PIRES, MARIA JOÃO II

MARIA JOÃO PIRES: DE BEVLOGENE

 

Het moet in 1975 zijn geweest dat ik voor het eerst letterlijk van Pires hoorde dankzij de in januari in Tokio gemaakte integrale opname van Mozarts pianosonates door Denon. Veelbelovend, maar nog niet echt voldragen, want wat mechanisch en vlak. Misschien indachtig het adagium van Schnabel of Fischer dat deze werken “te gemakkelijk zijn voor amateurs en te moeilijk voor professionals’. 

Een paar jaar daarna volgde in snelle opeenvolging een stel Erato opnamen met werken van Bach, Beethoven, Chopin, Mozart, Schubert en Schumann. Daarna kwam ze onder de vleugels van DG en volgde meer Bach, Beethoven, Brahms, Chopin, Debussy, Franck, Grieg, Mozart, Ravel, Schubert en Schumann. En in 1989/90 opnieuw met Mozarts complete vioolsonates in vertolkingen waarin ze nu wel intuïtief en inlevend de gouden middenweg tussen rococo en romantiek had gevonden als uiterst sensibel en fijnzinnige kunstenares, als gerijpte dichteres aan de piano. 

Maria João Pires werd 23 juli 1944 in Lissabon geboren, begon zich vanaf haar derde jaar als wonderkind te manifesteren, studeerde daar piano aan het conservatorium en gold al snel als pianistisch wonderkind. Toen ze vier was, gaf ze haar eerste openbare concert waaraan ze deel hilarische, deels traumatische herinneringen bewaart. Ze studeerde bij Campos Coelho aan het conservatorium in Lissabon en was op haar zestiende klaar. Op haar negende won ze voor het eerst een prijs. Met een beurs ging ze later eerst in München bij Rosl Schmid en later bij Karl Engel, de typische begeleider, in Hannover studeren. Francine Benoit gaf haar les in muziektheorie en compositie. Maar ook Wilhelm Kempff behoorde tot haar docenten.

Het lijkt een banale reden, maar om de eenzaamheid en kwetsbaarheid van iemand alleen op een groot podium te bestrijden, zocht de pianiste gasten, medestanders, gelijkgestemde andere instrumentalisten om mee samen te werken. Tijdens een van haar eerste recitals in de Amsterdamse Kleine zaal (was dat eind jaren ’70?) met een Chopinprogramma hoorde ik haar nog alleen; tien jaar later was ze vergezeld van haar toenmalige grote liefde, violist Augustin Dumay met wie ze gelukkig een stel mooie opnamen maakte van vioolsonates van Beethoven, Brahms, Debussy, Franck, Grieg, Mozart en Ravel. 

In die tijd had ik een kort gesprek met de pianiste tussen de schuifdeuren; een gesprekje waarin ze spiritueel, met vriendelijke, milde ogen soms nadrukkelijk bescheiden het antwoord op vragen over haar hypnotiserende, verstilde virtuositeit ontweek .

Uw eerste publieke optreden gaf u als een voor de leeuwen gegooide meisje al toen u vier was. Als in een snelkookpan werd u door de Muziek hogeschool in Lissabon bij Campos Coelho, een pianoconcours in Berlijn in 1960 (2e prijs), de Musikhochschulen in München (Rosl Schmid) en Hannover (Karl Engel) – waar u een heel ongelukkige tijd had - door een huwelijk, pianoconcoursen, scheiding, concertverplichtingen in Europa, Afrika, de V.S., Canada plus Japan en platencontracten gesluisd. Aan die Duitse tijd bewaart u geen goede herinneringen?

"Eigenlijk alleen miserabele herinneringen. Met name München heb ik lang gehaat. Ik voelde me daar slecht behandeld, vond geen vrienden. Ik ben er wel tien keer verhuisd omdat de buren niet tegen m'n pianospel konden. Ik voel me nog steeds niet op mijn gemak in Duitsland."

In 1970 won u als een jonge, uiterlijk onaanzienlijke Portugese pianiste in Brussel een Beethoven pianoconcours. Om onmiddellijk daarna haar vleugel te verkopen.....! Hoe zit het met dat soort apocriefe verhalen?

"U weet vast wel, dat ik me in de jaren zeventig helemaal uit het concertleven terugtrok. In de biografie, die door mijn platenmaatschappij wordt verspreid, staat een spierziekte in mijn arm als reden daarvoor vermeld. In werkelijkheid dacht ik destijds, dat mijn kinderen me nodig hadden. Maar de echt diepere achtergrond was, dat ik me in een artistieke en menselijke crisis bevond. Ik wist eenvoudig niet, hoe ik verder moest."

Zoals orkestmusici zich melden voor antistress behandeling, dirigenten de Alexander techniek toepassen en rebekespelers zich onderwerpen aan reflexologie, zo zocht Pires radicaal rust door afzwering.

