Mini Vergelijkingen

MOESORGSKY: KHOVANTSCHINA

MOESORGSKY: KHOVANTCHINA

 

Een “smerige intrige” vormt – volgens de titel – het thema van deze episch breed opgezette opera. Net als in de novellen van Dostojevsky wordt in Moesorgsky’s opera’s telkens weer de vraag opgeworpen: “Wat zijn de oorzaken van de voortdurende calamiteiten waaraan Rusland ten prooi valt en waarom verplettert de staat telkens alles wat van nature goed is?”  Nog steeds heeft die vraagstelling betekenis.

Ook door deze opera krijgt die vraag weer diepere betekenis en terwijl enerzijds sympathie wordt gewekt voor de burgers van dat grote, gepijnigde land dat tracht oplossingen te vinden voor de endemische problemen, moeten we anderzijds de manier bewonderen waarop Moessorgsky blijvende schoonheid ontdekte en exploreerde vanuit dit gegeven. Hij uitte dat in een krachtig dramatisch idioom, waarbij hij teruggreep op volksmuziek. Vooral treffend zijn de getoonde diepe menselijkheid en de steeds terugkerende mildheid. Er schuilt ook een element van de Russische kerkmuziek in het werk omdat politiek en religie nauw met elkaar waren verweven in de jaren 1680 ten tijde van de opvolging van tsaar Peter de Grote. Heel treffend is meteen al het begin, het voorspel “Morgenschemering aan de oever van de Moskwa”.

Omdat Moessorgsky de opera onvoltooid naliet en anderen toch altijd al graag aan zijn orkestratie knutselden, bestaat het in enige versies.

De bekendste en beste is van Shostakovitch. Soms wordt daaraan een slot voor het koor gekoppeld dat door Stravinsky is bedacht op basis van muziek van Moessorgsky.

Twee opnamen vragen de speciale aandacht: de Weense ‘live’ versie van Abbado (DG 429.758-2, 3 cd’s) als voorlopig mooiste en de nog Slavischer getinte uitgaven van Gergiev (Philips 432.147-2, 3 cd’s) en Tschararov (Sony 45831, 3 cd’s).