Mini Vergelijkingen

BIBER: MYSTERIESONATES

BIBER: MYSTERIESONATES

 


Heinrich Biber behoorde tot de meest getalenteerde musici uit de late 17e eeuw. Hij was een groot violist en zijn composities – met name die voor de viool – zijn technisch heel geavanceerd en oorspronkelijk. De 15 Mysteriesonates met hun toegevoegde Passacaglia voor vioolsolo ontstonden rond 1678 en zijn opgedragen aan Bibers broodheer, de aartsbisschop van Salzburg. Elke sonate is geïnspireerd door een gedeelte van de rozenkrans van de Rooms Katholieke kerk. Zo’n rozenkrans biedt een systeem voor het mediteren over de vijftien mysteries uit het leven van Jezus en zijn moeder. Strikt genomen is de muziek niet programmatisch, maar hij is wel vaak heel illustratief voor de gebeurtenissen die in het leven van Christus plaatsvonden.

 

Op twee na vergen de zestien deeltjes scordatura of een afwijkende stemming van de viool. De gangbare stemming van de viool is in kwinten maar op deze manier vereenvoudigde Biber niet alleen sommige vingerzettingen, maar realiseerde hij ook anders onmogelijke klanken en akkoorden. De sonates zijn in drie groepen van elk vijf sonates onderverdeeld: blij, treurig en glorieus; het contrast tussen de mysteries wordt zo mooi geaccentueerd en de muziek reikt van de exuberantie van Zuid Duitse barok tot verstilde contemplatie. Biber gebruikt daarvoor verder gestileerde dansvormen en variatiereeksen.

 

Programmatisch klinkt meteen de vleugelslag van de engelen in no. 1 (Aankondiging), maar ook de zonsopgang in no. 11 (Opstanding). Die passacaglia aan het eind is trouwens het vroegst bekende voorbeeld van een uitgebried werk voor vioolsolo en een duidelijke voorloper van Bachs latere beroemde passacaglia.

 

Van de vier opnamen van deze sonates is die van Holloway (Virgin 759.551-2) de mooiste op 2 cd’s.