Pas acht jaar later begon ze weer bescheiden met tournees. Sindsdien geldt de Parijs wonende kunstenares in de vakwereld als een geheimtip, die gelukkig ook regelmatig Nederland aandoet, maar door persoonlijke omstandigheden - ziekte, crises - af en toe nog een sabbatical inlast of een tournee afzegt. 

Des te merkwaardiger is het dan, dat u na vroegere contracten met Denon en Erato ineens met DG voor grootschalige projecten als de complete pianosonates en mogelijk alle pianoconcerten van Mozart in zee gaat. 

"Ik besef, dat dit een tegenspraak is. Toen ik jonger was, had ik meer ambities en stond ik meer onder druk. Totdat ik ontdekte dat het gedoe van integrale opnamen onbelangrijk was. De gedachte aan ‘complete opnamen’ is iets wat ik onbelangrijk ben gaan vinden; het heeft niets te maken met de inspiratie van het ogenblik’. Maar er is wel iets, dat me telkens weer dwingt om mijn kunst onder de mensen te brengen. Bovendien heb ik in de studio aanzienlijk minder last van stress dan tijdens een tournee. Van de twee dagen, die ik normaal voor een opname nodig heb, kan ik echt genieten. Over die contractuele verplichtingen maak ik me dus helemaal geen zorgen. Integendeel, het is een droom, die in vervulling gaat: Mozarts laatste pianoconcerten met Abbado in Wenen! De rest zien we wel…"

Alom wordt haar lichtvoetige aanpak, haar frisse cantabile frasering en haar technische finesse geprezen. Maar er waren ook geruchten over een zigeunerachtig wild type, dat in de binnenlanden van Portugal in een caravan leefde; over een zielige, zwaar zieke kankerpatiënte. 

In feite bracht Pires de eerste mankerende vier jaar met haar vier kinderen door op een afgelegen boerderij ten zuiden van Lissabon: zonder stromend water, gas en elektriciteit, wassen bij de put, zelf groente kweken, brood bakken, 'the whole lot'. 

Een zeer bewuste, tamelijk radicale beslissing.

"Ik moest gewoon even stoppen, inventariseren. Ik had nooit de gelegenheid om zelf beslissingen te nemen over mijn loopbaan."

Toen, als in stil protest, weigerden uw vingers ineens.

"Het was een klein probleempje met de spieren, dat veel pianisten kennen. Maar het was ook de angst, dat ik niet deed, wat ik werkelijk wilde doen, wat ik feitelijk weigerde te doen."

Dus werd de piano verkocht om eten te kunnen kopen en werden alleen met het hoofd vingeroefeningen gedaan. De fruitbomen groeiden en na drie jaar voelde u de behoefte om weer te gaan spelen. U nam contact op met een Engelse concertagent en geeft intussen weer tachtig tot honderd concerten per jaar. Wie haar nu op het podium (onlangs nog in Utrechts Vredenburg) meemaakt en haar nieuwste opnamen beluisterd, wordt geconfronteerd met een schijnbaar herborene, minder schuw, monterder, vol vastbeslotenheid en met meer lef. 

Dan kunt u nu ook beter dan ooit beoordelen, wie en wat u wel of niet bevalt, de geijkte vraag.

"Een lievelingscomponist heb ik niet; ik houd van goede muziek. In de praktijk besteed ik het meeste aandacht aan Bach, Mozart, Schubert, Chopin en Schumann. Er is veel dat ik met mijn kleine handen niet kan spelen: Liszt en Rachmaninov bijvoorbeeld, maar vooral ook Brahms en Ravel. Maar die beperking heeft ook zijn voordelen. Ik kan me nu intensiever met een beperkt repertoire bezighouden, dat verinnerlijken. Anders moest ik mijn aandacht veel meer verdelen. 

Voorbeelden als uitvoerende kunstenaars heb ik wel. Als het om pianisten gaat Sviatoslav Richter en Radu Lupu - vooral hun Schubert - bij de dirigenten John Eliot Gardiner en Claudio Abbado. Ze hebben gemeen, dat het hun primair om de muziek gaat en niet om een steile carrière. Ik speel liever in Nederland, Engeland, Japan en Israel dan bijvoorbeeld in de V.S."

Hoe is het gekomen tot dat nieuwe geluk met Augustin Dumay

"Sinds ik een klein meiske was heb ik steeds uitgekeken naar geschikte partners om kamermuziek te maken. Hoewel ik met fantastische violisten als Mullova en Accardo en met dirigenten als Abbado, Dutoit en Krivine heb gespeeld, bleek het niet voldoende om alleen bewondering voor elkaar te hebben. Het klikte nooit echt helemaal. Ik ontmoette Augustin voor het eerst tijdens een kamermuziek festival in Baule en wist na vijf minuten, dat dit het partnership was, waarnaar ik zo lang had gezocht. Gelukkig was dat wederzijds...! Vaak ben ik bang, dat het concertleven, die voortdurende stress van stad tot stad, me eens opvreet."

Voor de door muziekconserven beperkte pianowereld manifesteerde u zich voor het eerst op grote schaal met haar in 1974 in Japan gemaakte Denon opname van de complete pianosonates van Mozart.

