Mini Vergelijkingen

BRAHMS: DE 3 PIANOKWARTETTEN

BRAHMS: DE 3 PIANOKWARTETTEN

 


 
Als op dieet gezette muziek werkt de bezetting van het pianokwartet vaak omdat het dominante toetsinstrument het makkelijk opneemt tegen viool, altviool en cello. Dat is niet veel anders dan in menig pianoconcert, al heeft de pianist daar de aura van uitverkoren solist. In het oeuvre van Brahms nemen de drie pianokwartetten een bijna met zijn beide pianoconcerten vergelijkbare positie in.

 

De drie bewuste werken stammen uit Brahms’ middenperiode. Ze bezitten alle de kracht en de lyriek die we met deze componist associëren in combinatie met het vakmanschap dat hij zich van jongs af eigen maakte. De stemming van de muziek is ook typisch voor Brahms doordat naast een weelde aan melodische en harmonische inventiviteit ook schaduwen opdoemen die er op wijzen dat ’s componisten leven niet alleen maar gelukkig was. Het duidelijkst is dit het geval in het kwartet in c-klein, dat ook wordt gedragen door een groot intellect dat alle excessen in toom houdt. Een aanpak op grote schaal doet deze muziek geen kwaad, al is het oppassen met het 2e kwartet. Het 1e kwartet met zijn vitale zigeunerachtige slotdeel werd door Schönberg fraai georkestreerd.

 

Voor de nog steeds mooiste uitvoeringen zorgde het gelegenheidsensemble bestaande uit Isaac Stern, Jaime Laredo, Yo-Yo Ma en Emanuel Ax (Sony 45846). Wanneer het om het geliefde tweede kwartet gaat, komt op de tweede plaats Murray Perahia met het Amadeus kwartet (Sony 42361). Maar ook Emil Gilels en datzelfde Amadeus kwartet (DG 447.407-2) en Domus (Virgin 561.615) hebben veel te bieden. Onder de oudere opnamen bevindt zich een fraai idiomatische van Artur Rubinstein en het Guarneri kwartet uit 1972 (RCA 09026-63065-2).

 

Tenslotte zijn het vooral Stern c.s. en Gilels c.s. die met de eer gaan strijken.