Fonografie Techniek

QUADRAFONIE REVISITED

QUADRAFONIE  REVISITED of  DE GESCHIEDENIS HERHAALT ZICH MET ANDERE MIDDELEN 

Wat mij hooglijk verbaast is de vrijwel kritiekloze acceptatie, je zelfs bejubeling van SACD en DVD-A. Een kleine dertig jaar geleden dreigde quadrafonie via drie incompatible systemen in de audio- en muziekwereld te worden ingevoerd. Zolang het bij de introductie demonstraties ging om het creëren van ruimtelijke geluidseffecten was iedere luisteraar aangenaam verrast. In sporttermen en naar analogie van de eerdere introductie van stereo met links/rechts tafeltennis geluiden kopte ik ironisch in Disk: “Van Wimbledon naar het Sportfondsenbad”.

Van achter de luisteraar opkomende en langzaam overdrijvende onweersbuien klonken heel suggestief, maar niet zodra moest een in een concertzaal optredend ensemble op natuurlijke wijze worden afgebeeld of het ging mis. Om te beginnen moest men in en klein gebied midden tussen de luidsprekers plaatsnemen en zijn hoofd stil houden, maar dan nog klopte het klankbeeld absoluut niet in termen van stabiliteit, lokalisatie, fase, balans, overspraak, definitie en ruimtelijkheid.

Nog jaren heeft een wiskundige als Gerzon AES conventies platgepraat met de aanbeveling van steeds onbegrijpelijker modellen, nog jaren verschenen met name van CBS en EMI SQ quadrafonie lp’s die beduidend waziger, gemanipuleerder en onnatuurlijker klonken dan hun pure stereo alternatieven. Terecht stierf het inadequate medium een stille dood. Het is met de 16 2/3t plaat, 8-track cassette, de elcaset, hdtv, video 2000, cd-video, cd-i en dcc bijgezet in het museum der audiovisuele mislukkingen. Dat het niets is geworden, heb ik altijd toegeschreven aan het feit dat de achterliggende gedachten geheel voortkwamen uit de commercie, uit het brein van theoretici en elektronici en niet uit dat van (psycho)akoestici, muziekpsychologen, fysiologen en musici.

Natuurlijk was het – terzijde opgemerkt – altijd al een gotspe me door mensen die nog nooit een cello of een hobo in natura hadden gehoord te laten bezweren hoe deze volgens hun één, twee, vier acht of meer via luidsprekers hoorden te klinken. Ik heb me altijd tot de kritische early adapters gerekend. Op basis daarvan begroette ik de lp, de stereo lp, Dolby ruisonderdukking, laserdisk en de cd van ganser harte en wees quadrafonie, voorbespeelde VHS videobanden, cd-video, cd-i en nu dus voorlopig ook SACD en DVD-A categorisch af. De meerwaarde van deze media was en is miniem of zelfs negatief.

Intussen hebben we al jaren Dolby Surround in groot- en kleinschalige theaters (de bioscoop en het Home Theater thuis). Opnieuw heel suggestief bij de ruimtelijke geluidsreproductie van met name geweldfilms en overdrijvende onweersbuien maar wel een discrepantie tegenover het in verhouding altijd krappe 2-dimensionale beeld. En opnieuw zelden bevredigend bij de geluidsweergave van akoestische muziekinstrumenten spelend in een akoestische ruimte.

En nu is er dan zowaar sprake van een uiterst trage, zelfs stagnerende wederopstanding van de quadrafonie met andere, meer eigentijdse, doch nauwelijks overtuigender middelen. Onevenredig dure apparatuur en nauwelijks adequate – vaak zelfs vanuit duistere vroegere hiervoor ongeschikte opnamen gemanipuleerde - software.Opnieuw aangestuurd door de hierboven genoemde categorieën, nogmaals dezelfde fouten makend, weer uitgaand van een paar incompatibele systemen, SACD en DVD-A. Onwillekeurig komt de parabel van de ezel en de steen in herinnering. Onbegrijpelijk ook het enthousiasme van ervaren mensen die geacht kunnen worden beter te weten. Ongeacht wat er aan SACD en DVD-A, aan 5.1 of 7.1 over ons heen komt, ik geloof er voor de uiteindelijke realisatie van vroegere leuzen als ‘Werkelijkheidsweergave’ en “De concertzaal thuis’ (gelukkig toch al een fysieke onmogelijkheid) niet in voor “mijn” muzieksoort: de zogeheten klassieke.

