WALTON: CELLOCONCERT
Van de drie grote concerten welke Walton componeerde, ontstond het celloconcert het laatst: in 1956. En net als bij zijn viool- en zijn altvioolconcert bracht hij achteraf revisies aan. De componist zelf beschouwde dit celloconcert als het beste van zijn concertante werken Het is opgedragen aan Gregor Piatigorsky die het in 1957 met Charles Munch n het Boston orkest ten doop hield.
Na enige spookachtige beginakkoorden zet de cello in met een elegant en smachtend thema waarmee hij meteen een heel melodieuze en melancholieke sfeer schept. Die sfeer is eigenlijk kenmerkend voor het hele werk, al komen in het middendeel geanimeerder passages voor. Maar als geheel gaat het dus om een overpeinzend, lyrisch werk dat zeker het aanhoren waard is. Kort na de première maakten Piatigorsky en Munch meteen een nog altijd fraaie opname van het stuk (RCA 74321-29248-2). In 1973 zorgde Paul Tortelier voor een welsprekende, warmbloedige interpretatie (EMI 573.371-2), elf jaar later volgde een gepassioneerde Ma (Sony 53333) en verder zijn daar onder andere Lloyd-Webber (Philips 454.442-2), Cohen (Decca 443.450-2) en Wallfisch (Chandos CHAN 8959) met respectabele verrichtingen. Maar de kern van het concert wordt het overtuigendst geraakt door Lynn Harrell en Simon Rattle (EMI 754.572-2). Voor een aardig goedkoop alternatief zorgde de onbekende Tim Hugh (Naxos 8.554325).