BACH: CANTATE NR. 140 WACHTET AUF
In de Lutherse kerk werd de muziek altijd beschouwd als een integraal bestanddeel van de liturgie met veel nadruk op deelname daaraan door de congregatie in de vorm van koralen, hymnen. Dat aandeel muziek moet niet worden onderschat. Voor de hoofddienst op zondag die wel vijf uur in beslag kon nemen, bestond deze uit een motet, de Lutherse mis, verschillende koralen en een cantate. Bach was in zijn Leipzigse tijd verantwoordelijk voor al die muziek in de vier betreffende kerken, waarvan de St. Thomas en St. Nikolaas de belangrijkste waren. Dit betekende dat hijn zelf vrijwel alle noodzakelijke muziek moest componeren. Zijn uitvoerenden kwamen voornamelijk uit de Thomasschule.
Deze 140e cantate van Bach heeft als thema de ziel die verlangend uitkijkt naar de komst van Christus zoals een bruid uitziet naar de komst van haar bruidegom. De bijbehorende verwachtingsvol blije stemming wordt meteen gevestigd in het beginkoor door het onderliggende rusteloze ritme waarboven Philipp Nicolai’s zwierige koraalmelodie door Bach met steeds rijkere configuraties wordt uitgesponnen. Dit werk is in heel goede handen bij Gardiner (Archiv 431.809-2).
Wie meer cantates van Bach wil verkennen, kan dat spoor het beste verder volgen met de nrs. 80 Ein’ feste Burg, 106 Actus tragicus en 147 Herz und Mund (waaraan het bekende Jesu joy of man’s desiring is ontleend.