Test Revel Performa M20 luidspreker
UIT EEN LETHARGIE ONTWAAKT
Een nostalgische terugblikAls 75-jarige (klassieke) muziekfanaat met altijd grote, ook jarenlang professionele belangstelling voor muziekconserven en hun weergave ontkom je haast niet aan het koesteren van herinneringen en ervaringen. Die begonnen wat mij betreft medio jaren dertig v.e.
Ten dienste stond in eerste instantie enerzijds een Philips radiocombinatie bestaande uit een plaatstroomapparaat met 1 mooi gloeiende radiobuis, een afstemmer voor midden/korte/lang golf in de vorm van een black box met knoppen en ronde, draaiende afstemschalen model schoenendoos met schuin aflopende voorkant en een ronde 30cm luidspreker op voet. Het was de enige luidspreker die ik ooit heb opgeblazen. Dat kwam zo: die luidspreker uit de toen al uit componenten opgebouwde installatie had een snoer dat eindigde in een gewone netsteker, zij het met dunnere pennen. Als vierjarige heb ik die onwetend, maar snakkend naar muziek in een stopcontact gestoken met als gevolg een knal, veel rook en een afschuwelijke stank (verbranding van elektrische componenten was destijds berucht in dat opzicht).
Over de opeenvolging aan 78t. grammofoons, te beginnen met een fraai teakhouten HMV meubel met jaloezieën en een veerwerk aandrijving va een geëlektrificeerd, rond bakelieten Philipsmodel uit de oorlogsjaren, een eerste Philips lp platenspeler, Triotrack enz., enz. wil ik het nu niet hebben.
De opvolgende radio was weer een Philips, nu zwaar en tweedelig; vlak voor W.O. II kwam daarvoor in de plaats een prachtige Tungsram met kattenoog fijnafstemming. Voor de ontvangst van LG, MG en KG ontvangst voldeed dat spul best. Pas een jaar of vijf na de oorlog met de komst van FM radio en de introductie van de elpee ontstond behoefte aan betere luidsprekerweergave. Dus werden een Philips M 9710 woofer en een onbekend type tweeter op een groot klankbord gemonteerd om het geluid wat breedbandiger op te fleuren. Ideaal ook voor bij de steeds verfijnder zelf gebouwde (nog altijd mono) versterkers volgens schema’s uit Radio Bulletin en Radio Electronica.
Aan pogingen om zelf met speciaal geselecteerde onderdelen en eventueel een bestaand bouwplan met voorbewerkte kast en wisselfilter(s) in een schuurtje of op zolder zelf luidsprekers te bouwen in de stellige verwachting daarmee zeker qua prijs, maar waarschijnlijk ook qua prestaties iets beters te verkrijgen dan in de handel zijnde ‘boxen’ heb ik nooit meegedaan, ook niet tijdens de Zweedse Carlsson hausse in de jaren zestig. Niet beschikkend over meetapparatuur en een dode- plus een galmkamer leek dat onbegonnen werk.
Toen medio jaren vijftig de tijd van het professioneel luisteren en beoordelen aanbrak, beschikte ik over een buizenversterker van Klein & Hummel met luidsprekers waarvan de naam me is ontschoten. Bij de introductie van stereo en de transistorisatie draafden eerst een Sansui- en daarna een Leak versterker op met Leak Sandwich luidsprekers. Als versterkers waren daarna lang een Sony TA 1120 en de Quad 33/303 in gebruik
In een volgend stadium werd een soort tweesporenbeleid ontwikkeld met een eerste apparatuurgarnituur in de grote, akoestisch mooiere woonkamer en een tweede van wat minder gehalte in de werkkamer.
Tot het ‘eerste garnituur’ behoorden achtereenvolgens de Acoustic Research AR3a en LST, de B & W 801 en kangoeroe DM 7, de Quad ESL 63 zonder en met MBL actieve subwoofer en sinds medio jaren tachtig het Celestion 6000 systeem, bestaande uit de SL 600 voor hoog/midden en de 6000 dipool voor ruimteonafhankelijk laag. Het ‘tweede garnituur’ zag achtereenvolgens de KEF Cresta, AR 4x en Celestion Ditton 15, totdat de B & W 801’s uit het eerste garnituur ter beschikking kwamen.
Daarin is sinds twintig jaar geen verandering gekomen. Ik was tevreden, wist dat het beter kon maar nam genoegen met wat ik hoorde. Het ontbrak ook aan een drijfveer om in permanente onzekerheid en onrust tentoonstellingen en shows af te lopen op zoek naar de steen der wijzen. Intussen kon ik op afstand een optocht van nieuwe merken meemaken die vaak even snel verschenen als geruisloos weer verdwenen. Maar ook aan nieuwkomers als ‘blijvertjes’ geen gebrek. De globalisering heeft voor een veel groter, veelzijdiger aanbod gezorgd. De geluidseigenschappen van Duitse, Engelse, Amerikaanse en Franse luidsprekers die vroeger heel duidelijk en specifiek waren zijn in het algemeen tot een soort uniseks versmolten. Italië was een luidsprekerland in opkomst, Scandinavië zakte wat weg en de Japanners lijken Europa te hebben opgegeven. Zo volgde ik afstandelijk ‘de markt’ zonder nader van moois te proeven.