"Ik speelde tenslotte sinds mijn vierde Mozart, werd specialiste op dit gebied geacht en erg onder druk gezet om dit project ter hand te nemen. Het maakte wel meteen, dat ik een hekel kreeg aan dergelijke marathon projecten en aan lange termijn planning. Als je bezig bent met zo'n intensieve opgave, is het onmogelijk om elk werk met evenveel liefde te spelen, om ieder stuk met eenzelfde engagement te interpreteren. Dat zal me ook niet weer gebeuren."

De volgende sonatecyclus voor DG ging in rustiger etappes, slaagde dus in interpretatief, maar ook in technisch opzicht beter. Ook voor de inmiddels op gang gebrachte complete reeks Mozart pianoconcerten met het Weens filharmonisch onder Abbado wordt ruimschoots de tijd genomen. Er werd zelfs met hetzelfde team een reeks complete pianoconcerten van Beethoven aangekondigd. Te voorbarig helaas want de vrees dat het hier nooit van zou komen, bleek gerechtvaardigd.

Had u behoefte aan een herziening van die eerdere kijk op Mozarts pianosonates?

"Ik hoopte daarin meer ervaring te kunnen tonen, want ik haat niets zozeer als haast, routine, gebrek aan visie, van elk enthousiasme gespeende 'business as usual'. Ik meende ook de muziek meer diepgang, meer nuancen te kunnen geven."

Destijds volgden op Erato meer werken van Mozart, onder andere ook een aantal der bekendste pianoconcerten. Sindsdien draagt u het stempel 'Mozartspecialiste' te zijn. Een eenzijdig stempel, dat u schijnbaar gelaten draagt. U speelde immers ook - op recitals en cd’s - Beethoven, Brahms, Chopin en Schubert.

"Tenslotte heeft Mozart vele gezichten. In zijn muziek ligt alles besloten. Hij is in feite een componist van alle tijden. Natuurlijk ben ik dus steeds Mozart trouw gebleven."

Frappant is het verschil in Schubert opvatting. Klonk de grote Pianosonate in Bes D. 960 destijds nog typisch vrouwelijk, vrij week van contouren, teer, in langzame tempi en met veel poëzie, de recente Pianosonate in a D. 784 klinkt heel anders, veel feller, indringender, markanter.

"Om te beginnen is het een mineurwerk met een heel ander karakter natuurlijk. Maar inderdaad, ik ben zelf ook veranderd, ben intussen gescheiden van mijn Zwitserduitse man, door een crisis heengegaan. Het is moeilijk om precies na te gaan, wat voor invloed persoonlijk verdriet en geluk, wat liefde en teleurstelling voor invloed hebben."

En dan zijn er ook de complete Nocturnes van Chopin.

“Ik geloof niet dat er echt zoiets als virtuositeit bestaat. Ik denk nooit aan techniek of virtuositeit, alleen aan expressie. Je hebt het ontwerp van de frase en de muzikale gedachte van de componist; al het overige verdwijnt in de muziek. Chop[in is een componist die door elke pianist wordt gespeeld. Je kunt van Chopin houden via een heel spontane pianist die zijn muziek speelt zonder enige bijgedachte, zonder een vooropgezet concept en dat kan heel mooi zijn. Maar je kunt ook luisteren naar iemand als Pollini, die zijn enorme intellect laat gelden en alles wat gecomponeerd is respecteert voor de plaats die het in de muziekgeschiedenis inneemt. Die benadering kan even mooi en treffend zijn. Dat is de ware schoonheid van Chopin, hij is een componist voor alle pianisten, de gevoelige, de spirituele en de intellectuele. Ik ben intussen de vijftig gepasseerd en ik ben nog verbaasd over de Nocturnes.Je kunt duidelijk horen dat de toekomst van de muziek al besloten ligt in de harmonieën. Ik beschouw die Nocturnesniet als een groep, eenvoudigweg omdat er geen gemeenschappelijke vorm is die dicteert dat een nocturne op een bepaalde manier moet worden geschreven. Chopins WalsenMazurka’sen Pianosonates hebben alle een duidelijke vorm. Bij de Nocturneszijn de kleur en de atmosfeer zo bijzonder. Er vind een duidelijke ontwikkeling plaats van begin tot eind. Dat was bij Mozart net andersom, want hij keerde in zijn late werken juist terug tot heel eenvoudige vormen. Met uitzondering van de postuum gepubliceerde laatste schrijden als het ware in fasen natuurlijk voort qua moeilijkheidsgraad. De twee onbekende zijn me heel dierbaar – de laatste postume, die Chopin niet wilde uitgeven. Toen in deze ging instuderen, besefte ik waarom. Omdat hij op een of andere manier niet op Chopin lijkt. Het is een heel romantisch stuk. Voor mij is het als een dans, maar dan in een heel grote, open ruimte. Er is een groot gevoel van ruimte, van licht en van onschuld. Het gevoel van melancholie dat zo kenmerkend is voor veel van Chopins muziek, ontbreekt hier. Het stuk is enigszins nostalgiek, maar niet treurig. Een lichte lach, die iets aarzelends heeft. Technisch bezien zou het een kinderstukje kunnen zijn, maar het is moeilijk om de ware betekenis te vinden. Misschien helpt mijn leeftijd ook niet. Een kind zou het misschien beter begrijpen. De afgelopen twintig jaren zijn mijn lievelingsopnamen van de Nocturnes die van Rubinstein en Jean Françaix. Rubinstein is het eenvoudigst en benadert het ideaal het dichtst, een zo klassiek mogelijke Chopin. Françaix treft je met zijn contrasten. Ik kan daar niet vaak genoeg naar luisteren. Ik luister nooit naar mijn eigen opnamen omdat ik te bang ben, maar deze moeten wel in orde zijn.”

