Uitvoerende Kunstenaars

MOURITS, HESCE: AL JONG ACTIEF OP VEEL MUZIEKFRONTEN

HESCE MOURITS, AL JONG ACTIEF OP VEEL MUZIEKFRONTEN

Voor we dit interview beginnen stel ik vast dat jij de jongste creatieve en recreatieve musicus bent die ik ooit sprak. Je moet uit een kunstzinnig gezin komen waarin je al heel vroeg kennismaakte met muziek. Vertel daar eens wat over.

Mijn ouders hebben mij altijd gestimuleerd muziek te maken. Van jongs af aan stond er altijd wel muziek op, Bach cantates of Johnny Cash, van alle stijlen kregen we wat mee. Van mijn ouders moesten wij allemaal 1 jaar een instrument proberen. Ik ben ze enorm dankbaar dat ze ons dit zo hebben geleerd, want ik ben daardoor verliefd geworden op de cello en ben het altijd blijven spelen. Voor de rest is mijn vader nog actief bezig met muziek: hij speelt in een geweldige band The Yearlings. 

Wanneer openbaarde zich de wens om zelf een instrument te bespelen?

Mijn zus speelde viool, toen ik daarna ook de cello ging spelen vond ik het altijd geweldig op samen te spelen. 

Het werd de cello. Waarom?

Ik heb eerst een jaar viool gespeeld, na een jaar kwam ik in een klein strijkorkest. Daar kwam ik erachter dat ik cello eigenlijk een veel mooier instrument vond, ik was bijvoorbeeld erg jaloers op de lage C snaar. Bovendien mochten celli altijd zitten bij de repetities en moesten de violen staan, dus dat leek me ook een groot voordeel. Toen ik was overgestapt op cello ging ik opeens meer studeren en begon nog veel meer van muziek te houden.

Speel je ook piano? Een harmonie-instrument bij de hand te hebben is handig als je gaat componeren.

Ik heb een jaar pianoles gehad. Ik zou dus willen zeggen dat ik piano kan spelen, wel kan ik akkoorden vormen en spelen, en dat kwam zeker van toepassing bij het componeren.

De vorderingen van je cellospel waren van dien aard, dat je tot een klas voor jong talent van het Amsterdams conservatorium werd toegelaten. Die richt die zich alleen op cellotechniek maar je volgt ook theorielessen bij Martijn Hooning? Hoe belangrijk zijn die?

De compositielessen van Martijn zijn van onschatbare waarde. In het begin ging het componeren vrij stroef en langzaam. Toen heeft hij me heel veel dingen geleerd uit de gehele muziekgeschiedenis. Hij leerde me de algemene harmonieleer regels, maar ook hoe Debussy allerlei parallelle kwinten in zijn muziek stopt -terwijl dat streng verboden is binnen de harmonieleer-. Daarna hebben we ook bijvoorbeeld de twaalftoonstechniek doorgenomen aan de hand van componisten. Ik leerde dat ik eigenlijk heel vrij was en je in de moderne muziek mag wat je wil. Daarna ging het veel makkelijker. Toen kwamen we bij elkaar, liet ik zien wat ik had gemaakt en stelde Martijn bijvoorbeeld vragen, waarom ik het op die manier doe, wat ik er wil mee bereiken. Zo heeft hij me echt heel erg geholpen met deze Judas Passie.

Je speelt in Jeugdorkesten. Welke? Heeft het gym een eigen orkest? 

Momenteel speel ik in het JON. Jeugdorkest Nederland. Onze school heeft helaas geen schoolorkest meer.

Wat voor repertoire spelen jullie?

We spelen de eerste symfonie van Shostakovich en het tweede vioolconcert van Prokofiev.

Ooit daar al soliste gefunctioneerd?

Nee, heel misschien gaat dat over een paar jaar lukken.

Wel eens gedacht aan de ‘stille’ (elektrische) cello mrt zijn manipulatiemogelijkheden?

Nee, wat een leuk idee!

Speel je ook kamermuziek en treedt je wel eens met een pianopartner op?

Op de Sweelinck academie zijn er vaak kamermuziek weekenden. Daarnaast heb ik in een pianokwartet en een strijkkwartet gezeten. Ik heb bij de Sweelinck een vaste, geweldige, pianiste.

