Mini Vergelijkingen

SHOSTAKOVITCH: DE 15 STRIJKKWARTETTEN

SHOSTAKOVITCH: DE 15 STRIJKKWARTETTEN

 

Interessante vaststelling: veel van Shostakovitch’ beste werken zijn geschreven voor kleine instrumentale bezettingen die hem in staat stelden een intieme sfeer te koesteren en op heel directe wijze uit te drukken wat hij te zeggen had. De grootste waardering gaat uit naar zijn 15 strijkkwartetten, die met het zestal van Bartók de kern vormen van het 20e eeuwse kwartetrepertoire.

Shostakovitch had al vijf van zijn – ook 15! – symfonieën gecomponeerd toen hij in 1938 zijn eerste strijkkwartet afleverde en het duurde opnieuw zes jaar voordat het tweede volgde. Elk van deze vijftien werken verraadt een begrip van de onderlinge relaties tussen de vier instrumenten die op gelijke voet staat met die van Beethoven, Schubert en Brahms en net als bij hen vormen ze het vehikel voor ’s componisten diepste gedachten en gevoelens. Vergeleken met de revolutionaire kwartetten van Bartók zij die van Shostakovitch heel melodieus en direct, soms zelfs haast te voor de hand liggend, op het banale af. Maar steeds weer verrast hij met plotselinge wendingen.

De drie bekendste en meest memorabele kwartetten uit de reeks zijn het 1e, 8e en 15e. Het eerste kwartet zit boordevol prachtige melodieën, met name het tweede deel. Het lijkt wel hemelse inspiratie. Het 8e kwartet ontstond in 1960, maar werd – net als Strauss’ Metamorphosen – geïnspireerd door het bombardement op Dresden in 1945. In tegenstelling echter tot die Metamorphosen schenkt het kwartet geen hoop of troost. Waarschijnlijk omdat het is geschreven “Ter herinnering aan de slachtoffers van fascisme en oorlog” ook een in code gevatte autobiografie is met citaten uit het pianokwintet en Lady Macbeth en omdat het dominerende thema bij wijze van handtekening de noten D-S-C-H (D-Es-C-B) bevat, net als o.a. ook in de 10e symfonie. Kwartet no. 14 komt tot ons als een stem vanachter het graf en no. 15 is zoiets als de laatste riten, culminerend in de menselijke warmte die spreekt uit het verstilde fugato uit de Elegie.

De eerste volledige opname van deze werken is de oudere versies van het Borodin kwartet (Melodia 74321-40711-2) en het Shostakovitch kwartet (Olympia OCD 531/5). Heel waardevol nog steeds, maar twee andere versies van de complete reeks strijden thans feitelijk om de hegemonie: het wat subjectiever, warmbloediger Fitzwillam kwartet (Decca 455.776-2) en het virtuozer, afstandelijker, perfectionistischer Emerson kwartet (DG 463.284-2).