Slechts weinig opera’s bereiden het publiek zoveel genoegen als Rossini’s opera buffo over de listige bargier die een liefdespaar koppelt. In Mozarts Le nozze di Figaro ziet de operabezoeker hoe datzelfde liefdespaar later aan het grauwe leven van alledag is blootgesteld.

De ouverture zet meteen de toon: hier staat een echte barbier op de planken. Levendige, veerkrachtige ritmen, eerder uitdagend dan verleidelijk, fraaie inbreng van de houtblazers en een gevoel van pret zowel als van grappige intrige kenmerken het werk. Hoe beter de interpreten dat naar voren brengen, des te geslaagder de opvoering.

Voor de beste allround vertolkingen zorgden Marriner (Philips 411.058-2, 446.448-2 2 cd’s), Patanè (Decca 425.520-2, 3 cd’s) en – zeker voor Callasfans – Galliera (EMI 747.634-2, 764.162-2, 2 cd’s).