Is het straks de bedoeling dat je ook in het buitenland masterclasses gaat volgen?

Ik ben van plan deze zomer in Italië masterclasses te volgen bij Timora Rosler.

Is er muziek die je categorisch nooit zou willen spelen of ben je voorlopig een alleseter?

Ik ben een alleseter, maar mijn voorkeur ligt bij de modernere muziek.

Heb je ook toegespitste compositieles gehad, of ontwikkel je die discipline autonoom?

Nadat ik een tijdje bezig was met componeren heb ik aan Martijn Hooning gevraagd of hij mij wou helpen. Dat heeft hij toen gedaan en toen heb ik bij hem compositieles gekregen.

Ik vraag dat want je bent intussen 17 en dan krijg je ineens landelijke belangstelling met je ongeveer een half uur durende Judas Passie voor spreker, vier solisten en strijkorkest op teksten uit Amos Oz’ Judas dat speelt in het midden van de twintigste eeuw en handelt over liefde, volwassen worden en verraad. Wat sprak je daarin zoveel meer aan dat je er een passiemuziek aan wijdde en niet - zoals Brixi een paar eeuwen eerder - Bijbelteksten koos? 

Ik heb voor de teksten van Amos Oz gekozen omdat ik diep onder de indruk was van het boek. Zijn perspectief voor het verhaal vond in heel fascinerend. Toen heb ik besloten dat te combineren met muziek.

Kreeg je vlot medewerking om het werk uit te voeren?

Ja, om te beginnen was de Philharmonie een grote steun. Ze hebben me heel erg geholpen en de grote zaal voor me beschikbaar gesteld. Daarna heeft Carel den Hertog mij geholpen door het te willen dirigeren en heeft geholpen een deel van zijn orkest, het Njso, te stimuleren mee te doen. Daarna heb ik van overal mensen vandaan gehaald die allemaal heel aardig en enthousiast reageerden. Daarnaast heeft Hans Kleipool mij ten eerste onwijs geholpen met de financiën en vervolgens het hele koor bij elkaar gevonden. Ook de medewerking van de solisten, Bauwien van der Meer, Jean-Léon Klosrermann en Vitali Rozynko en Job Cohen, was geweldig. Ten slotte heeft Gerrit Maas mij geholpen door het stuk met het koor in te studeren.

Naast al deze muzikale steun kreeg ik ook veel medewerking op andere vlakken, van mijn oma en opa (die bijvoorbeeld geholpen hebben met de programmaboekjes en bloemen achteraf) tot Robert Buizer, hij heeft de prachtige poster ontworpen.

Was je tevreden over het klinkend resultaat? 

Ja, ik vond het heel erg bijzonder en was blij met de uitvoering.

Verschijnt het in druk en hoop je op meer uitvoeringen?

Ik heb thuis een partituur liggen. Uiteraard hoop ik op meer uitvoeringen!

Je liet de passie voorafgaan door Lutoslawski’s cellosolo Sacher Variation uit 1975. Hoe kwam je daarop?

De Sacher variatie is die avond niet uitgevoerd. Het programma was:

Strijkkwartet no 2 van Philip Glass

Elegie van Martijn Hooning

Judas Passie

Beschouw je jezelf als hoogbegaafd of heb je een hekel aan een dergelijke classificatie?

Nee, ik ben zeker niet hoogbegaafd. Ik ben niet groot voorstander van dat soort etiketten, maar als ik dat wel zou zijn zou ik helaas niet tot de hoogbegaafden horen.

Hoe zie je jezelf over tien jaar? Als een ook internationaal bekende celliste en ‘zondagscomponiste’ met een groeiend oeuvre of……? 

Het liefst wil ik later celliste worden en in het Amsterdam Sinfonietta spelen. Het lijkt mij heel leuk altijd door te gaan met componeren, maar inderdaad is dat naast de cello. 

Past daar ook een baan als docent in?

Niet perse, maar ik zou het niet erg vinden een paar leerlingen te hebben.

Is er een vraag die je altijd wenste dat die je gesteld zou worden, maar nooit aan de orde kwam? Stel hem dan nu zelf en geef antwoord.

 

Nee, eigenlijk niet.