Uitvoerende Kunstenaars

NEVEU, GINETTE I

GINETTE NEVEU: IN VOLLE BLOEI GEKNAKT

 

Ze was de grote hoop uit de Franse violistenschool. Haar musiceren had het elegante accent van haar moedertaal en bezat de charme die ook het wezen van een filosofische dialoog bepaalt. Ze leek als vrouw voorbestemd om een belangrijke plaats in te nemen in de internationale solistenwereld en dat te presteren wat eerder Nadia Boulanger in de muziekpedagogiek en Wanda Landowska op het klavecimbel hadden volbracht.

Helaas werd ze 28 oktober 1949 begraven onder de puinhoop van het vliegtuig dat bij San Miguel op de Azoren neerstortte. Zo vond de dertigjarige studente van Jules Boucerit samen met haar Stradivarius haar droeve einde. Vier jaar later trof ook haar landsman Jacques Thibaud dit lot en in 1956 de dirigent Guido Cantelli.

Gelukkig kunnen we naar het motto Non omnis moriar dankzij nog genieten van de in mono verkrijgbare opnamen die van haar zijn gemaakt.

Deze geven tevens een beeld van het repertoire aan kleine werken dat toen in zwang was. Het is van intussen vrij vergeten componisten, vaak in bewerkingen, laat staan dat al sprake was van historiserend inzicht.

Ginette Neveu werd 11 augustus 1919 in Parijs geboren en kreeg haar eerste vioollessen van haar moeder die een destijds bekende violiste en pedagoge was. Al op zevenjarige leeftijd mocht ze met Orchestre Colonne onder Gabriel Pierné in de Sorbonne optreden. De al genoemde Jules Boucherit was haar leraar aan het Parijse conservatorium, maar belangrijker was de invloed die Carl Flesch op haar had. Hij zorgde voor een verbreding van haar artistieke horizon zodat ze ook Bach, Beethoven en Brahms in internationaal gangbare stijl ging spelen. Op 15-jarige leeftijd won ze het Wieniawski concours (waar Oistrakh tweede werd). George Enesco, als mogelijke coach benaderd, moet hebben gezegd: “Er is niets meer dat je van me kunt leren, want je beschikt reeds over alles”.

Na de bevrijding in 1945 lag de wereld voor haar open. Het eerst reisde ze naar Engeland, daar werd ze onmiddellijk door EMI voor een platencontract gestrikt. Met dirigent Roger Desormière vierde zo grote triomfen. Later volgden Amsterdam, Kopenhagen en Wenen. Een tournee door de V.S. vervolmaakte de reeks successen. In Boston speelde ze onder Serge Koussevitzky, in New York onder Charles Munch.

Maar Neveu speelde ook veel kamermuziek, bij voorkeur samen met haar broer Jean (leerling van Yves Nat) die ook bij dat vliegtuigongeluk omkwam.

Samen blonken ze uit in kleine kostbaarheden als de Spaanse dans van Falla, Ravels Tzigane en de Stukken van Suk. 

De opname die men van Neveu tenminste en vooral moet koesteren, is die van het vioolconcert van Sibelius. Daar bezit haar viooltoon niet alleen in het innige middendeel, maar ook in de halsbrekende virtuoze passages uit de finale een innige warmte die voortspruit uit een gedifferentieerde vibratotechniek. Verder verwijderd van wat de ook geweldige Heifetz in dat werk aan ‘koude klankschoonheid’ liet horen.

De Tahra uitgave is – zo nog verkrijgbaar -  een van de mooiste herinneringen aan Ginette Neveu. Hij bevat ook uit andere uitgaven bekend materiaal, maar het is hier met zorg geconserveerd. Het gaat meest om ‘live’ optredens zodat een paar intonatiefoutjes van de soliste en een paar onzuivere inzetten van de orkesten en niet helemaal zuivere hoorns er doorheen glipten en voordat ze de cadensen inzet is Neveu soms even haastig, maar haar voortdurende intense expressie treft. 

Van de beide Beethovenopnamen is die met Rosbaud het beste geslaagd en gedecideerder. In een van de interviews komt ook Jean even aan bod. De status van Neveu was (is) van dien aard, dat al dit materiaal moet worden gekoesterd.

