Mini Vergelijkingen

DEBUSSY: ETUDES

DEBUSSY: 12 ETUDES
 

 


Aan het begin van zijn loopbaan opende Debussy’s Prélude à l’après midi d’un faune (1894) een deur richting moderne muziek in veler opvatting. Zijn late werken, zoals zijn drie kamermuziek sonates en de reeks van 12 Etudes voor piano (1915) openden een andere deur waardoor hij mogelijk had kunnen gaan, ware het niet dat in 1918 zijn dood op 56-jarige leeftijd tengevolge van kanker dat had verhinderd. Ondanks de ziekte van de componist en de depressieve sfeer van de oorlogsjaren verraadt deze muziek geen zweem somberheid of tragiek.



Debussy had een nieuwe uitgave van Chopins Etudes verzorgd en hij droeg zijn twee banden met elk zes études aan zijn grote voorganger op. Net als in Chopins études onderzoekt Debussy heel diverse aspecten van de pianotechniek, maar uiteraard gaat het in wezen om veel meer dan om technische oefeningen. Vanzelfsprekend stellen ze de hoogste eisen aan de vaardigheden van de pianist, maar het zijn ook onderhoudende stukken. De eerste band bevat vrij traditionele deeltjes waarin de problemen van vingervaardigheid de volle aandacht krijgen; in de tweede band gaat het meer om het muzikale vocabulaire zelf en worden enige kenmerkende geavanceerde harmonische en melodische ideeën beproefd.



De harmonische toonspraak en de continuïteit van deze Etudes is tamelijk moeilijk te doorgronden, zelfs naar Debussy’s standaard en er is een pianist met zeldzame gaven nodig om ze ‘van binnenuit’ te kunnen spelen met alle ingewikkelde vingerwerk als trapezenummer.



Mitsuko Uchida (Philips 422.412-2) is zo iemand. Ze is hooguit wat hyperactief, maar ze speelt met zoveel heel persoonlijke bravoure en overgave dat ze tenslotte het pleit geheel wint en elke kritiek ontzenuwt. Het gaat hier bovendien om een van de mooist klinkende piano-opnamen: heel helder, maar ook met enige warmte.



Pierre-Laurent Aimard (Warner 8573-83940-2) speelt met vrijwel evenveel verbeelding en raffinement; hij produceert een subtiel kleurengamma en is haast nog virtuozer, maar wat onpersoonlijker. Moeilijke keus, maar de beste alternatieven: Tirimo (Regis RRC 1091) en Fou Ts’ong (Meridian DCE 844.483-2) raken nu toch duidelijk op de achtergrond.