Mini Vergelijkingen

DEBUSSY: LIEDEREN

DEBUSSY: MÉLODIES

 

 

Debussy’s liederen dringen zich maar zelden op: ze suggereren meer, nu eens met een blij gevoel, dan weer wat verdrietig maar meestal met iets tussen deze uitersten. De stem gebruikt de noten om de betekenis van de woorden te uiten en ook de pianist moet de fijne nuancen van het gedicht weerspiegelen. Beiden moeten echter iedere vorm van overdrijving vermijden en al helemaal geen operasfeer willen scheppen. Interessant genoeg werden naarmate hij zich verder ontwikkelde als liedcomponist de vocale partijen bedrieglijk steeds eenvoudiger, minder gericht op uiterlijk vertoon, maar juist meer op de integriteit van de tekst. Daardoor lijken de melodische lijnen soms haast meer op een melodische realisatie van een gesproken tekst. Tegelijkertijd werden de pianopartijen steeds rijker en sfeervoller zodat ze haast op zelfstandige stukken begonnen te lijken. Een mooi voorbeeld daarvan is ‘Le tombeau des Naïdes’, het derde lied uit de Trois chansons de Bilitis uit 1898 waarin de prachtige pianopartij zacht vallende sneeuw suggereert terwijl de zangpartij meer op reciteren lijkt.



Debussy koos als inspiratiebron diverse Franse dichters, maar hij deelde met Fauré een bijzonder enthousiasme voor Paul Verlaine, wiens verdroomde, veelal dubbelzinnige vroege gedichten een breuk betekenden met de strikt metrische vormen uit het verleden. Ongeveer op dezelfde manier waarop Debussy de tonaliteit destabiliseerde; vandaar waarschijnlijk mede de aantrekkingskracht die deze gedichten op hem uitoefenden. Tot de hoogtepunten van die Verlaine toonzettingen behoort ‘Clair de lune’ uit Fêtes galantes (1891). Gedurende zijn hele leven schreef Debussy liederen, die, hoewel ze een minder centrale plaats in zijn oeuvre innemen dan bij Fauré, in formeel opzicht dus gedurfder zijn.



De idiomatisch juiste interpretatie van dit materiaal vergt dermate veel kunde en vaardigheid, maar ook zoveel  gevoel en discipline van de uitvoerenden dat het in de praktijk heel moeilijk is om aan al die voorwaarden te voldoen. Opvallend is daarbij de dominante en succesvolle rol die juist niet-Franstalige vocalisten hierin spelen.



Hieronder zonder verdere details en commentaren de mooiste opnamen van dit repertoire.

 


 

Discografie

Complete Mélodies. Elly Ameling, Mady Mesplé, Michèle Command, Frederica von Stade, Gérard Souzay en Dalton Baldwin. EMI 764.095-2 (3 cd’s). 1980

5 Mélodies de jeunesse; 6 Ariettes oubliées; Proses lyriques; 3 Poèmes de Stéphane Mallarmé. Sandrine Piau en Jos van Immerseel. Naïve V 4932. 2002
Fêtes galantes I; 6 Ariettes oubliées; 5 Mélodies. Juliane Banse en András Schiff. ECM 461.899-2. 2003

3 Chansons de France; Noël des enfants qui n’ont plus de maison; Le promenoir des deux amants; Fêtes galantes; 3 Poèmes de Stéphane Mallarmé; 3 Ballades de François Villon. Bernard Kruysen en Noël Lee. Auvidis V 4803. 1972

7 Poèmes de Banville; 3 Poèmes de Stéphane Mallarmé; 4 Proses lyriques; 6 Mélodies. Anne-Marie Rodde en Noël Lee. Etcetera KTC 1048. 1987

7 Poèmes de Banville; 19 Mélodies. Gillian Keith en Simon Lepper. Deux-Elles DXL 1052. 2000
3 Chansons de Bilitis; 7 Mélodies. Véronique Gens en Noël Lee. Virgin 545.360-2. 1998 6 Ariettes oubliées. Sylvia McNair en Roger Vignoles. Philips 446.656-2. 1996

22 Mélodies. Gérard Souzay en Dalton Baldwin. DG 463.664-2. 1962
19 Mélodies. Dietrich Fischer-Dieskau en Hartmut Höll. Claves CD 50-8809. 1988

6 Ariettes oubliées; 5 Poèmes de Charles Baudelaire; 3 Chansons de Bilitis. Nathalie Stutzmann en Cathérine Collard. RCA RD 60899. 1995