Mini Vergelijkingen

STRAVINSKY: THE RAKE'S PROGRESS

STRAVINSKY: THE RAKE’S PROGRESS 

Stravinsky’s enige lange opera is geïnspireerd op een bezichtiging van de Rake’s progress schilderingen van Hogarth in 1947. De componist vroeg W.H. Auden om hierbij een Engelse tekst in versvorm te leveren en samen met de librettist ontwikkelde hij een reeks scènes die de ontmoeting van de lichtvaardige Tom Rakewell met de duivel in de gedaante van Nick Shadow, zijn reis naar Londen op zoek naar het beloofde fortuin, de scheiding van zijn beminde fiancée Ann Trulove, zijn liefde voor de dubieuze Baba de Turk, zijn financiële ramp en zijn afgang in het gekkenhuis uitbeelden.

De muziek is in klassieke vormen gegoten en is in wezen Stravinsky’s laatste neoklassieke werk. De componist zelf (Sony 46299) gaf er in 1964 als eerste een nog steeds uitstekende, mooi dramatische en scherp geëtste vertolking van met uitstekend spel van het Royal philharmonic orkest, goede zang van het Sadler’s Wells koor. Alexander Young realiseert Toms snoevende zwakte en zijn latere verbazing fraai in een mooi gezongen en duidelijk gekarakteriseerde opvatting. John Reardon speelt de rol van Shadow op een passend innemende en flikflooiende manier en Judith Raskins uitbeelding van de verworpen doch aanhankelijke Anne is erg treffend. Regina Sarfaty is een voortreffelijk gekarakteriseerde Baba.

Met minstens zo raak typerende zangers als de uitgesproken lyrisch Ian Bostridge (Tom), de super verleidelijke Bryn Terfel (Nick), de prachtig plooibaar zingende Deborah York (Anne) en de welsprekend vittende Anne Sofie von Otter (Baba) en een nog indringender opvatting en realisatie van de koor- en orkestpartijen overtreft Gardiner (DG 459.648-2) de oude meester. De meerwaarde zit in de levendiger tempi, de fellere accenten, het pregnanter neoklassieke karakter, maar ook in de fraaier uitgewerkte tere gedeelten. Zijn tevens meest recente registratie uit 1997 is tevens de meest aanbevelenswaardige.

Dan is daar Nagano (Erato 0630-12715-2) met nog een – ditmaal door een lichtere toets gekenmerkte – mooie uitvoering uit 1995. Jerry Hadley is hier een van jeugdig onbezonnen tot pathetisch verloren gaande Tom, Samuel Ramey een sinistere Nick en Dawn Upshaw een kwetsbaar tere Anne.

Ramey kwamen we ook tegen in de – helaas niet meer leverbare – versie van Chailly uit 1984 (Decca 411.644-2), die verder kon bogen op uitstekende protagonisten in de gedaante van Philip Langridge (Tom), Cathryn Pope (Anne) en Sarah Walker (Baba). De nog wel in omloop zijnde opnamen van Latham-König uit 1986 (Mondo Musica MFOH 10241), Craft (Music Masters 67131-2) uit 1993 en Ozawa (Philips 454.431-2) uit 1995 blijven hierbij achter.