Mini Vergelijkingen

WOLF: SPANISCHES LIEDERBUCH

WOLF: SPANISCHES LIEDERBUCH

 

Begonnen in oktober 1889 behoort het Spanische Liederbuch tot de late werken van Wolf. Als altijd had hij tevoren precies bepaald hoeveel en welke gedichten hij zou verklanken. En ook hier ontkwam hij aan vergelijkingen met andere componisten omdat zijn teksten unicaten waren. Begin januari 1890 had hij al 26 liederen klaar, soms kreeg hij er twee op een dag gereed. Een griepaanval beperkte de productie, maar laat in maart toog hij weer aan de slag en met Wehe der, die mich verstrickte voltooide hij 27 april de bundel.

De reeks Spaanse liederen bestaat uit 44 nummers, waarvan de eerste tien geistlich en de resterende 34 weltlich van karakter zijn. De teksten in kwestie zijn uit het Spaans van Cervantes, Lope de Vega en anderen vertaald door Emanuel Geibel en Paul Heyse, die zichzelf ook introduceerden onder het pseudoniem Don Manuel Rio en Don Luis el Chico.

Twee sets strijden om de voorrang: de eerdere van Elisabeth Schwarzkopf, Dietrich Fischer-Dieskau en Gerald Moore (DG 457.726-2) en die van Anne Sofie von Otter, Olaf Bär en Geoffrey Parsons (EMI 555.325-2). De verschillen worden geaccentueerd doordat in het ene geval een sopraan meedoet, in het andere een donkerder mezzo.

De gewijde liederen zijn in uitstekende handen bij Fischer-Dieskau met zijn hier extra donker gekleurde stem; hij handhaaft prachtig langzame tempi. Schwarzkopfs toewijding komt fraai uit in haar drie liederen voor vrouwenstem, maar het is haast van nature zo dat ze het beste tot haar recht komt in de wereldlijke liederen, vooral als daar de lach in doorbreekt. Moore begeleidt voortreffelijk als steeds, maar is helaas wat teveel naar de achtergrond verbannen in de opname.

Met Von Otter en Bär komen twee voortreffelijke zangers van de jongere generatie aan de beurt. Ook hen ontbreekt het niet aan stijlbesef en geëngageerde inbreng. Opvallend is dat ze in de volgorde der liederen afwijken van de gepubliceerde volgorde, vermoedelijk op zoek naar meer contrast, meer dramatisch verschil. Frappant is hoe Von Otter letterlijk een lichtere toon aanslaat in de luchtiger liederen; bovendien is ze natuurlijker, intiemer dan Schwarzkopf. Verder ook niets dan lof voor de begeleidingen van Parsons, die niet onderdoen voor die van Moore. De EMI opname tenslotte klinkt evenwichtiger.