Mini Vergelijkingen

DVORAK: PIANOTRIO'S

DVORAK: PIANOTRIO’S
 

 


Van de vier pianotrio’s die Dvorak componeerde, is het laatste tweetal het interessantst. Het derde, uit 1883, is het meest orkestraal gedachte en dramatisch geladen werk uit zijn kamermuziekliteratuur; elk der vier delen wordt gekenmerkt door heel eigen eigenschappen van zijn muziek. Het werk vormt een duidelijke stap vooruit in zijn oeuvre en heeft een heel doelbewust, serieus karakter; het loopt ook vooruit op de epische expressie van de zevende symfonie die twee jaar later ontstond. Het Allegretto grazioso bevat muziek met een indringend pathos, maar deze tendens richting melancholie wordt getemperd door enige pakkende, maar ontwrichtende kruisritmen.



In het naar het voorbeeld van de Oekraïense Dumka – een van oorsprong een elegische Slavische ballade - uitgewerkte vierde en laatste trio volgen diverse volksdansen in behoedzaam gestileerde vorm elkaar op. In dit naar de bijnaam luisterende Dumkatrio wordt die basisgedachte in een muzikale vorm gegoten, waarin het melancholieke trage idee telkens wordt gecontrasteerd met gedeelten die een sneller danskarakter hebben. De heel welsprekende cellopartij was gedacht voor de virtuoos Hanus Wihan die het werk samen met de componist aan de vleugel en de violist Ferdinand Lachner ten doop hield.



Van de complete opnamen van dit viertal werken behoren die van het Trio Fontenay (Teldec 8573-87789-2) en het Florestan trio (Hyperion CDA 66895, 2 cd’s) tot de beste. Wie genoegen neemt met de wat spitse, dunne klank kan ook veel genoegen beleven aan het Beaux Arts trio (Philips 454.259-2). Van het tweede en derde trio bestaat een mooie opname van het Chung trio (Decca 421.118-2), van het vierde eentje van het Osiris trio (Channel Classics CCS 13098).