De Romantiek
Voordat we kunnen gaan spreken over de romantiek in de muziek en zijn globale begrenzing in de tijd moet eerst het begrip romantiek nader worden gedefinieerd. Het begrip zelf stamt van het Latijnse lingua romana en van verwante literatuur, met name romances. Naarmate de tijd verstreek werd de vrijheid van de middeleeuwse romance in ongunstige zin vergeleken met het waargenomen keurslijf van de klassieke traditie die werd geacht te zijn verdwaasd door regels en formalisme.
Daardoor kwam een breuk tot stand tussen spontane en bekrompen kunst in de filosofische gedachtewereld aan het eind van de 18e eeuw, met name onder de invloed van de geschriften van Friedrich en August Schlegel en anderen. Onder invloed van Rousseau veranderde alles verder nadat hij had verklaard dat “de mens in vrijheid wordt geboren en niettemin overal is geketend”. Hij proclameerde de noblesse van de wilde en wekte de plotselinge belangstelling van de in opkomst zijnde romantici in de ongerepte natuur en het platteland. Dat vond vaak zijn expressie in het cultiveren van het volkslied (zoals in veel werken van Haydn). Goethe baarde met zijn Die Leiden des jungen Werther het prototype van de romantische held en opende het toneel voor het individualisme van heel wat romantische literatuur en muziek.
Voeg daarbij het reeds uiterst rijke mengsel van de Franse revolutie en alle aanwezige omwentelingen en ontreddering in de maatschappij welke de oude orde van het tijdperk der Verlichting omverwierpen en die heel wat symbolen van het geloof vernietigden (getuige de vernieling van ramen, beelden en dergelijke in Franse kerken) en het is duidelijk dat nieuwe krachten in de maatschappij waren ontketend die meer vragen opwierpen en diepere emoties wekten dan tot dan aan toe waren aangemoedigd met de individuele expressie.
Waar barokcomponisten toegang hadden tot een reeks muzikale ‘onderwerpen’ (of ‘affecten’) om algemene emoties te uiten volgens een nauwkeurig begrensde reeks criteria, konden Mozart, Beethoven en hun opvolgers complexe en vaak tegenstrijdige emoties binnen een kort tijdbestek uiten, zoals bijvoorbeeld Mozart in zijn Symfonie no. 40.
Wat alles overziende de vraag opwerpt wanneer de muzikale romantiek feitelijk echt begon. Sommigen houden op laat in de jaren 1790 en noemen als voorbeeld fascinerende mensen als André-Ernest-Modeste Grétry (1741-1813) die wat eenzijdig werkzaam was als operacomponist van onder meer Céphale et Procris en het luchtige comédie- ballet Zémire et Azor. De in Luik geboren componist werd nadat hij in Italië door onder andere padre Martini grondig was gevormd na zijn komst in Parijs (1767) snel tot de belangrijkste componist op het gebied van de opéra comique. Heel succesvol was zijn Richard Coeur-de-lion uit 1784, een opera die in de sfeer van de Franse revolutie dankbaar het bevrijdingsmotief benutte en in die zin als voorloper van Beethovens Fidelio, maar ook van de lichte romantische trekken van de opera’s van Weber kan worden gezien.
Anderen verkiezen het om Beethoven te beschouwen als de laatste grote exponent van de gevestigde klassieke orde (die menige romantische agenda uitdaagde en bepaalde naarmate hij vorderde) en dateren daarom het begin rond 1820 of zo.
De romantische periode loopt volgens sommigen uit tot aan het begin van de 20e eeuw en werd vervolgens opgevolgd door realisme, symbolisme (Debussy) en modernisme (Schönberg). Maar de musicoloog Carl Dahlhaus ziet al vanaf 1860 de neoromantiek ontstaan, een periode waarin de idealen en de spontaniteit van het eerste tijdvak verworden tot stereotypen.
Een andere, tamelijk aantrekkelijke mogelijkheid is om het classicisme en de romantiek in de muziek te beschouwen als verenigde stromen die moesten samengaan. Op de manier waarop Beethovens formalistische Symfonie no. 4 kon ontstaan direct naast de uiterst dramatische en voor heel wat oren romantische Symfonie no. 5.
Om de romantiek alleen te ontlenen aan de getoonde expressie is echter onzin, want muziek uit alle tijden kan heel expressief zijn: getuige Bachs Koraalvoorspelen, Haydns Sturm und Drang symfonieën enzovoorts. Sommige van Mozarts latere werken zijn bepaald romantisch in iedere betekenis van de gegeven 19e eeuwse definitie. Met name zijn werken in mineur en Don Giovanni (minus het door en door klassieke slotsextet).