Mini Vergelijkingen

WALTON: VIOOLCONCERT

WALTON: VIOOLCONCERT

 

Wie het oeuvre van Walton gaat verkennen, kan haast niet beter doen dan het vioolconcert uit 1938/9 als uitgangspunt te kiezen. Verleidelijke muziek, geschreven om de virtuositeit en de specifieke toon van Heifetz eer te bewijzen. Het beginthema voor de solist is een lyrische gedachte die letterlijk de emotionele toon zet voor het hele werk. Mooi ook het staccato gedeelte waarin de solist echt de strijd met het orkest aangaat. Wanneer hij die heeft gewonnen,wordt hij daarvoor beloond met een fraaie solo episode. Het sensuele karakter van het eerste deel vindt zijn voortzetting in het scherzo en in de finale valt nogmaals de briljante orkestratie op.

Het is interessant dat de opname die Heifetz in 1941 meteen van het aan hem opgedragen concert maakte nog beschikbaar is (Biddulph WHL 016); later, in 1950, deed hij het met de componist als dirigent nog eens over (RCA 09026-61754-2).

Vanuit Amerikaans perspectief bezien wordt dit Vioolconcert graag beschouwd als de Britse tegenhanger van het Vioolconcert van Barber; het bevat ook vergelijkbare romantische trekken en ontstond vrijwel gelijktijdig.

Onder de recenter opnamen vallen vooral die van de geëngageerde Rosand (Harmonia Mundi HMU 90.7070), de virtuoze Francescatti (Sony 62749), de opvallend expressieve Chung (Decca 460.014-2), de altijd aparte Kennedy (EMI 749.628-2), de zonnige Händel (EMI 764.202-2), de breedsprakige Mordkovitch (Chandos CHAN 9073), de fijnzinnige Little (Decca 444.114-2) en Bell (Decca 452.851-2) op. Voor de opname van Kennedy is in zoverre wat te zeggen omdat hij – net als Menuhin ooit eerder – de logische combinatie met het Altvioolconcert maakte. Maar tenslotte is Bell toch duidelijk de eerste keus naar huidige maatstaven. Er is ook een niet te versmaden goedkope uitgaaf van Kang (Naxos 8.554325).