Mini Vergelijkingen

BRAHMS: LIEDEREN

BRAHMS: LIEDEREN


 
Binnen het oeuvre van Brahms nemen de vocale werken een wat problematische plaats in. Weliswaar verzette de componist zich zijn leven lang tegen de vocale hoofdvorm uit de 19e eeuw – de opera – maar daar tegenover zette hij de door Mendelssohn ingeleide herbezinning op Bach onder hoogromantische voortekenen met zijn koorwerken voort en leverde bovendien een wezenlijke bijdrage aan een tendens van romantische oorsprong die in de loop van de 19e eeuw een dubieuze betekenis kreeg: de artistieke opwaardering en verwerking van een rijk areaal aan volksliederen.

 

Daaruit resulteert bij Brahms in zijn vocale muziek een merkwaardig spanningsveld tussen antimodische en modieuze trekken. De hieruit voortvloeiende problemen voor de interpretatie liggen voor de hand. De koorwerken, voor zover die tenminste afgezien van het Deutsches Requiem nog uitvoert en vastlegt, worden meestal onder invloed van de Bach historisatie onderbezet en daardoor niet optimaal gerealiseerd, terwijl de volksliedbewerkingen (net als de liederen im Volkston) helaas maar al te vaak op biedermeierachtige wijze worden gesentimentaliseerd. Gelukkig ontsnappen de meeste ‘kunstliederen’ van Brahms aan deze risico’s.

 

Met Schumann was Brahms ook een warm pleitbezorger voor Schubert in de tijd van diens herontdekking. “Er is niet één lied van Schubert waaruit je niets kunt leren”, noteerde hij. En hij bracht dat in de praktijk wat betreft het hechte partnerschap tussen zanger en begeleider, de manier waarop en miniatuurdrama zich hoort te ontspinnen en het zo economisch mogelijk gebruik van de middelen. Soms lijken deze liederen een vorm van communicatie met aanbeden vrouwen die hij in werkelijkheid nooit benaderde. Behalve de gesignaleerde gebruikmaking van folkloristisch materiaal, greep Brahms ook dankbaar terug op gedichten van Schlegel, Weisse, Eichendorff, Kerner, Flemming, Goethe, Brentano, Lemcke, Daumer, Hölty, Uhland en anderen.

 

Bij deze bewuste liederen gaat het meestal om intieme, van persoon tot persoon gerichte uitingen die zelden het karakter van een publieke mededeling hebben. Ze vertonen derhalve zelden geluidspieken en lenen zich mede daardoor ideaal voor het beluisteren thuis. Hieronder zonder verder commentaar een selectie van favoriete, doch niet in detail gespecificeerde opnamen.

 


Werken in cyclusvorm:

26 Vierstimmige Deutsche Volkslieder; 49 Einstimmige Deutsche Volkslieder.

Edith Mathis, Peter Schreier, Karl Engel e.a. DG 449.646-2 (4 cd’s).

Stephan Genz en Roger Vignoles. Teldec 3984-23700-2.


18 Liebeslieder Walzer; 15 Neue Liebeslieder Walzer; 3 Quartette.

Edith Mathis, Brigitte Fassbänder, Peter Schreier, Dietrich Fischer-Dieskau en Karl Engel/Wolfgang Sawallisch. DG 423.133-2.
Heather Harper, Janet Baker, Peter Pears, Thomas Hemsley en Benjamin Britten/Claudio Arrau. BBC BBCB 8001-2

 4 Ernste Gesänge.
Hans Hotter en Gerald Moore. EMI 763.198-2.

Robert Holl en András Schiff. Decca 433.182-2.


15 Romanzen aus ‘Die schöne Magelone’.
Dietrich Fischer-Dieskau en Daniel Barenboim. DG 447.501-2 (6 cd’s).

Dietrich Fischer-Dieskau en Sviatoslav Richter. Orfeo C 490.981B.

Brigitte Fassbänder en Elisabeth Leonskaja. Teldec 4509-90854-2.


17 Zigeunerlieder (gedeelten)

Christa Ludwig en Gerald Moore. EMI 764.074-2 (4 cd’s).

Anne Sofie von Otter en Bengt Forsberg (Nils Erik Sparf). DG 429.727-2.

Jessye Norman en Daniel Barenboim. 413.311-2.


Sopraanrepertoire:

Jessye Norman en Daniel Barenboim (Wolfram Christ). DG 459,469-2 (2 cd’s) en 413.311-2.

Margaret Price en Graham Johnson. RCA 09026-60901-2.

Elly Ameling en Rudolf Jansen. Hyperion CDA 66444.

Juliane Banse, Andreas Schmidt en Helmut Deutsch. CPO 999.441/2/3/4-2.

Lan Rao en Micaela Gelius. Arte Nova 74321-59216-2.

Jessye Norman en Geoffrey Parsons. Philips 416.439-2.


Alt/mezzorepertoire:

Anne Sofie von Otter en Bengt Forsberg. DG 429.727-2; Jard van Nes en Gérard van Blerk. Ottavo OTR C 88505;
Marjana Lipovsek en Charles Spencer (David Geringas). Sony 52490.


Baritonrepertoire:

Dietrich Fischer-Dieskau en Daniel Barenboim. DG 447.501-2 (6 cd’s).
Thomas Quasthoff en Justus Zeyen. DG 463.183-2.

Thomas Allen en Geoffrey Parsons. Virgin  791.130-2, 561.418-2.