Fonografie Techniek

OUDSTE FONOGRAM TOT KLINKEN GEBRACHT

OUDSTE FONOGRAM TOT KLINKEN GEBRACHT 

In het hoofdstuk ‘Geschiedenis van de grammofoon’ uit de rubriek ‘Fonografie techniek’ is in grote stappen de ontstaansgeschiedenis van de grammofoonplaat beschreven. Aan dat relaas zijn nu wat interessante alinea’s toe te voegen.De eerste die zover bekend concrete mogelijkheden zag om geluid schriftelijk, als fonogram (naar analogie met seismogram en cardiogram) vast te leggen, was de Fransman Léon Scott. Hij bedacht een mechanisch systeem waarbij een grote trechter waarin men kon spreken of zingen aan de achterkant was voorzien van een membraan dat zo in trilling werd gebracht. Op zijn beurt zat aan de achterkant van dat membraan een naald die meetrilde. De hele contraptie was bevestigd op een as die met een wormwiel in horizontale beweging werd gebracht. Verder was er een roterende rol met daarop een stuk beroet papier waarop die naald de geluidscurve schreef.In 1859 werd dat apparaat door Lissajous op de Parijse Académie voorgesteld. Men hoopte dat geschoolde krachten dergelijke fonogrammen zouden kunnen lezen. Zover is het nooit gekomen. Tenslotte was Scott geen techneut, maar een dichter, rukker en dromer zonder connecties en financiële middelen: opname geslaagd – weergave onmogelijk.Daarvoor zorgde Charles Cros pas in 1877 met zijn Paleophone (stem uit het verleden). Hij stelde alweer op de Académie een apparaat dat in grote lijnen identiek was met dat van Scott voor. Maar hij gebruikte nu was als registratiemateriaal. Met een beetje zorg kon daarmee het hele proces in omgekeerde volgorde worden herhaald om zo het geluid weer hoorbaar te maken.Edison was handiger en gewiekster want hij was hem echter net een stapje voor door ook in juli van dat jaar alweer met een gelijksoortig apparaat – de phonograph - te komen (en daar meteen patent op aan te vragen) en in plaats van kwetsbare was een velletje duurzamer staniol te gebruiken.Van Scott en zijn phonautograph is nooit meer wat vernomen, maar nu blijkt dat zich in een Parijs’ archief een van zijn papieren fonogrammen bevond. De Amerikaanse audiohistoricus David Giovannoni en wetenschappers van het Lawrence Berkely instituut zijn er in geslaagd om dat fonogram hoorbaar te maken. Het bleek het liedje ‘Au clair de la lune’ te bevatten. In heel povere kwaliteit, maar nittemin.Interessant is nu nog te ervaren hoe ze hem dat lapten. Waarschijnlijk door met een geavanceerde techniek exact die dunne fonogramlijn te graveren in bijvoorbeeld vinyl, op de wijze waarop vroeger de master van elpees werd gemaakt. Daarna is het nog een kwestie van uitproberen met welk toerental die plaat moet worden afgespeeld om tot het gewenste resultaat te komen.Al met al een boeiende toevoeging aan wat op dit gebied al bekend was, zoals eerder die invulling van een ook gereconstrueerde Edison opname voor een pratende klok.