MOZART EN BEETHOVEN: KWINTETTEN VOOR PIANO EN BLAZERS
“Zelf beschouw ik dit als het beste werk dat ik ooit schreef”, bekende Mozart in een brief aan zijn vader uit april 1784. Het bewuste kwintet werd in grote haast gecomponeerd, maar misschien omdat het dateert uit een van de vruchtbaarste perioden van Mozart zijn er geen tekenen van haast terug te vinden. Het is een stuk op ambitieuze schaal en Beethoven kende het beslist toen hij ongeveer twaalf jaar later, in 1796 als vroeg werk ook een kwintet voor dezelfde combinatie van piano, hobo, klarinet, hoorn en fagot schreef in dezelfde toonaard Es-groot. Wel is er een belangrijk verschil van stijl. Mozart schreef de pianopartij als integraal bestanddeel van het ensemble, terwijl Beethoven een solistischer pianopartij nastreefde.
Logisch dat beide werken doorgaans op één cd worden gecombineerd.
Voor de oudste, waardevolle opname komen we terecht bij Gieseking c.s. (Testmament SBT 1091). In groot contrast hiermee is de vrijwel enige uitgave in ‘authentieke’ stijl van Levin c.s. met onder andere een fortepiano (Decca 455.994-2). Tot de gaafste andere, gewoner verklankingen behoren die van Previn c.s. (Telarc CD 80114), Brendel c.s. (Philips 420.182-2) en Levine (DG Maar nog steeds steken Perahia c.s. (Sony 42099) met kop en schouders boven de rest uit. Zo eenvoudig is dat in dit geval.