Na die eerste opnamen met Dumay verschenen meer gezamenlijke producties. Aangevuld met cellist Jian Wang werden Pianotrio’s van Brahms vastgelegd. Nog weer later volgde het pianokwintet van Schumann met als extra gasten altist violist Renaud Capuçon en Gérard Caussé.

Hoog tijd voor een aanvulling in 2015

 

Via de geschiedenis van uw Boeddhistische grootvader kwam u in aanraking met het Boeddhisme. Dit betekent waarschijnlijk dat u uw ego absoluut niet cultiveert.

 

“Na  mijn veertigste heb ik ook het Boeddhisme bestudeerd en zonder dat geloof aan te hangen, ben ik er wel sterk door beïnvloed. Ik ben me zeer bewust van het feit dat ik voortdurend verander, dat ik steeds blijf zoeken, niet alleen in de muziek. Met zoiets als carrière houdt ik me helemaal niet bezig; pianoconcoursen halen de ziel uit jonge musici”.

 

Kunt u een voorbeeld geven van iets uit het Boeddhisme waaraan u praktische waarde ontleent?

“Het bracht me tot nadenken over het vullen van mijn leven. Ben je assertief genoeg en heb je zelfkennis genoeg om de gegeven situatie te accepteren?”  

 

Dat had invloed op haar spel en haar repertoirekeuze. Liever de dromer Chopin en de melancholicus Schubert dan wereldbestormer Beethoven. Geen wonder dat de pianiste zich zo goed thuis voelt in het midden van de negentiende eeuw. 

 

“Neem Chopin, typisch een muzikale dichter.  Als je muziek van hem speelt, moet je je eigen ego volkomen uitschakelen en je geheel overgeven aan zijn diepe, innerlijke poëzie. Maar dat geldt natuurlijk in meerdere of mindere make voor alle componisten. Bedenk wel dat Chopin ook de bedenker van het pianorecital was. Daaronder heb ik mijn hele leven geleden.”

 

Waarom heeft u een hekel aan recitals?

 

“Je staat er alleen voor. Het podium niet te delen valt me steeds zwaarder, je behoort even niet tot de gemeenschap, je bent speciaal en alleen”.

 

Geen wonder dat u partners zoekt om vierhandig of op twee piano’s te kunnen spelen. Zoals Riccardo Castro Herrera in een Schubert programma. U creëert dan ook graag een huiskamersfeer op het podium met een schemerlamp en een fauteuil voor degene die even niet speelt. Maar Is dat niet merkwaardig voor iemand met zulke enorme pianistische gaven?

 

“Dat is heel betrekkelijk. Ik heb maar kleine handen en dat geeft technische problemen. Ik had ooit te maken met een ontstoken vinger. Natuurlijk vond ik mijn lichaamstaal en oplossingen voor de meeste problemen, maar niet voor alle. Een andere kwestie is dat ik in wezen niet graag concerteer. Ik kwam ook nooit tot intens studeren. Ik was altijd druk met andere dingen, kreeg al vroeg kinderen en had andere zorgen. Eigenlijk ben ik altijd een amateur gebleven”.

 

Ook Murray Perahia had een paar maal last van ontstoken zenuwen in de handen, maar herstelde telkens aardig. 

Dat bij een wat gedrongen, slanke figuur met een getatoeëerd dolfijntje aan de buitenkant van de rechter pols de handen wat klein zijn uitgevallen, is niet verwonderlijk. Geen wonder dat Pires zich nooit aan de werken van laatromantische pianoleeuwen als Liszt, Rachmaninov en Godowski waagde. 

 

In 1999 stichtte Pires in het Portugese Belgais in een ruig gebied dicht bij de Portugees-Spaanse grens op een boerderij het ‘Centrum voor de bestudering der kunsten’ in een tweehonderd hectare groot miniparadijsje, een kunstzinnige broedplaats op het Portugese platteland. Daar kon ze zich terugtrekken in ongerepte natuur. Teelde eigen groente, hield kippen, kookte zelf. Rein van Dalen maakte daar de mooie tv documentaire Discovering sound over in 2004. Er is ook een brokje tv documentaire van de broers Jussen uit Hilversum die daar tot de gasten behoorden.

