getal, wordt vervolgens in de vacuümkamer van de zogeheten sputterinstallatie gebracht.

Onder vrij tijdrovende vacuümcondities worden daarin de afzonderlijke, door een verstuivingswolk met minuscule aluminiumdeeltjes passerende plaatjes van een microscopisch dun aluminiumlaagje voorzien. Aan de achterzijde van de sputtermachine verlaten de nu spiegelende plaatjes de vacuümruimte om meteen van een beschermende laklaag te worden voorzien. De plaatjes schuiven als een Hoovercraft langs fraai gebaande, supergladde wegen zonder met hun gevoelige kant het oppervlak aan te raken.

De rest van de fabricage hoeft hierna niet langer onder clean room omstandigheden plaats te vinden. Om risico van kromtrekken te vermijden, worden de plaatjes niet voorzien van een opgeplakt papieren label, maar wordt de nodige informatie, inclusief de naam van de betreffende muziekindustrietak er met drukinkt direct op gestempeld. Maar niet dan nadat eerst heel minutieus het 15mm grote middengat is uitgestanst. Centrering gebeurt uiterst precies en ook alweer met behulp van lasertechniek.

Een belangrijk stadium vormt hierna de kwaliteitscontrole: een schare dames bekijk gehandschoend elk plaatje afzonderlijk onder een grote loep met gepolariseerd licht. Daarnaast worden steekproefsgewijs nog ongeveer vier van elke vijftig cd’s automatisch en volledig gecontroleerd door ze af te spelen en het resultaat door een computer te laten beoordelen.

Rest tenslotte het inpakken van de tekst/toelichtingboekjes in de helaas wat erg kwetsbare plastic doosjes, de zg. crystal boxes. Een finale die in de beginjaren van de productie nog niet was geautomatiseerd.

Met anno 1984 een dagproductie van tegen de 80.000 stuks en een uitvalpercentage dat onder de 25% ligt, is Polygram in Hannover op dat moment nog de grootste cd producent ter wereld. Het gaat om een momentopname uit dat jaar. Met een jaarproductie van zo’n 50 miljoen cd’s, waarvan het leeuwendeel door de Philips/Siemens joint venture in Hannover, blijft het aanbod verleidelijke glimplaatjes met perfecte, gebruiksvriendelijke glimplaatjes met vrijwel perfecte muziekweergave nog ver achter bij de vraag. De overschakeling van kwetsbare, grofstoffelijke lp’s naar subtiele, vrij onkwetsbare cd’s, van macro naar micro, is een grote stap op het gebied van de muziekweergave, maar beslist nog niet de laatste.