MENDELSSOHN: EEN MIDZOMERNACHTSDROOM
Sinds Shakespeare’s A Midsummer night’s dream door Felix Mendelssohn Bartholdy van muziek werd voorzien, meent iedereen te weten wat hij zich onder elfjes, die sprookjesachtige wezens, moet voorstellen. Blijkbaar zweven ze gewichtloos door de lucht terwijl ze allerlei kattenkwaad uithalen.
Wat is de connectie tussen Shakespeare en Mendelssohn? Als 17-jarige las de jonge componist de vertaling die Schlegel van het Engelse lichtvoetige toneelstuk maakte. Meteen componeerde hij een treffende ouverture, geïnspireerd door die elfenwereld. De complete toneelmuziek bij dit stuk ontstond pas veel later in 1842. Wie zich beperkt tot die ouverture en de overbekende bruiloftsmars uit dit werk doet zichzelf te kort. De complete, uit 14 delen bestaande muziek met inbreng van een verteller, een sopraan, een mezzosopraan, een kinder- en een vrouwenkoor is te mooi om links te laten liggen. Schumann zei terecht over dit stuk dat het gloeit “met de blos van de jeugd”. Op innovatieve manier geconstrueerd op basis van motieven uit de ouverture gaat het hier om een kostelijk evocatieve, sfeervolle reeks muzikale tableau’s. Zo zijn bijvoorbeeld de beginakkoorden van die ouverture opnieuw gebruikt voor het optreden van Oberon en Titania in de finale. Van alle momenteel beschikbare volledige versies is die van Previn (EMI 747.163-2) de mooiste. Op de hielen gevolgd door Abbado (Sony 62826) en Ozawa (DG 439.897-2). Wie met iets minder genoegen neemt (de vocale inbreng en de melodrama’s zijn geschrapt en er zijn dus slechts tien deeltjes) is ook heel goed af met Brüggen (Glossa GCD 921101).