BERLIOZ: BÉATRICE ET BÉNÉDICT
De titel van deze opera verraadt nauwelijks dat we hier te doen hebben met zoiets als een Franse versie van Shakespeare’s Much ado about nothing. Berlioz lichtte de twee hoofdrollen uit dat stuk en construeerde rond hen een opera. Centraal in deze komedie staat de poets die de protagonisten door hun vrienden wordt gebakken en waardoor uit schijnbare antipathie ware liefde ontstaat. Veel van de charme van het werk schuilt in de terloops geschetste kwesties in de vorm van koren, dansen, het magische ‘nocturne’ duet voor Béatrice en Héro en de merkwaardige toevoeging van de figuur Somarone, een muziekmeester die met het koor een van zijn eigen composities instudeert. Verder is er heel wat gesproken dialoog dat in opvoeringen al dan niet wordt gecoupeerd.
De best geslaagde opname van het werk is nog steeds die van Colin Davis uit 1972 met Janet Baker, Robert Tear, Christiane Eda Pierre, Thomas Allen, Robert Lloyd en anderen (Philips 416.952-2); Davis had het werk in 1962 al eens vastgelegd op Oiseau Lyre (herverschenen op Decca 448.113-2) met Josephine Veasey, John Mitchinson, April Cantelo, John Cameron, Helen Watts en John Shirley-Quirk. Een evenmin te versmaden versie.
Beide zijn in elk geval beter dan de opnametechnisch al wat minder geslaagde, maar interpretatief ook wat teleurstellende jongste versie uit 2000 van Davis (LSO Live LSO 0004), waarin de belangrijkste solisten – Enkelejda Shkosa, Kenneth Tarver en Susan Gritton – nogal teleurstellen. Nee, dan veel liever de opname uit 1972 met een geweldige Susan Graham en met verder Jean-Luc Viala, Sylvia McNair, Gabriel Bacquier en Gilles Cachemaillle plus het ensemble van de Opéra Lyon onder John Nelson (Erato 2292-45773-2).