WANG, YUJA

YUJA WANG: PIANISTISCHE TOVERDRANK

 

De pianistische wereldburger Yuja Wang, die haar opleiding volgde in Canada en de V.S., wekt sinds haar debuutopname uit 2008 haast nog sterkere indrukken dan de jonge Martha Argerich zo’n vijftig jaar geleden: alle muziek die ook zij aanraakt verandert in spreekwoordelijk goud. Waarbij het feit dat ze uit een heel andere cultuur stamt en toch zo’n grote affiniteit met Westerse muziek toont ook aan de ver- en bewondering bijdraagt.

Yuja Wang werd 10 februari 1987 in een muzikaal gezin in Peking geboren en ging als zesjarige al naar het Conservatorium daar. Op haar 11 kwam ze terecht in het Canadese Calgary en toen ze vijftien was kreeg ze Gary Graffman als docent op het Curtis instituut in Philadelphia. Daar studeerde ze af en begon onmiddellijk haar glanzende internationale carrière. Natuurlijk had ze tevoren enige prijzen in de wacht gesleept bij pianoconcoursen: in 1998 in Ettlingen, in 2001 in Sendai, in 2002 in Aspen. Haar eerste Europese optreden was in 2003 in Zürich, in 2005 volgde Canada.

Wat maakt Yuja Wang tot zo’n bijzondere pianiste? Ze beschikt over alle eigenschappen die zo’n bijzonder fenomeen mogelijk maken: een geweldige, goed beheerste techniek, een groot, fris, onbevangen muzikaal inzicht, een helder coördinerend brein, stijlgevoel, grote affiniteit met wat ze speelt, dus groot engagement, het vermogen tot communiceren, goed gedoseerde gevoelens en expressie, zin voor poëzie.

Virtuositeit is nooit een doel op zichzelf. ‘Grote virtuositeit vergende werken hoeven niet noodzakelijkerwijze tot een opzichtige speelwijze te leiden. Wanneer ik zelf opgewonden raak over een compositie en als dat me persoonlijk treft, kan ik het dest te beter spelen om de luisteraars te boeien.”

Dat ze op het prestige label Deutsche Grammophon terecht kwam betekende de vervulling van een lang gekoesterde wens sinds ze Maurizio Pollini daarop Chopin had horen spelen. Dat ze niet meer dan één cd per jaar maakt, getuigt van veel inzicht om zich niet als kunstenares voor de trieste rol van door commercie en ambitie gestuurd beleid tot een snel opbrandend strovuur te laten gebruiken. 

Een andere bijzondere eigenschap van Wangs spel is, dat het heel persoonlijk is, maar ook gevrijwaard van alle tot ver/misvorming leidende factoren als grilligheid en gemaniëreerdheid. Haar virtuoze spel heeft haast iets nonchalants. Ze staat ver boven wat technisch en muzikaal van haar wordt verlangd, maar ze speelt nooit robotachtig mechanisch, nog vlot oppervlakkig.

Alle tot nu toe verschenen opnamen van Wang zijn besproken in de rubrieken CD Recensies, CD Verzamelprogramma’s en DVD Recensies.

 

Discografie

 

2008. Sonates en études. Chopin: Pianosonate nr. 2 in bes op. 35; Ligeti: Études nr. 4 ‘Fanfares’ en 10 ‘Der Zauberlehrling’ uit Études 1; Scriabin: Pianosonate nr 2 in gis op. 19; Liszt: Pianosonate in b S. 178. DG 477.8140.

 

2010. Rachmaninov: Paganinirapsodie op. 43; Pianoconcert nr. 2 in c op. 18. Met het Mahler kamerorkest o.l.v. Claudio Abbado. DG 477.9308.

 

2010. Transformation. Stravinsky: Delen uit Petroesjka nr. 1-3; Scarlatti, D: Pianosonates in E L. 23, K. 380, in f L. 118, K. 466; Brahms: Paganinivariaties op. 35; Ravel: La valse. DG 477.8795.

 

2011. Fantasia. Rachmaninov: Études tableaux in a op. 39/6, in b op. 39/4 in es op. 39/5; Elegie op. 3/1; Scarlatti, D.: Klavecimbelsonate in G L. 209, K. 455; Gluck: ‘Mélodie’ uit Orfeo ed Euridice (bew); Albéniz: ‘Triana’ uit Iberia; Horowitz: Variaties over een thema uit Carmen; Schubert: Gretchen am Spinnrade (bew); Strauß jr.: Tritsch-Tratsch Polka op. 214 (bew); Chopin: Wals in cis op. 64/2; Dukas: L’apprenti sorcier (bew); Scriabin: Préludes in B op. 11/11, in b 13/6, in gis op. 11/12; Étude in gis op. 8/9; Poème op. 32/2; Saint-Saëns: Danse macabre op. 40 (bew). DG 479.005-2.

 

2012. Rachmaninov: Pianoconcert nr. 3 in d op. 30; Prokofiev: Pianoconcert nr. 2 in g op. 16. Met het Orquestra Sinfonica Simón Bolívar o.l.v. Gustavo Dudamel. DG 479.1304.

 

2013. Litolff: ‘Scherzo’ uit Concerto symphonique nr. 4 in d op. 102. Met het San Francisco symfonie orkest o.l.v. Michael Tilson Thomas. San Francisco Symphony 821936-0060-2.

 

2013. Brahms: ‘Scherzo’ uit F.A.E sonate in c WoO. 2; Vioolsonates nr. 1 in G op. 78, 2 in A op. 100 en 3 in d op.108. Met Leonidas Kavakos. DG 478.644-2.

 

2015. Ravel: Pianoconcert in G M. 109; Pianoconcert in D M. 108 voor de linkerhand; Fauré: Ballade in Fis op. 19. Met het Tonhalle orkest Zürich o.l.v. Lionel Bringuier. DG 479.4954.

 

Video

 

2008. Ravel: La valse. Medici Arts 307817-8 (dvd).

 

2009. Prokofiev: Pianoconcert nr. 3 in C op. 26. Met het  Luzern Festival orkest o.l.v. Claudio Abbado. Euro Arts OA 2057964 (dvd). 

 

2010. Mendelssohn: Pianosextet; Pianoconcert nr. 1 in g op. 25. Met Kirill Troussov (v), David Aaron Carpenter (va), Maxim Rysanov (va), Sol Gabetta (vc) en Leigh Mesh (cb) c.q. het Verbier Festival orkest o.l.v. Kurt Masur. Idéala audience 3079724-8 (dvd).

 

Verder kunnen via internet beeldopnamen worden gedownload:

 

2008. Liszt: Pianosonate in b S. 178; Rimsky-Korsakov/Cziffra: Vlucht van de hommel; Scriabin: Pianosonate nr. 2 in gis op.19; Ravel: La valse.

 

2014. Shostakovitch: Concert voor piano, trompet en strijkorkest in c op. 35. Met Omar Tomasoni en het Concertgebouworkest o.l.v. Mariss Jansons.