Nog steeds beschouw ik het als een privilege dat ik als zestienjarige 10 juni 1949 (een paar maanden voor haar dood) een van haar uitvoeringen van juist dit werk met het Residentie orkest onder Antal Dorati mocht meemaken. 

Veel later, kort nadat de cd in 1982 was geïntroduceerd, kocht ik tijdens een bezoek aan Japan, waar al snel meer moois in die nieuwe vorm verkrijgbaar was dan in Europa het album The art of Ginette Neveu (EMI TOCE 7392/4) met 3 cd’s.

 

Discografie

 

The complete studio recordings. Kreisler: Grave; Suk: ‘Un poco triste’ en ‘Appassionata’ uit Stukken op. 17; Stukken voor viool en  piano nr. 1-4; Chopin: Nocturne in cis op. posth. (bew. 2x); Gluck: ‘Dans van de zalige geesten’ uit Orphée et Eurydice (bew.); Paradis: Siciliano (bew.); Strauss, R.: Vioolsonate in Es op. 18; Tartini: Variaties op een gavotte van Corelli (bew.); Sibelius: Vioolconcert in d op. 47; Dinicu: Hora staccato (bew.); Brahms: Vioolconcert in D op. 77; Scarlatescu: Bagatelle; Falla: ‘Spaanse dans’ uit La vida breve (bew); Ravel: Tzigane; Pièce en forme de habanera; Chausson: Poème; Debussy: Vioolsonate. Met resp. Bruno Seidler-Winkler (p), Gustav Beck (p), het Philharmonia orkest o.l.v. Walter Süsskind, Jean Neveu (p), het Philharmonia orkest o.l.v. Issai Dobrowen. Intense Media 600057 (4 cd’s) 1938/48

 

Kreisler: Grave; Corellivariaties; Caprice viennois; Suk: ‘Un poco triste’ en ‘Appassionata’ uit Stukken op. 17; Stukken voor viool en  piano nr. 1-4; Chopin: Nocturne in cis op. posth. (bew. 2x); Gluck: ‘Dans van de zalige geesten’ uit Orphée et Eurydice (bew.); Paradis: Siciliano (bew.). Met resp. Bruno Seidler-Winkler en Gustav Beck. Testament SBT 1. 1939/40 

 

Beethoven: Vioolconcert in D op. 61; Ravel: Tzigane; Brahms: Vioolconcert in D op. 77; Chausson: Poème op. 25. Met resp. het SWR omroeporkest Baden-Baden o.l.v. Hans Rosbaud, het New York filharmonisch orkest o.l.v. Charles Munch, het Residentie orkest o.l.v. Antal Dorati. Music & Arts CD 837. 1949

 

Beethoven: Vioolconcert in D op. 61. Ginette Neveu met het SWR omroeporkest Baden-Baden o.l.v. Hans Rosbaud (Beethoven, 25 september 1949) en het Radio filharmonisch orkest o.l.v. Willem van Otterloo (1 mei 1949); Brahms: Vioolconcert in D op. 77. Met het Frans Nationaal orkest o.l.v. Roger Desormière (25 april 1948); Brahms: Vioolsonate nr. 3 in d op. 108. Met Jean Neveu (21 september 1949); Twee radio interviews (1949). Tahra 355 (3 cd’s, 2u. 36’33”). 1948/9

 

Brahms: Vioolconcert in D op. 77; Sibelius: Vioolconcert in d op. 47. Met het Philharmonia orkest o.l.v. Issai Dobrowen c.q. Walter Süsskind. EMI 761.011-2. 1945

 

Brahms: Vioolconcert in D op.77; Beethoven: Vioolconcert in D op. 61. Ginette Neveu met repectievelijk het Nationaal orkest van de Franse omroep o.l.v. Roger Desormière en het SWR omroeporkest Baden-Baden o.l.v. Hans Rosbaud. SWR Media SWR 19018 CD (84’24”). 1948/9

 

Sibelius: Vioolconcert in d op. 47. Met het Hallé orkest o.l.v. John Barbirolli. Dutton CDBP 9733.