Muziekgeschiedenis

INSTRUMENTALE MUZIEK

Instrumentale muziek

 


In de muziek van vòòr 1500 valt moeilijk te onderscheiden tussen een melodielijn die geen tekst bevat en eentje die specifiek is gedacht voor instrumenten. Daar zijn heel wat varianten in de uitvoeringspraktijk aan te danken. Zoals reeds eerder werd opgemerkt, zelfs wanneer een instrumentale vertolking van een gegeven partij mogelijk is, dan nog is het niet altijd mogelijk om te zeggen welk specifiek instrument bedoeld is.

 


Niettemin overleven een stel specifieke instrumentale vormen. Een van de vroegste voorbeelden daarvan in de 13e eeuwse estampie. En de beste instrumentalisten vergaarden roem en hadden een behoorlijke loopbaan. Vanaf de 15e eeuw konden ze met naam en toenaam carrière maken. Voorbeelden zijn de organist Conrad Paumann (ca. 1410-1473), de luitenisten Francesco Spinacino (1507), Vincenzo Capirola (1474-na 1548) en Francesco da Milano (1497-1543) met zijn fraaie Fantasieën.

 


Uit de vroege 15e eeuw stammen uit Italië manuscripten met een omvangrijk instrumentaal repertoire. Vaak gaat het daarbij nog om versierde arrangementen van vroegere polyfone composities. Kenmerkend is dat specifieke soorten notatie met de naam tabulatuur werden ontworpen voor de verschillende instrumenten; die voor orgel, toetsinstrument en luit waren het meest verbreid.

 


Geleidelijk aan werden ook stukken voor bepaalde instrumenten geschreven: de toccata (van het Italiaanse toccare, ‘aanraken’) is een kort, voorspelachtig stuk met een virtuoos improviserend karakter; de fantasie en ricercare (samen met zijn Spaanse verwant de tiento) waren eerder abstracte, polyfonische stukken, voorlopers van de fuga. En er waren stukken die waren gebaseerd op een becijferde bas en populaire melodieën.

 


De luit was het populairste instrument wat vooral te danken was aan zijn afmetingen en zijn veelzijdige inzetbaarheid. Zo’n luit kan een begeleidende rol vervullen maar oom complexe polyfonie op zichzelf bedrijven. Rond de overgang naar de 16e eeuw was het ook mogelijk om muziek in druk uit te geven. Zo werd een ware markt op talrijk gebied geopend, maar het duurde nog tot in de vroege barok voordat we voorbeelden aantreffen van wat we thans ‘partituren’ noemen, dat wil zeggen de toekenning van bepaalde melodielijnen aan specifieke instrumenten.