Dat leverde zeker muzikale vruchten, maar het zakelijk beheer schoot tekort, het project kreeg belastingschulden en Pires vluchtte in 2005 naar Laroo de Freitas in Brazilië. Nog steeds moet ze toen ontstane schulden aflossen.

“Het leven is niet eenvoudig. Ik had enige moeilijke en hevige perioden. Eentje daarvan was het avontuur in Belgais. Maar ik heb daarvan wel geleerd. Namelijk dat strijden en vechten niet de oplossing is. De oplossing is afstand nemen, waarnemen, het waarom trachten te doorgronden, zien waarom het mislukte. Dat is een gevecht op zichzelf. Belgais is nu alleen nog een slechte herinnering”.

 

Hoe verliep de relatie met de Franse violist Augustin Dumay verder?

 

“Het was altijd heel spannend want hij is uitgesproken extrovert, dominant en ik ben juist erg introvert, bescheiden. We hadden vaak felle discussies, zeker bij de opname van Beethovens vioolsonates, maar vonden altijd een compromis. We hebben ook wel van elkaar geleerd. We leefden ook enige tijd samen, maar nu niet meer al bleven we goed bevriend”.

 

In 2006 ging het gerucht dat u kanker had.

 

“Dat verhaal klopt niet, ik had wel een acuut hartprobleem en werd daaraan geopereerd”.

 

Ooit gedacht aan stoppen?

 

“Gedacht wel, maar nooit serieus overwogen. Ik heb geen beroep, maar een missie”.

 

Pires werkt in alle rust idealistisch door. Momenteel veel vanuit de muziekkapel Koningin Elisabeth in Waterloo. Twee projecten. Equinox ter bevordering van de koorzang bij arme kinderen: samen muziek maken om elkaar te vertrouwen, vriendschap te bevorderen, met name tussen Belgen en kinderen uit Burundi. 

Partitura is er sinds 2012 voor pianostudenten die niet a priori denken (of op de gedachte worden gebracht) dat ze ooit beroemde solisten zullen worden. Daar probeert ze het wonder van de muziek over te brengen, niet schaven aan feilloze techniek. Een kwestie van samen overleggen, musiceren.

 

Beroemd is het enige minuten durende filmfragment van een optreden tijdens een lunchconcert in 1999 waar de pianiste zich had voorbereid op de solopartij van een pianoconcert van Mozart, maar niet op nr. 20 in d KV 466 dat Riccardo Chailly met het Concertgebouworkest inzette. Paniek bij de pianiste, bemoedigende woorden van de dirigent en gelukkig herstelde Pires gedurende de orkestinleiding haar ontregeling en speelde ze vervolgens het gevraagde alsof ze nooit anders van plan was geweest: bijzonder mooi en raak.  

 

Zie ook het artikel ‘Pires blijft verbazen’ in de rubriek Fonografie Muziek.

 

Discografie

 

Bach, J.S.: Klavecimbelconcerten nr. 1 in d BWV 1052, nr. 4 in A BWV 1055 en nr. 5 in f BWV 1056. Met het Gulbenkian kamerorkest o.l.v. Michel Corboz. Erato 4509-96949-2. 1974

 

Bach, J.S.: Partita nr. 1 in Bes BWV 825; Engelse suite nr. 3 in g BWV 808; Franse suite nr. 2 in c BWV 813. DG 447.894-2. 1995

 

Beethoven: Pianoconcerten nr. 3 in c op. 37 en 4 in G op. 58. Met het Zweeds omroeporkest o.l.v. Daniel Harding. Onyx ONYX 4125.  2013

 

Beethoven: Vioolsonates nr. 1-10. Met Augustin Dumay. DG 471.495-2 (3 cd’s). 2002

 

Beethoven: Pianosonates nr. 13 in Es op. 27/1 Quasi una fantasia, nr. 14 in cis op. 27/2 Mondschein en nr. 30 in E op. 109. DG 453.457-2. 2001

 

Beethoven: Pianosonates nr. 14 in cis op. 27/2 Mondschein, nr. 8 in c op. 13 Pathétique, 17 in d op. 31/2 Der Sturm en nr. 23 in f op. 57 Appassionata. Erato ECD 55034. 1983 

 

Brahms: Pianotrio’s nr. 1 in B op. 8 en nr.2 in C op. 87. Met Augustin Dumay (v) en JIan Wang (vc). DG 447.055-2. 1995

 

Brahms: Vioolsonates nr. 1-3. Met Augustin Dumay. DG 435.800-2. 1991

 

Chopin: Pianoconcerten nr. 1 in e op.11 en nr. 2 in f op. 21. Met het Monte Carlo opera orkest o.l.v. Armin Jordan. Erato 2292-45927-2, 3984-21089-2.

