Mini Vergelijkingen

VAUGHAN WILLIAMS: SYMFONIE NR. 3

VAUGHAN WILLIAMS: SYMFONIE NO. 3 PASTORALE

 

“Het is echt muziek uit de oorlogstijd… het zijn geen dartelende lammetjes zoals de meeste mensen aannemen”. Aldus Vaughan Williams’ eigen omschrijving van een van zijn persoonlijkste en oorspronkelijkste werken dat dus blijkbaar ten onrechte de bijnaam Pastorale kreeg. Dat wat betreft ’s componisten mening dat het fout is om buitenmuzikale programma’s aan zijn werk toe te kennen.

Het werk ontstond in 1921 en de vier delen plus de modaliteit van de melodiek suggereren volksliedjes (hoewel die schitteren door afwezigheid) zodat lang werd gedacht dat hier sprake was van een hommage aan het Engelse landschap. In feite gaat het om een heel persoonlijke en gevoelige reactie op de net voorbije oorlog: “veel van het werk ontstond in gedachten toen ik avond na avond met de ambulancewagen uit Ecoivres uitrukte…. En zich daar een prachtig Corotachtig landschap bij zonsondergang uitstrekte.”

Zo zal men net zomin als lammetjes kanongebulder in dit werk terugvinden, hoewel in het tweede deel wel een trompetsignaal op aftand te horen is. Het gaat meer om een monologue intérieur waarin het gaat om gevoelens van eenzaamheid, leed en pijn. Maar alle traagheid en introspectie ten spijt lijkt de finale een glimp hoop en troost te bieden wanneer een eenzame sopraan een woordloze tekst zingt.

Boult was de eerste die het werk bij de première in 1922 dirigeerde. Pas veel later nam hij het werk een paar maal op, waarbij zijn eerste versie (Decca 461.118-2) overtuigender is dan zijn tweede (EMI 764.018-2). Lang was daarna Previn (RCA GD 90503) de toetssteen, maar daarna kwamen eerst Slatkin (RCA 09026-61194-2) met een verklanking waarin de blijde vervoering met warmbloedig geluid fraai de elegische grondstemming tempert en daarna Haitink (EMI 556.564-2) met een geschakeerder, indringender, duisterder alternatief dat momenteel de voorkeur heeft.