Toegegeven, mijn praktische ervaring is beperkt. De eerste was bij Polyhymnia en verliep met dezelfde apparatuur en onder vergelijkbare omstandigheden als de Philips demonstructie tijdens de VAD (Veluwse Autobus Dienst is mijn eerste associatie helaas) in Veldhoven. En net als in de door Armand van Ommeren in zijn Chaosverhaal in HVT beschreven conclusie verlieten met mij in de bewuste sessie aanwezige lieden – oude rotten uit de Nederlandse sectie van de AES – het pand vol vraagtekens, twijfels en dominerend negatief commentaar. We hadden o.a. een onrealistische, ongeloofwaardige opnamen gehoord van het Boedapest festival orkest onder Iván Fischer en brokken uit het Bachcantate project van John Eliot Gardiner.

De tweede negatieve ervaring was in een prestigieuze demoruimte van een Hilversumse audiozaak. Opnieuw kosten nog moeite gespaard op het gebied van de hardware. Maar helaas veel irrelevante a priori al gemanipuleerde shitmuziek als demomateriaal en de paar fragmenten die wel houvast gaven klonken opnieuw erg onovertuigend om de al genoemde redenen. Geen aanleiding dus om in de nieuwe media te investeren.

De derde ervaring is opgedaan bij een goede vriend die over een goed uitgekiende, harmonische High End stereo installatie beschikt en die via een relatie de beschikking had gekregen over wat SACD demomateriaal plus dit speler (uit de hoogste prijsklasse). In directe A-B vergelijking met pure stereoweergave via de eigen cd speler klonk het in 100% van de gevallen mooier, beter in ‘gewone’ stereo dan via de dure meerkanaals opzet.

Mijn voorlopige conclusie luidt: het is al moeilijk genoeg een in alle opzichten overtuigende stereo opname te maken, dus waarom masochistisch de problemen exponentieel vergroten om het in wat voor ‘super’ vorm dan ook te doen.

 

Jan de Kruijff

 

Hieraan wil ik graag het volgende toevoegen:

 

INTERVIEWFRAGMENT MET EEN UITSPRAAK VAN ADRIAAN VERSTIJNEN

In november 2001 voerde ik voor het jubileumboek dat ter gelegenheid van het 175-jarig bestaan van het Koninklijk Conservatorium in Den Haag verscheen een ronde tafel gesprek met anderen die vanaf de oprichting van de afdeling Muziekregistratie aan dat instituut zijn verbonden. Het ging daarbij onder andere over nieuwe ontwikkelingen:

Mijn vraag luidde: "De mediawereld is aan allerlei veranderingen onderhevig. Het beeld neemt een steeds dominanter positie is ten opzichte van het geluid; de wereld van theater, show, effecten. Groeit Muziekregistratie richting Beeld en Geluid met meer aandacht voor video en surround sound?"

Adriaan Verstijnen, onder meer producer van de Erato opnamen van Ton Koopman: "Ik weet dat Cees van der Gragt zich enorm druk maakt over surround kwesties. Voor mij is het slechts een zijlijn omdat het in mijn dagelijks werk sporadisch voorkomt. Ik verwacht er ook commercieel niet veel van voor de klassiek wereld. Surround is voor mij home cinema en voor de klassieke sector geloof ik daar absoluut niet in. Dat neemt niet weg dat er wel over moet worden nagedacht.

Interessanter is de integratie met video. In het tijdschrift Pro Audio neemt het videogedeelte een steeds belangrijker plaats in, tot in de aangepaste titel toe. Niemand weet hoe de opleiding er over twintig jaar uitziet. Audio zal er altijd zijn, maar het kan ook als geluid bij beeld zijn. Het geluid wordt steeds verder richting beeld-met-geluid gedrongen. Het marktaandeel van zuivere audio daalt, dat van mengvormen als dvd-video stijgt, pure geluids cd's wankelen onder het geweld van videoclips, video en dvd."