 

Chopin: Pianoconcert nr. 1 in e op. 11; Fantasie in f op. 49; Impromptu nr. 4 in cis op. 66; Berceuse in Des op. 57. Met het Europees kamerorkest o.l.v. Emmanuel Krivine. DG 457.585-2. 1998

 

Chopin: Pianoconcert nr. 1 in e op.11; Pianosonate nr.2 in bes op. 35; Grande valse brilliante in Es op.18/1; Minutenwals in Des op.64/1. Met het Monte Carlo opera orkest o.l.v. Armin Jordan. Erato 2292-45570-2.  

Chopin: Pianoconcert nr. 2 in f op.21; Préludes op. 28 nr. 1-28. Met het Royal philharmonic orkest o.l.v. André Previn DG 437.817-2.1992

 

Chopin: Nocturnes nr. 1-21. DG 447.096-2, 477.9568 (2 cd’s). 1996

 

Chopin: Pianosonate nr. 3 in b op. 58; Nocturnes op. 62 nr. 1 en 2; Mazurka’s op. 59 nr. 1-3; Mazurka’s op. 63 nr.1-3; Mazurka in g op. 67 nr. 2 en in a op. 67/4; Mazurka in f op. 68/4’ Polonaise-fantaisie in As op. 61; Walsen nr. 6-8 op. 64 nr. 1-3; Cellosonate in g op. 65. Met Pavel Gomziakov (vc). DG 477.7483. 2008

 

Chopin: Walsen nr. 1-14. Erato 2292-45213-2. 1984

 

Franck: Vioolsonate in A M. 8; Debussy: Vioolsonate; Ravel: Berceuse sur le nom de Gabriel Fauré; Pièce en forme de habanera; Tzigane. Met Augustin Dumay. DG 445.880-2. 1993

 

Grieg: Vioolsonates nr. 1 in F op. 8, 2 in G op. 13 en 3 in c op. 45. Met Augustin Dumay. DG 437.525-2.

 

Mozart: Pianoconcerten nr. 9 in Es KV 271 Jeunehomme en 23 in A KV 488; Rondo in A KV 386. Met het Gulbenkian kamerorkest o.l.v. Theodor Guschlbauer. Erato ECD 55005, Warner 2564-69686-2 (5 cd’s).

 

Mozart: Pianoconcerten nr. 13 in C KV 415 en 14 in Es KV 449. Met het Gulbenkian kamerorkest o.l.v. Theodor Guschlbauer. Erato 2292-45069-2, Warner 2564-69686-2 (5 cd’s).  

 

Mozart: Pianoconcerten nr. 14 in Es KV 449 en 26 in D KV 537, Kroningsconcert. Met het Weens filharmonisch orkest o.l.v. Claudio Abbado. DG 437.529-2. 1992

 

Mozart: Pianoconcert nr. 14 in Es KV 449. Met het Concertgebouworkest o.l.v. Riccardo Chailly. Q Disc MCCM 97033. 1993

 

Mozart: Pianoconcerten nr. 17 in G KV 453 en 21 in C KV 467. Met het Europees Kamerorkest o.l.v. Claudio Abbado. DG 439.941-2. 1993

 

Mozart: Pianoconcerten nr. 20 in d KV 466, nr. 21 in C KV 467; Rondo in a KV 511. Met het Gulbenkian kamerorkest o.l.v. Theodor Guschlbauer. Erato ECD 55003, Warner 2564-69686-2 (5 cd’s).   

 

Mozart: Pianoconcerten nr. 21 in C KV 467 en nr. 26 in D KV 537, Kroningsconcert. Met het Europees kamerorkest c.q. het Weens filharmonisch orkest o.l.v. Claudio Abbado. DG 471.738-2. 2002

 

Mozart: Pianoconcerten nr. 26 in D KV 537 Kroningsconcert, nr. 27 in Bes KV 595; Rondo in D KV 382. Met het Lausanne kamerorkest o.l.v. Armin Jordan. Erato ECD 55004 Warner 2564-69686-2 (5 cd’s).

 

Mozart: Pianoconcerten nr. 27 in Bes KV 595 en nr. 20 in d KV 466. Met Orchestra Mozart o.l.v. Claudio Abbado. DG 479.0075. 2011

 

Mozart: Pianoconcert nr. 21 in C KV 467. Met het Gubenkian kamerorkest o.l.v. Theodor Guschlbauer. Erato 2292-45560-2, Warner 2564-69686-2 (5 cd’s). 1975

 

Mozart: Pianotrio’s nr. 2 in Bes KV 502, nr. 1 in G KV 496, Divertimento in Bes KV 254; Bonus cd met delen uit pianotrio’s en vioolsonates van Mozart, Brahms, Grieg, Franck, Ravel en Mozart. Met Augustin Dumay (v) en JIan Wang (vc). DG 449.208-2. 1995

 

Mozart: Vioolsonates nr. 18 in G KV 301, nr. 21 in e KV 304, nr. 26 in Bes KV 378 en nr. 19 in G KV 379. Met Augustin Dumay. DG 431.771-2. 1990

 