Nieuwe fleur
Totdat het toeval me kortstondig met een stel Amerikaanse Revel Performa M20 luidsprekers in aanraking bracht: kandidaten ter vervanging van de mooie, maar qua prestaties toch wat achterhaalde, want uitgesproken milde Celestion 600’s. Het is misschien leuk die korte kennismaking uit te breiden tot een soort laatste testrapport.
De door Kevin Voecks met behulp van metingen en luisterpanels ontworpen M20 is het kleinste model uit de Performa serie, een uit de kluiten gewassen boekenplanktype dat feitelijk als satellietsysteem in combinatie met een subwoofer bij een surround installatie past. Een bijpassende voet en een afneembare grille vormen eventuele toebehoren.
De belangrijkste technische gegevens staan hieronder in een tabel. Wat is daar nog aan toe te voegen? De woofer bevat een vrijwel witte, lichte aluminium/magnesium legering conus met een keurig stijf karakter en is opgehangen in een soepele butylrand. De lange spreekspoel in een korte magneetspleet is 38mm in doorsnee en haalt een gulle maximale uitslag van 26mm. De magneet weegt 750g en koperringen dienen als stabilisator voor soepele bewegingen.
De harde dometweeter heeft een aluminiummembraan en bevat ferrofluid ter koeling. Hier is omgekeerd sprake van een korte spreekspoel in een lang magneetveld. Beide systemen zijn ondergebracht in een eigen kooi van Faraday behuizing om de verspreiding van strooivelden tegen te gaan die bijvoorbeeld bij gebruik in combinatie met de TV aan negatieve beeldbeïnvloeding zouden kunnen bijdragen.
Het wisselfilter werkt erg radicaal met 24dB/octaaf in plaats van de gangbaarder 6 of 12db/octaaf. Volgens de fabrikant om in het overgangsgebied een beter dynamisch-, fase- en vervormingsgedrag te bewerkstelligen. Het frequentieverloop bereikt in het laag volgens de fabrikant het -3dB punt bij 44Hz, komt op -6dB bij 38Hz en -10dB op 33Hz. De basreflex poort bevindt zich aan de achterzijde.
De aansluiting vindt plaats via vergulde draadklemmen of standaard stekers. Opvallend nog de beide regelaars: eentje voor de keus vrijstaande/wandopstelling, eentje om het hoog +/1 0,5 of 1,0dB te bekrachtigen of verzwakken. Een mogelijkheid tot bi-wiring ontbreekt, zou in dit geval ook weinig zin hebben en is tegenwoordig mogelijk ook weer uit de mode. Met een combinatie van 86dB0W/m en een nominale impedantie van 6 Ohm hebben deze luidsprekers om ze tot volle ontplooiing te brengen liefst een versterker met >75W per kanaal continuvermogen.
De behuizing bestaat uit MDF persgietwerk van een behoorlijke dichtheid en stevigheid. De afgeronde randen van de voorop aangebrachte baffle zijn van voordeel voor een gelijkmatige klankverspreiding. Inwendig is de kast heel behoorlijk gedempt. Het frontje is in vriendelijk grijs en staat fraai bij de naar keuze kersen-, ahorn-, rozen- en essen fineer. Een M20 brengt ruim 20kg op de weegschaal.
Praktische beproevingDe M20’s werden voor het gebied >70Hz op het in het basgebied aanvullende en ontlastende Celestion 6000 systeem geplaatst dat meteen voor een zware, stevige voet zorgde. Vanzelsprekend was het geheel ruim vrijstaand opgesteld. De daarbij gebruikte randapparatuur bestond uit: Sony 555ES (sa)cd speler, Van Medevoort CA 220 voorversterker en PA 222 eindversterker met Van Medevoort kabels. De definitieve beoordeling vond plaats na een gepropageerde inspeeltijd van 100 uur die nodig zou zijn om de mechanische delen (conusophanging) los en soepel te maken.
Als muzikaal voedsel dienden de volgende cd’s:
Bach: Klavecimbelrecital. Rousset. Decca 476.1704.Bartók: Muziek voor snaren, slagwerk en celesta. Harnoncourt. RCA 82876-59326-2
Beethoven: Pianosonates nr. 30-32. Uchida. Philips 475.06935.
Berlioz: Symphonie fantastique. Davis. Philips 432.151-2.
Brahms: Pianoconcert nr. 2. Zimmerman/Rattle. DG 477.5413.
Haydn: Strijkkwartet nr. 67 op. 64/3. Quatuor mosaïques. Astrée E 8886.
Mahler: Symfonie nr. 2, Debussy: La mer. Abbado. DG 477.508-2.
Mahler: Symfonie nr. 5. Chailly. Decca 458.860-2.
