Mini Vergelijkingen

WAGNER: VOORSPEL, LIEBESTOD TRISTAN

WAGNER: VOORSPEL 1e AKTE en ‘LIEBESTOD’ UIT TRISTAN UND ISOLDE

 

Aan uitvoeringen van de complete opera Tristan und Isolde is reeds een aparte, uitgebreide Vergelijkende Discografie gewijd. Separaat, losgeweekt uit het werk zijn vaak het voorspel in Isoldes Liebestod te horen. De uitvoeringspraktijk waarbij het voorspel en de Liebestod uit Wagners Tristan und Isolde tot een doorlopend muziekstuk worden gecombineerd stuit nog wel op kritiek van musici, maar dat gebruik is wel door Wagner zelf gesanctioneerd. Het gaat dus om de muziek die gedurende de eerste en de laatste fase van de opera te horen is. In tegenstelling tot de gewoonte om de ouverture voor een opera pas te schrijven als het werk af en dus de thema’s bekend zijn, is het waarschijnlijk dat Wagner juist begon met het voorspel voordat de verschillende thema’s hun specifieke dramatische betekenis hadden gekregen.

Maar omdat in dat voorspel de ontwikkeling van één enkele emotie aan de orde is en het niet om een relaas zoals bijvoorbeeld in het geval van ‘Siegfrieds Rheinfahrt’ uit de Ring des Nibelungen gaat, is een benoeming van de de verschillende thema’s van geen betekenis. Ook zonder de inbreng van de menselijke stem is de Liebestod een op zichzelf staand symfonisch fragment.

Om van deze twee muziekbrokken los van een complete opname te genieten is het dankzij de handige trackindeling op cd’s om te beginnen natuurlijk mogelijk de bewuste fragmenten te selecteren uit zo’n volledige opname, bij voorkeur uit de sfeervolle, intense lezing van Böhm uit Bayreuth (1966), (DG 449.772-2) of de Berlijnse studio-opname van Karajan (EMI 769.319-2).

Maar als het uitsluitend om dit tweetal momenten gaat, ligt het meer voor de hand om een verzamel cd met voornamelijk orkestrale Wagnerfragmenten te kiezen. Bij Karajan stroomt de adrenaline het hevigst in de ‘live’ opname van het Salzburg Festival 1987 (DG 423.613-2) waarin hij met het Weens filharmonisch orkest en Jessye Norman voor een cumulatief sensueel en gepassioneerd effect zorgt met prachtig opgebouwde climaxen. Wie het zonder invulling van de vocale partij liever is, kan mooi terecht bij die andere, eerdere Berlijnse opname uit 1984 (DG 413.754-2). Minstens zo opwindend, maar wat minder zinnelijk en klankschoon is ook het Chicago symfonie orkest onder Solti (Decca 411.951-2).