Mozart: Sonate voor 2 piano’s in D KV 381. Met Martha Argerich. EMI 721.119-2 (3 cd’s). 2012

 

Mozart: Pianosonates nr. 1-18. Denon DC 8071/5, C37-7386/90 (5 cd’s). 1985 

 

Mozart: Pianosonates nr. 1-18; Fantasie in c KV 475. DG 431.760-2 (6 cd’s). 1989/90

 

Mozart: Pianosonates nr. 1-9. DG  431.760-2 (2 cd’s). 1990

 

Mozart: Pianosonates nr. 10-18. DG 431.760-2 (3 cd’s). 1990

 

Mozart: Pianosonates nr. 3 in Bes KV 281, nr. 4 in Es KV 282 en nr. 18 in F KV 533. DG 437.546-2. 1990

 

Mozart: Pianosonates nr. 8 in a KV 310, 13 in Bes KV 333 en 15 in C KV 545. DG 427.768-2. 1989

 

Mozart: Pianosonates nr. 8 in a KV 310, nr. 14 in c KV 457; Rondo alle Turca uit Pianosonate nr. 11 in A KV 331; Fantasie in c KV 475. DG 431.275-2. 1990

 

Mozart: Pianosonates nr. 11 in A KV 331 en nr. 14 in c KV 457; Fantasieën in c KV 475 en in d KV 397. DG 429.739-2. 1990 

 

Mozart: ‘Nehmt meinen Dank, ihr holden Gönner’ KV 383; motet ‘Exsultate jubilate’ KV 165; ‘Mia speranza adora … Ah non sai’ KV 416; ‘Ch’io mi scordi di te?’ KV 505; ‘Ruhe sanft, mein holdes Leben’ uit Zaïde KV 344; ’Vorrei spiegarvi, oh Dio’ KV 418; Strauss, R.: ‘Wiegenlied’ op. 41/1; ‘ Das Rosenband’ op. 36/1; ‘Liebeshymnus’ op. 32/3; ‘Das Bachlein’ Av. 118; ‘Morgen’ op. 27/4. Met Christine Schäfer (s) en het Berlijns filharmonisch orkest o.l.v. Claudio Abbado. DG 457.582-2. 1997 

 

Mozart: ‘Sehnsucht nach dem Frühling’ KV 596; ‘An die Hoffnung’ KV 390; ‘Der Zauberer’ KV 472; ‘Die kleine Spinnerin’ KV 531; ‘Die Verschweigung’ KV 518; ‘Das Lied der Trennung’ KV 519; ‘Die Zufriedenheit’ KV 473; ‘Als Luise die Briefe’ KV 520; ‘An die Einsamkeit’ KV 391; ‘Das Veilchen’ KV 476; ‘Abendempfindung’ KV 523; ‘An Chloe’ KV 524; Kleine Deutsche Kantate ‘Die ihr des unermesslichen’ KV 619; ‘Ridente la calma’ KV 152; ‘Dans un bois solitaire’ KV 308; ‘Oiseaux, si tous les ans’ KV 307; ‘Un moto di gioia mi sento’ KV 579; ‘Komm, liebe Zither’ KV 351; ‘Ch’io mi scorda di te’? KV 505. Met Barbara Henricks (s), Göran Söllscher (git) en het Kamerorkest Lausanne o.l.v. Mika Eichenholz. EMI 754.007-2. 1990

 

Schubert: Le voyage magnifique. Impromptu’s op. 90, D. 899 nr. 1-4; Allegretto in c D. 915; Impromptu’s op. 142, D 934 nr. 1-4; Impromptu’s posthumes D. 946 nr. 1-3. DG 457.550-2 (2 cd’s). 1997

 

Schubert: Résonance de l’originaire. Fantasie in f op. 103 D. 940; Rondo in A op.107 D. 951; Pianosonate nr. 13 in A op. post. 120, D. 664; Allegro Lebensstürme in a op. post. 144, D. 947 (Pianosonate nr. 14 in a D. 784 door Herrera). Met Ricardo Castro Herrera. DG 477.5233 (2 cd’s). 2004

 

Schubert: Pianosonate nr. 18 in G op. 78 D. 894; Impromptu’s in c op. 90/1 D. 899 en 2 in Es op. 90/2 D. 899. Erato 2292-45325-2.

 

Schubert: Pianosonate nr. 14 in a op. 143, D. 784; Moments musicaux nr. 1-4 op. 94, D. 780. DG 427.769-2. 1989 

 

Schubert: Pianosonates nr. 16 in a op. 42 D. 845 en 21 in Bes op. posth. D.960. DG 477.8107. 2011

 

Schubert: Pianosonate nr. 21 in Bes D. 960; Impromptu’s op. 90  D. 899 nr. 1-3. Erato 2292-45250-2. 

