CHOPIN: PIANOSONATE NR. 2
Bij officiële begrafenissen wordt Chopins beroemde Marche funèbre nog herhaaldelijk door een blaaskapel gespeeld. Het spel komt dan vaak maar deels met het bedoelde en genoteerde notenbeeld overeen. Lang niet iedereen weet dat het drukkende bes-klein van dat stuk bestanddeel vormt van een der drie pianosonates van Chopin, met name dat het gaat om het tweede deel uit de tweede sonate in bes op. 35.
Wie naar het complete werk luistert, zal verrast zijn door het verder dominant gepassioneerde, energieke en snelle karakter ervan. Ook al wordt het dwingende 1e thema uit het eerste deel in de recapitulatie meestal weggelaten. En dan is er die mysterieuze langsflitsende finale die ooit werd vergeleken met “een achtervolging in het volledige duister” die niettemin zo prachtig past in het totaalconcept.
De structuur en de thematische ontwikkeling gelden nog steeds als zwakke punten uit Chopins sonates aangevoerd. Maar misschien moeten deze romantische sonates ook niet in het dwangbuis van de strenge sonatevorm worden gedwongen. Hoe dan ook, laten we blij zijn met de originaliteit van dit werk uit 1839.
Vrijwel niemand heft het werk mooier gespeeld dan Argerich (DG 419.055-2). In haar gevolg bevinden zich de ook geweldige Pollini (DG 415.346-2), Perahia (Sony 76242), Ashkenazy (Decca 448.123-2) en Andsnes (Virgin 545.187-2). Beluister hen allen en oordeel mee op basis van de gewenste koppeling en de geluidskwaliteit.