Mini Vergelijkingen

BACH: CANTATE NR. 82

BACH: CANTATE NR. 82 ICH HABE GENUG 

 


Voor en na de preek tijdens de eredienst werden de afzonderlijke delen van een cantate in de 18e eeuw uitgevoerd, elke zondag weer. Terwijl Telemann niet minder dan 23 (cantate)jaargangen op zijn naam schijnt te hebben gebracht, kwam Bach niet verder dan “slechts” vijf, waarvan er drie zijn bewaard gebleven. Niettemin bieden deze drie bundels rond de vijf dozijn afzonderlijke werken elk. Naar algemeen wordt aangenomen ontstond wederom elk daarvan binnen een week. Maar bij Bachs cantates dringt zich niettemin geen moment de gedachte op dat het om haastwerk zou gaan. Altijd hebben deze werken een sterk bekennend karakter.

 

 

Natuurlijk zijn temidden van Bachs 200 geestelijke cantates diverse meesterwerken te vinden, maar wie zich niet aan een van de integrale opnamen van bijvoorbeeld Harnoncourt/Leonhardt (Teldec 4509-91765-2, 60 cd’s) of de lopende deels beperkte series van Koopman (Erato), Gardiner (Archiv), Herreweghe (Harmonia Mundi HMX 2908070) en Suzuki (BIS) wil wagen, moet tenminste kennis nemen deze cantate (en van no. 140). Het gaat om een cantate voor bassolo met aan het eind een vierstemmig koraal. Deze cantate is vooral zo bijzonder vanwege de prachtige tweede aria “Schlummert ein, ihr matten Augen”. Bach noteerde verschillende versies van dit tere, geruststellende wiegenlied. De tekst is een antwoord op het bijbelverhaal over Simeon, die, nadat hij het kindeke Jezus heeft gezien, meent nu rustig te kunnen sterven. Deze beginwoorden keren voortdurend terug. In de eerste aria met zijn verlangend karakter komt een prachtige hobosolo voor; in de derde aria wordt – voor ons thans wat onbegrijpelijk – de komst van de dood blij begroet.

 

 

Tot de betere uitvoeringen van deze cantate behoren die van Shirley-Quirk (Decca 430.260-2), Goerne (Decca 466.570-2), Opalach (Virgin 458.087-2) en de historische opname van Hotter (EMI 763.198-2).