 

Schubert: Fantasie in f op. 103 D. 940; Marches militaires nr. 1-3 op. 51, D. 733; Rondo’s in D op. 138 D. 608 en in A op. 107, D. 951; Deutscher mit zwei Trios und zwei Ländler D. 618. Met Hüseyin Sermet. Erato ECD 75469. 1987

 

Schumann: Pianoconcert in a op. 54; Pianokwintet in Es op. 44. Met resp. Europees kamerorkest o.l.v. Claudio Abbado en Augustin Dumay (v), Renaud Capuçon (v), Gérard Caussé (va) en Jiang Wang (vc). DG 463.179-2

 

Schumann: Pianoconcert in a op. 54. Met het Londen scholen symfonie orkest o.l.v. John Eliot Gardiner. LSO Live LSO 0765. 2014

 

Schumann: Romanzen op. 94 nr. 1-3; Adagio en allegro in As op. 70; Fantasiestücke op. 73 nr. 1-3; 5 Stücke im Volkston op. 102; ‘Abendlied’ uit Kinderklavierduette op. 85. Met Douglas Boyd (h). DG 439.889-2. 1994

 

Schumann: Waldszenen op. 82 nr. 1-9; Arabeske in C op.18; Romanzen op. 28 nr. 1-3; Faschingsschwank aus Wien op. 26 nr. 1-5. DG 437.538-2.

 

Schumann: Kinderszenen op. 15 nr. 1-13; Waldszenen op. 92 nr. 19; Bunte Blätter op. 99 (3 delen). Erato ECD 88092. 1984 

 

Wigmore Hall Recital. Schubert: Arpeggionesonate in a D. 821; Brahms: Intermezzi op. 117 nr. 1-3; Mendelssohn: Lied ohne Worte in D op. 109; Brahms: Cellosonate nr. 1 in e op. 38; Bach, J.S.: Bew. ‘Aria’ uit Orgelpastorale in F BWV 590. Met António Meneses (vc). DG 479.0965. 2012

 

With passion. Mozart: Pianoconcert nr. 23 in A KV 488; Pianosonate nr. 12 in F KV 332; SchubertImpromptu’s op. post. D. 946 nr. 1-3; Chopin: Nocturnes in cis op. 27/1, in Des op. 27/2, in f op. 55/1 en in Es op. 55/2; Schumann: Pianoconcert in a op. 54. Met resp. Het Salzburgs Mozarteum orkest o.l.v. Frans Brüggen en het Europees Kamerorkest o.l.v. Claudio Abbado. DG 477.6607 (2 cd’s). 1995

 

Artist portrait. Beethoven: Pianosonate nr. 14 in cis op. 27/2 Mondschein; Bach, J.S.: ‘Allegro’ uit Pianoconcert nr. 4 in A BWV 1055; Schubert: Impromptu in Es op. 90/2 D. 899; Mozart: ‘Allegro’ uit Pianoconcert nr. 13 in C KV 415; ‘Larghetto’ uit Pianoconcert nr. 27 in Bes KV 595; Schubert: Impromptu in Ges op. 90/3 D. 899; Schumann: ‘Präludium’, ‘3 Stücklein’ uit Bunte Blätter op. 99; Chopin: ‘Allegro vivace’ uit Pianoconcert nr. 2 in f op. 21; Schubert: Marche militaire in D op. 51/1 D. 733; Mozart: Fantasie in c KV 475; Schumann: ‘Von fremden Ländern und Menschen’ uit Kinderszenen op. 15; Chopin: Minutenwals in Des op. 64/1. Warner 0927-49141-2. 2002

 

Great pianists. Bach, J.S.: Franse suite nr. 2 in c BWV 813; Schumann: Arabeske in C op. 18; Schubert: Moment musical in As op. 94/6 D. 780; Chopin: Nocturnes op. 48 nr. 1 en 2; Nocturne in E op. 62/2; Mozart: Pianoconcert nr. 14 in Es KV 449. Met het Weens filharmonisch orkest o.l.v. Claudio Abbado. Philips 456.928-2 (2 cd’s). 1999

Complete DG solo opnamen. DG 479.2690 (20 cd’s). 1989-2011

 

Complete Erato opnamen. Erato 2564-63106-5 (17 cd’s).

 

Video

 

Mozart: Pianoconcert nr. 20 in d KV 466. Met het Berlijns filharmonisch orkest o.l.v. Pierre Boulez. Euro Arts 205307-9 (dvd). 2003

 

Beethoven: Pianoconcert nr. 3 in c op. 37. Met het Orkest van de achttiende eeuw o.l.v. Frans Brüggen. Narodowy instytut Fryderika Chopina NIFC DVD 005 (dvd). 2012

 

Bach, J.S.: Largo uit Pianoconcert nr. 5 in f BWV 1056. Met leden van het Orchestre de Paris o.l.v. Riccardo Chailly. Download van youtube. 2012

 

Een hartstochtelijke les. Verslag van een workshop met vijf talentvolle pianisten. AVRO 2001

 

Maria João Pires: Discovering sound. Belgais documentaire van Roel van Dalen. NOS download. 2004

 

Verkeerde concert. Mozart, pianoconcert nr. 20 in plaats van ??. Download youtube. 1999