Prokofiev, Schubert, Dutilleux, Jolivet: Werken voor fluit en piano. Bezaly en Brautigam. BIS SACD 1429.
Ravel: Daphnis et Chloé. Dutoit. Decca 400.055-2.
Schubert: Strijkkwartet nr. 15. Kremer. ECM 476.1939.
Sjostakovitsj: Vioolconcert nr. 1. Josefowicz. Warner 2564-62997-2.Stravinsky: De vuurvogel. Gergiev. Philips 446.715-2.Stravinsky: Les noces. Reuss. Harmonia Mundi HMC 80.913Tschaikovsky: Romeo en Julia. Fischer. Channel Classics CCS-SA 21704.First encounter. Kirchschläger en Bonney. Sony SK 93133.Franse aria’s. Kožená. DG 474.214-2Tragédiennes. Gens. Virgin 346.762-2.Op zichzelf gebruikt zal een M20’s geen moment de indruk vestigen dat het hier om een ‘full-range’ luidspreker gaat; daarvoor ontbreekt teveel aan het allerlaagste voor muziek fundamentele octaaf. Maar beter een wat afgezwakt basgebied dan een vals dito. In niet te grote luisterruimtes is een basgeweldenaar ook eerder een probleem. Het is nog altijd aangenamer om bij het luisteren naar zwaar bezette, romantische orkestwerken luidsprekers te horen die zich bewust zijn van hun beperkingen dan types die geforceerd proberen een bas te produceren die ze niet kunnen weergeven, waardoor een ongewenst boemend en dreunend geluid ontstaat.
Bij gangbare muziek produceert deze luidspreker een voldoende, goed gedefinieerde, strakke, droge lichte bas die op melodieuze manier de hogere frequenties ondersteunt in plaats daarvan af te leiden. In het zo belangrijke presencegebied van de middenfrequenties waar de menselijke stem makkelijk aan echtheid kan inboeten, is het geluid detailrijk en gelijkmatig, opnieuw zonder enig blijk van geforceerdheid. Instrumenten behouden hun eigen klankkarakter en stemmen klinken open met voldoende lucht en sprankeling in de hoogste regionen.
Ook bij grotere geluidsvolumes is de lineariteit gewaarborgd en blijft het oplossend vermogen groot. De ruimtelijke afbeelding is voortreffelijk bij een mooi uniforme afstsaling en het mankeert niet aan homogene breedte en diepte in het klankbeeld waarin solo instrumenten stabiel zijn geplaatst. Van vervorming of verkleuring is nauwelijks sprake, hoguit klinken massale, fortissimo violen met hun dan royale dynamiek lichtelijk agressief. Piekjes rond de resonantiefrequentie van de basreflexpoort waren niet waarneembaar.
Tegenwoordig wordt veel in termen van ‘ritme’, ‘lineariteit’, ‘oplossend vermogen’ en ‘tempo’ geredeneerd. Welnu, de M20’s reageren inderdaad snel, impulsgetrouw en assertief temperamentvol met duidelijke contouren zonder opdringerig te worden. Als al van een scherp randje in het uiterste hoog sprake is, ligt dat meestal aan de opname.
Op de integratie van het klankbeeld en de ruimtelijke suggestie valt ook nauwelijks wat af te dingen. De luisterpositie ten opzichte van de speakers is ook niet erg kritisch.
ConclusieVoorzien van goede randapparatuur en met zorg opgesteld op oorhoogte leveren de M20’s een natuurgetrouw, open geluid met een fraai gedefinieerd midden en hoog, ze klinken duidelijk en expressief, brengen indien aanwezig het detail en de ambiance van een opname realistisch over, maar zijn niet in staat om te imponeren met het machtige gebulder van een grote trom of het laagste orgelregister. Het mooist fungeert het stel met kleinere bezettingen: strijkkwartetten en menselijke solostemmen, maar het is ook uitermate vriendelijk jegens piano’s, strijkinstrumenten, blazers en slagwerk van alle soort. Voor een zo compact model zijn de klankresultaten verrassend mooi, maar ja het prijskaartje liegt er ook niet om. Een 8+ (op een schaal tot 10) siert dan ook het brevet van bekwaamheid.
Fabrieksgegevens Revel Performa M 20Principe 2-weg bas reflex
Woofer 16,5cm
Tweeter 2,5cm dome
Wisselfilter 2,2kHz, vierde orde 24db/octaaf
Nominale impedantie 6 Ohm, minimum 4,4 Ohm
Frequentiebereik 46Hz – 16kHz +/- 1dB op as
Toonregeling hoog +/1 0,5 en 1,0dB
Rendement 87dB/W/m
Omschakelmogelijkheid vrijstaand/tegen wand
Afmetingen 25x39x31cm
Gewicht 14,4kg
Afwerking kersen-, ahorn-, rozen- essenhoutzwart fineer
Prijs per paar €2.596,-
Importeur Audiac Nieuwegein,
www.audiac.n, Dit e-mailadres wordt beveiligd tegen spambots. JavaScript dient ingeschakeld te zijn om het te bekijken.
030-60409000